Met een uitgekiende dividend strategie scoort het Goldman Sachs Eurozone Equity Income Fund al decennialang bovengemiddeld. ‘We besteden ons risicobudget voornamelijk aan aandelenselectie en wijken qua sector en factor blootstelling niet veel af van de benchmark.’
Dat zegt Nicolas Simar van Goldman Sachs Asset Management in gesprek met Investment Officer. Simar (foto) staat sinds de oprichting in 1999 aan het roer van het Eurozone Equity Income Fund (ISIN: LU0191250090) en kan over deze periode een bijzonder fraai track record overleggen. In het 25-jarige bestaan bedraagt het gemiddelde totaalrendement na kosten 6,69 procent, tegen 6,14 procent voor de MSCI EMU total return index.
Belangrijkste reden voor de outperformance is de fundamentele bottom-up aandelenselectie, vertelt Simar. ‘Wij azen niet op een zo hoog mogelijk dividendrendement, maar op een houdbaar dividend. In onze portefeuille zitten bedrijven die een structurele groei van de vrije kasstroom laten zien. Dit stelt ze in staat om hun dividend op te voeren.’
Het fonds streeft naar een dividendrendement dat 50 tot 100 basispunten boven dat van de benchmark ligt. ‘Momenteel bieden we een yield van 4,5 procent, tegen 3,5 procent voor de index. Als we een portefeuille zouden samenstellen met een veel hoger dividendrendement, dan zou dat ten koste gaan van de kwaliteit van de bedrijven, óf dat zou zorgen voor een ongewenste sectorconcentratie’, zegt Simar.
Techaandelen
Hij zet de prestaties van het fonds bewust af tegen de brede benchmark en niet tegen bijvoorbeeld een hoogdividend-index of waarde-index van MSCI. ‘We willen een tilt naar bepaalde factoren of sectoren voorkomen en streven naar een gebalanceerde portefeuille. Per sector selecteren we de aantrekkelijkste aandelen met een bovengemiddeld dividendrendement.’
Daarom heeft het fonds ook bekende techbedrijven als ASML en SAP in de portefeuille, ondanks de relatief lage dividendrendementen. ‘Hoewel we een geconcentreerde portefeuille hebben van doorgaans minder dan veertig aandelen, is er sprake van een goede spreiding’, aldus Simar. De verwachte dividendgroei van de portefeuille komt overeen met de groei op indexniveau. ‘Het gaat ons niet om een bovengemiddelde winst- en dividendgroei. Belangrijkste criterium is dat de vrije kasstroom het dividend ruimschoots dekt.’
Zeer cyclische waarde-aandelen probeert Simar zoveel mogelijk te vermijden. ‘Het komt hier aan op een goede timing en dat is altijd lastig. Onze institutionele klanten zitten niet te wachten op een incidentele sterke outperformance die vervolgens eindigt met een forse correctie. Consistentie in prestaties is voor ons belangrijk en daar zijn we tot nu toe in geslaagd.’
Extreem goedkoop
Na de jarenlange underperformance van Europese aandelen ten opzichte van Wall Street ziet de dividendexpert lichtpuntjes. ‘De achterblijvende prestaties zijn vooral toe te schrijven aan de zwakkere winstgroei, maar de laatste jaren is de winsttrend in Europa beter en neemt het verschil met Amerikaanse bedrijven af. Europa is extreem goedkoop vergeleken met Amerika. Dat is weliswaar niet voldoende om een inhaalslag te verwachten, maar het geeft wel aan dat Europa erg aantrekkelijk is voor beleggers.’
Europese bedrijven zijn volgens Simar ook veel internationaler dan Amerikaanse. Ongeveer de helft van de omzet van de bedrijven in de MSCI Europe wordt buiten Europa behaald. ‘Bovendien zijn de balansen in Europa ijzersterk, waardoor de dividenduitkeringen relatief hoog zijn en steeds meer bedrijven eigen aandelen inkopen. Aandeleninkoop was voorheen niet populair onder Europese bedrijven, maar dat is nu vanwege de lage waarderingen een beter alternatief dan dure overnames. De aandeleninkoop en het dividendrendement leveren op indexniveau al een yield op van bijna 5 procent.’
Achterblijvers
De positionering van het fonds is de laatste maanden wat defensiever geworden. ‘We zitten in de late fase van de huidige economische cyclus en hebben cyclische waarden teruggebracht ten faveure van kwaliteitsaandelen. Verder is gewicht van de technologiesector verlaagd omdat de waarderingen naar onze mening te ver zijn opgelopen.’
Naast kwaliteitsaandelen zoekt Simar het nu meer bij achterblijvers, zoals de energiesector. ‘Olie- en gasmaatschappijen tonen kapitaaldiscipline en bieden een vrije kasstroom yield met lage dubbele cijfers. Dat maakt een dividendrendement mogelijk van 4 tot 5 procent en een rendement op aandeleninkoop van nog eens 2 tot 3 procent. Ook andere defensieve spelers zoals nutsbedrijven en uitbaters van tolwegen en luchthavens zijn op dit moment kansrijk.’