EU Court of Justice in Luxembourg. Photo via Flickr CC-BY-2.0
11322183133_62e3acbd5d_b.jpg

Het Europese Hof van Justitie heeft dinsdag een uitspraak gedaan met zeer vergaande gevolgen. Het heeft zich uitgesproken tegen de openbaarmaking van de zogenoemde Ultimate Benificial Owners (UBO’s) in het gelijknamige publiek toegankelijke register. Het Hof vindt dat  fundamentele rechten van personen soms zwaarder wegen dan het algemene belang van de bestrijding van het witwassen van geld.

De uitspraak heeft betrekking op het UBO-register, waarin mensen die meer dan - doorgaans - 25 procent  van de aandelen in een bedrijf, of vermogen in een trust hebben, uitgebreide informatie moeten geven over hun identiteit en achtergrond. Vooral vermogende families zetten zich af tegen deze regels, die voortkomen uit de anti-witwasrichtlijnen van de Europese Unie. Zij vrezen voor de veiligheid van hun familie en voor identiteitsfraude.  

Het Luxemburgse ondernemingsregister, bekend als LBR, had aangevoerd dat al deze informatie ook beschikbaar moest worden gesteld aan het grote publiek. Het EU-Hof heeft nu geoordeeld dat dit uitgangspunt ‘ongeldig’ is. Een soortgelijke discussie vindt ook al langere tijd plaats in andere EU-lidstaten, waaronder Nederland. Zo verzette bij voorbeeld een van de telgen van de familie Fentener van Vlissingen zich publiekelijk  tegen opname van  eigenaren in het UBO-register.

‘Het grootste probleem van dit register is de inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van vermogende families’, zei een notaris Jan Willem Schenk eerder tegen Investment Officer. ‘Heiligen de middelen het doel? Daar heb ik grote twijfels over.’ Een Amerikaanse advocaat noemde het openbare UBO-register eerder ‘een menukaart voor criminelen, in plaats van een register voor toezichthouders’.

In Luxemburg zijn alle geregistreerde vennootschappen, waaronder de vele beleggingsfondsen die in het groothertogdom een wettelijke thuisbasis hebben gevonden, verplicht hun Ultimate Beneficial Ownership, of UBO, gegevens aan het LBR te melden. Dit LBR stelt deze informatie ook ter beschikking aan het grote publiek via zijn website.

Fundamentele rechten

Het Europese Hof merkte echter op dat de wet ook voorziet in een optie waarbij een uiteindelijk gerechtigde het LBR kan verzoeken ‘de toegang tot dergelijke informatie in bepaalde gevallen te beperken’. Een Luxemburgse vennootschap en een uiteindelijk gerechtigde hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt om het LBR in 2020 bij de Luxemburgse rechtbank aan te vechten met het argument dat de openbaarmaking van gedetailleerde eigendomsinformatie ‘een onevenredig risico op inmenging in de grondrechten van de betrokken uiteindelijk gerechtigden kan inhouden’. De Luxemburgse rechtbank heeft de zaak doorverwezen naar haar tegenhanger in de EU.

‘De toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijke gerechtigden vormt een ernstige inbreuk op de fundamentele rechten op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens’, aldus het Hof. ‘De openbaar gemaakte informatie stelt een potentieel onbeperkt aantal personen in staat kennis te nemen van de materiële en financiële situatie van een uiteindelijk gerechtigde.’

Het Europese Hof was het er ook mee eens dat openbaarmaking in sommige gevallen subjecten kan blootstellen aan ‘mogelijk misbruik van hun persoonsgegevens’.

Hoewel het Hof opmerkt dat de EU-wetgeving inzake de openbaarmaking van UBO’s een algemeen belang dient, aangezien zij bedoeld is om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen door middel van meer transparantie, zei het dat de EU-richtlijn per saldo ‘een aanzienlijk ernstiger inbreuk op de grondrechten vormt.’

In Nederland vinden veel belanghebbenden dat openbaarmaking van persoonsgegevens in het UBO-register onnodig ver gaat. Voor de doelmatigheid zou het genoeg zijn dat opsporingsdiensten toegang hebben, zoals nu ook het Hof besloten heeft. En hoewel de anti-witwasrichtlijn niet strookt met de kernwaarden van de GDPR (AVG) besloot de Nederlandse politiek eerder om de discussie over te laten aan de  EU en hield bij de Nederlandse UBO-implementatie geen rekening met het feit dat het publiek de gegevens van naam, woonplaats, nationaliteit en omvang van het aandeelhouderschap niet mag zien, zoals het Hof nu heeft beslist. 

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No