De Europese Unie heeft de hoop opgegeven dat ze nog ontkomt aan maatregelen van de Amerikaanse president Donald Trump om de eigen staalindustrie te beschermen. Overleg tussen eurocommissaris Cecilia Malmström (handel) en haar Amerikaanse collega Wilbur Ross in Parijs leverde woensdag weinig op.
Vrijdag loopt voor Europa de tijdelijke uitzondering af op Amerikaanse invoerheffingen van 25 procent op staal en 10 procent op aluminium die in maart dit jaar zijn ingesteld. De EU lijkt zich nu te richten op het beperken van de schade.
Ross bekritiseerde woensdag het officiële standpunt van de EU dat eerst de staal- en aluminiumheffingen van tafel moeten voordat er kan worden onderhandeld over een handelsdeal. ‘God weet dat de EU vele tarieven hanteert voor ons, dus het is niet zo dat je niet kan praten, omdat er tarieven zijn.’
Uiteindelijk moet Trump een beslissing nemen. Er gaan verhalen dat Washington en Brussel nu naar een informele deal streven, waarbij Europa zijn staal- en aluminiumuitvoer naar de Verenigde Staten limiteert op 90 proceny van de export in 2017 in ruil voor volledige vrijwaring van aanvullende tarieven, gecombineerd met afspraken over de invoer van Amerikaans gas en industriële producten.
Europa zou hier onder druk van Duitsland toe bereid zijn om te voorkomen dat de VS spoedig met heffingen op auto’s en vrachtwagens komt, stelt Bert Colijn van ING. Die stap zou weer een reactie zijn op de tegenmaatregelen die de EU inmiddels heeft klaargezet als vergelding voor de staal- en aluminiumheffingen.
Rol voor douane
Aangezien niet Europa, maar Europese bedrijven producten exporteren, is het de vraag hoe Brussel de informele deal handen en voeten geeft. Volgens Colijn kunnen er quota worden vastgesteld voor de douane. Als de quota bereikt zijn, krijgen exporteurs te horen dat ze hun producten weer mee naar huis mogen nemen.
Deze vrijwillige beperkingen zijn overigens in strijd met de regels van de Wereldhandelsorganisatie WTO. Voor Europa is dit een zwaar punt, omdat het heel graag het internationale op regels gebaseerde handelssysteem intact houdt. Eerder al hebben onder meer Zuid-Korea en Brazilië zichzelf vrijwillig beperkingen opgelegd om gevrijwaard te blijven van Amerikaanse heffingen.
Grote schade
Vorige week becijferde Gabriel Felbermayr, directeur internationale economie van het Ifo-instituut uit München, dat de handelsbarrières die Trump van plan is op te werpen - op staal, aluminium, auto’s en trucks - de 28 EU-landen meer dan 9 miljard euro zullen kosten. Duitsland krijgt in absolute termen de grootste tik van de autosancties, namelijk een ruime 5 miljard euro.
Die dreiging kan Europa niet over zijn kant laten gaan, vindt econoom Felbermayr. ‘Als Trump het conflict denkt te escaleren, moet Europa niet met betekenisloze symbolische heffingen op sinaasappelsap en whisky reageren. Ze moet de Amerikanen in hun portemonnee raken, bijvoorbeeld via een belasting op internetdiensten. Alleen dan kan een heuse handelsoorlog misschien worden voorkomen.’
Japan en China
In Japan stelde premier Shinzo Abe woensdag dat de tarieven die de VS al opgelegd hebben op Japanse staal- en aluminiumuitvoer en mogelijk ook op auto’s ‘onacceptabel’ zijn - volgens Felbermayr kosten die Japan 4,4 miljard dollar. ‘Vanuit een veiligheidsperspectief is het erg moeilijk te begrijpen waarom de VS deze maatregelen heeft genomen tegen Japan, een militaire bondgenoot’, antwoordde Abe op een vraag van een Japans parlementslid.
Ondertussen lijkt het staakt-het-vuren in het handelsconflict tussen de VS en China alweer van korte duur geweest te zijn. Aan de vooravond van een bezoek van handelsminister Ross aan Peking ligt nadrukkelijk een pakket aan heffingen op 50 miljard dollar aan Chinese producten op tafel. Eerdere voorlopige afspraken tussen de VS en China, waarbij Peking toezegde de invoer uit de VS substantieel te verhogen, zijn kennelijk niet zoveel waard.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 31 mei 2018.