i-J5M6k9g.png

Beleggers moeten nog even wachten voordat ze gemakkelijker tienduizenden Europese beleggingsproducten met elkaar kunnen vergelijken. Europese beleidsmakers stellen de invoering van het document dat daarover duidelijkheid moet geven met twee jaar uit.

Dat gebeurt na een regen van klachten van asset managers, die stellen dat de nieuwe financiële bijsluiter beleggers misleidende rendementsverwachtingen en kosten voorschotelt.

Aanbieders moesten eigenlijk vanaf de volgende jaarwisseling het zogeheten Key Information Document (KID) publiceren bij beleggingsfondsen die ze verkopen aan particuliere beleggers. Uit een deze week gesloten politiek akkoord tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement blijkt dat dit nu hoogstwaarschijnlijk wordt uitgesteld naar 2022.

‘Ik denk dat dit het beste is uit het oogpunt van beleggersbescherming’, zegt Iris van de Looij, directeur van Dufas. De branchevereniging voor Nederlandse vermogensbeheerders was al geen fan van de invoering van het KID. ‘Nu hebben we de kans om de kinderziektes eruit te halen.’

‘Misleiding’

Wat was er ook alweer aan de hand? Europese beleidsmakers willen al heel lang dat beleggers beter de pakweg 30.000 Europese beleggingsfondsen met elkaar kunnen vergelijken. Dat kunnen ze nu ook al met de huidige financiële bijsluiter (voor de liefhebber: die heet UCITS-KIID), maar het nieuwe KID moet meer en betere informatie geven over de kosten.

Het nieuwe document maakt deel uit van de verordening Priips, die vorig jaar is ingevoerd. Voor de beleggingsfondsen was nog enige coulance: zij zouden het KID-document pas vanaf 2020 hoeven invoeren.

Vermogensbeheerders klagen

Maar Nederlandse en Europese vermogensbeheerders klaagden al voor de invoering van dat document steen en been over de manier waarop bepaalde kosten worden berekend onder de nieuwe regels en hoe dat straks in die nieuwe KID komt te staan. Ze moeten straks dus veel meer details publiceren en dat pakt nogal eens raar uit. Volgens hen wekt de maatregel, die duidelijkheid moet geven, alleen maar verwarring.

Neem de kosten. Fondsen moeten straks uitsplitsen wat de kosten zijn die de broker in rekening brengt, en wat de transactiekosten zijn. Maar die transactiekosten zijn bepaald niet duidelijk. Ze hangen af van de aandelenkoers op het moment dat de klant een order inlegt en de koers op het moment dat het aandeel daadwerkelijk wordt gekocht.

Die kosten kunnen soms negatief zijn, wat tot verwarring kan leiden bij de belegger. Want als hij een dag later een andere order inlegt, zijn die kosten misschien juist heel hoog.

Volgens de Duitse club van vermogensbeheerders speelde het probleem van de negatieve kosten bij zeker een tiende van alle beleggingsfondsen. Ook bij Nederlandse vermogensbeheerders als Robeco en NNIP komen deze negatieve transactiekosten voor, lieten ze eerder weten.

Daarnaast is er nog een probleem: in het nieuwe KID moet straks staan wat het verwachte rendement van een fonds is. Ook daarvoor is straks één berekening van toepassing voor alle fondsen, zodat beleggers deze kunnen vergelijken. Maar de rekensom voor dat toekomstige resultaat is gebaseerd op het rendement dat het fonds in het verleden behaalde.

Dat is misleidend, vinden vermogensbeheerders. Want de afgelopen jaren gingen de koersen over het algemeen in één streep omhoog en dat zal niet eeuwig zo blijven. Daar houdt deze rekenmethode volgens hen geen rekening mee. ‘Het verleden zet zich zo door in de toekomstige scenario’s, en dat is wat ons betreft geen goed idee’, zegt beleidsadviseur Andreas Stepnitzka, die zich voor de Europese branchevereniging Efama van asset managers buigt over de nieuwe regels.

De problemen blijven

Efama riep al veel eerder op tot uitstel van de regels voor de Europese beleggingsfondsen en die lobby is nu dus succesvol. De Europese Commissie en het Europees Parlement bereikten eerder deze week een politiek akkoord over het uitstel. Straks moet nog een technisch akkoord volgen, waarna zowel parlement als commissie de zaak formaliseren. De markt verwacht dat er niet veel meer aan zal veranderen.

De vraag is wat beleggers en vermogensbeheerders hier nu mee opschieten. Want de problemen blijven. ‘Maar ik ben wel blij dat er nu ruimte is om weer om tafel te gaan en een methodologie te vinden die wél werkt voor iedereen’, zegt Van de Looij. In het geheel afschaffen van het KID ziet zij echter niets.

Bovendien is het niet zo dat beleggers fondsen helemaal niet met elkaar kunnen vergelijken, zegt Stepnitzka. Het huidige document blijft gewoon bestaan. ‘Dus de situatie is niet perfect, maar ik denk dat de niet-perfecte UCITS-KIID nu betere informatie geeft dan de zogenaamd perfecte nieuwe KID.’

Copyright: Het Financieele Dagblad, 8 februari 2019.

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes