Staatssecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen. Foto via Tweede Kamer.
Staatssecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen. Foto via Tweede Kamer.

De kans bestaat dat de schenk- en erfbelasting op grote vermogens omhooggaat. Het tarief blijft gelijk, maar een advies waardoor het bedrag stijgt waarover belasting wordt geheven, is positief ontvangen door staatssecretaris van fiscaliteit Tjebbe van Oostenbruggen (NSC). De opbrengst van de belasting zou met ongeveer 190 miljoen euro kunnen stijgen.

Adviesorganisatie Deloitte heeft de staatssecretaris na onderzoek aanbevolen om aannames die de fiscus maakt om de hoogte van de schenk- en erfbelasting te berekenen te actualiseren. Het gaat om de rente en de levensverwachting. Aanpassing van deze rekenforfaits leidt er volgens Deloitte in de meeste gevallen toe dat de belasting op kleine en middelgrote erfenissen daalt, terwijl die op (zeer) grote nalatenschappen stijgt.

Van Oostenbruggen heeft het onderzoek onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. In een begeleidende brief schaart hij zich in grote lijnen achter de adviezen uit de studie. Hij belooft in het derde kwartaal met voorstellen te komen.

Op basis van draagkracht

De schenk- en erfbelasting is bijzonder impopulair. Het zou een heffing zijn op vermogen waarover al een of twee keer belasting is betaald. De onderzoekers leggen evenwel uit dat die past bij het uitgangspunt van belasting op basis van draagkracht: een schenking of erfenis vergroot de draagkracht van de ontvanger.

Deloitte merkt op dat het rentepercentage en de levensverwachting waarmee de fiscus na overlijden van de erflater de waarde van de nalatenschap berekent, sinds 1979 ongewijzigd 6 procent is. De rente is sindsdien gedaald en in de tussenliggende periode niet in de buurt van de 6 procent geweest. De levensverwachting is de afgelopen vier decennia gestegen.

Verrekend met de erfenis

De kloof tussen aannames en werkelijkheid heeft er volgens de experts toe geleid dat de grondslag voor de schenk- en erfbelasting is uitgehold. Dat doet zich met name voor als langstlevende partners vruchtgebruik van de nalatenschap krijgen. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de kinderen een huis gedeeltelijke in eigendom krijgen, maar dat de langstlevende ouder daarin kan blijven wonen zonder huur te hoeven betalen. De waardering van het vruchtgebruik speelt ook een rol bij de schenkbelasting. Ook de opbrengst van deze belasting zou omhooggaan als de rekenforfaits worden geactualiseerd, aldus Deloitte.

In zijn brief aan de Kamer laat de staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld zien hoe de grondslag voor de belasting over een erfenis van 1,2 miljoen euro met ruim een ton daalt doordat het erfdeel van de kinderen na het overlijden van een ouder een rentedragende vordering wordt van de kinderen op de andere ouder. Deze ouder betaalt geen rente. Na diens overlijden wordt deze als schuld verrekend met de erfenis, waardoor die lager uitvalt.

In een voorbeeld uit de studie van Deloitte loopt zo’n aftrekpost uiteen van minder dan 1 miljoen euro tot meer dan 2 miljoen euro, bij een erfenis van 3,75 miljoen euro. De hoogte is afhankelijk van de gekozen rekenmethode en de gebruikte forfaits. De onderzoekers komen bij een nalatenschap van 1 miljoen euro volgens de huidige systematiek daarentegen uit op een belastingafdracht van 75.452 euro, terwijl die in de berekeningswijze die hun voorkeur heeft 52.212 euro bedraagt. 

Onderscheid in vruchtgebruik

In de voorkeursvariant van Deloitte worden niet alleen de rekenforfaits geactualiseerd maar wordt ook een nieuw onderscheid gemaakt tussen vruchtgebruik waarbij de begunstigde alleen recht heeft op de opbrengst uit het vermogen, en vruchtgebruik waarbij die ook het vermogen zelf mag aanspreken. De berekende waarde is in het eerste geval lager dan in het tweede.

Van Oostenbruggen schrijft aan de Kamer dat hij de forfaits wil actualiseren maar twijfelt over de uitvoerbaarheid van het onderscheid in vruchtgebruik dat de onderzoekers voorstellen. Daarom waarschuwt hij dat uitvoering van het advies niet zonder meer een extra belastingopbrengst van 190 miljoen euro betekent. De opbrengst uit de schenk- en erfbelasting voor 2025 is op 3,6 miljard euro geraamd.

Laaghangend fruit

Bijzonder hoogleraar fiscale aspecten van de notariële rechtspraktijk Wouter Burgerhart acht het ook lastig om het verschil in vruchtgebruik wettelijk vast te leggen. Hij wijst er in dit verband op dat er vaak extra voorwaarden zijn als vruchtgebruikers het vermogen zelf mogen aanwenden, bijvoorbeeld dat dit alleen ten behoeve van een woning mag.

De hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, die tevens vennoot is van een kantoor op het gebied van estate planning en notarieel juridisch advies, kan zich verder goed vinden in de aanbevelingen van Deloitte. Ook als die tot een hogere belastingopbrengst leiden. ‘Daar ga ik niet over, dat is aan de politiek’, zegt hij aan de telefoon.

Forfaits zijn volgens Burgerhart nodig, maar ze mogen niet te ver van de werkelijkheid afstaan. ‘Voor de houdbaarheid moet je ze actualiseren, ongeacht of dat tot een hogere of lagere belastingopbrengst leidt. De rekenrente van 6% is het grote euvel van de schenk- en erfbelasting. Die zorgt voor een zichtbaar verschil met de werkelijkheid. Aanpassing van die rente is het laaghangende fruit in dit advies.’

Copyright: Het Financieele Dagblad, 18 februari 2025

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Members
Article type
Article
FD Article
Yes