Door zaken handig te regelen, kun je veel geld besparen. Ontmoet in dit feuilleton de familie Pietersen en leer van wat zij tegenkomt. Deze keer vraagt moeder Marja zich af of zij het geld dat zij in een bv belegt niet beter kan overhevelen naar een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Dat scheelt een hoop belasting.
‘Uche, uche, uche’, kucht, Marja Pieterse.
‘Gaat het mam?’, vraagt Max bezorgd.
‘Ja, ja, ja, ik ben gewoon een beetje verkouden’, zegt ze - wat geërgerd.
Max is bezorgd. Zijn moeder is nog maar een paar jaar gestopt met roken. Daarvoor stak ze jarenlang de ene sigaret met de andere aan. Ze is nu zestig. Haar vader, ook een verstokte roker, kreeg nog voor zijn zeventigste longkanker.
Max en Marja zijn op weg naar de bank. Ze hebben afgesproken met Fred Scheinemacher, de beleggingsadviseur van Marja’s onlangs overleden man Bart. Een paar maanden geleden heeft Fred hen geholpen met het kiezen van de door Bart nagelaten effectenrekening. Daarbij wees hij op een paar zaken die vooral Max aardig wat geld kunnen besparen.
Beleggen in een bv
Eenmaal weer thuis was Marja zich gaan afvragen of ze er eigenlijk wel goed aan deed het geld dat zij eerder van haar vader heeft geërfd binnen een bv te beleggen, zoals ze nu doet.
De buurman raadde haar aan het geld in een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) onder te brengen. Dan hoef je namelijk geen vennootschapsbelasting meer te betalen over het rendement.
Marja’s vader had een aardig fortuin vergaard met het dealerschap van Japanse auto’s. Marja erfde dit in 2002. De VBI bestond toen nog niet.
Wie toen minder vennootsschapsbelasting wilde betalen, moest zijn bv naar het buitenland verplaatsten en het beheer in handen geven van een trustkantoor. Maar Marja voelde er niks voor een bv op een of ander tropisch eiland te hebben.
Tussen 2008 en 2013 hoefde Marja nauwelijks vennootschapsbelasting te betalen. Net als zovelen behaalde ze in 2008 een flink negatief beleggingsresultaat. De winsten in de jaren die volgden, konden worden verrekend met dit verlies.
Pijn
Maar vanaf 2013 betaalt Marja weer belasting over haar beleggingsresultaten en dat doet toch wel pijn.
De receptioniste heet ze hartelijk welkom. ‘Goedemorgen, heeft u het kunnen vinden?’
Ze gaat Max en Marja voor naar een spreekkamer. ‘De heer Scheinemacher komt er zo aan.’
Even laten komt de adviseur met vooruitgestoken hand de spreekkamer binnen. ‘Een hele goede morgen Marja, Max. Hoe is het nu?’, vraagt hij als hij Max op de schouder slaat.
Hij knikt als ze niet meteen antwoord geven. ‘Ja’, verzucht hij. ‘Het was ook zo’n goeie vent.’
Scheinemacher loopt naar de koffieautomaat die in een kast vol ordners staat. ‘Koffie?’
‘Ja, lekker’, zegt Marja tussen het hoesten door.
‘Graag’, zegt Max. Het tweetal zet zich aan de mahoniehouten tafel.
‘Als ik het goed begrijp, wil je weten of je er goed aan doet binnen je bv te blijven beleggen?’
Marja knikt.
‘Even kijken. In jouw geval gaat het om 2 miljoen euro. Nou, in principe zijn er drie mogelijkheden. Beleggen binnen een bv, beleggen binnen een VBI en beleggen in privé: in box 3.
Vennootschapsbelasting
Kort gezegd is een nadeel van beleggen in een bv dat je 20 of 25 procent vennootschapsbelasting betaalt over het behaalde rendement. Dat is vervelender naarmate het rendement hoger is.
Tot nu toe kennen we een goed beursjaar. Dus dat kan in de papieren lopen. Al weet je het natuurlijk nooit. Komt er een Grexit, dan kan het klimaat zomaar helemaal omslaan.’
Hij neemt een slok koffie en zegt: ‘Ook geldt dat een bv een jaarrekening moet opmaken en stukken moet deponeren bij de Kamer van Koophandel. Het grote voordeel van een VBI’, zo vervolgt de adviseur, ‘is dat deze vrijgesteld is van vennootschapsbelasting. Hier staan echter wel een paar voorwaarden tegenover.
VBI
Een VBI moet minimaal twee aandeelhouders hebben en de tweede aandeelhouder moet minimaal 10 procent van de aandelen hebben. Die tweede aandeelhouder moet die stukken daadwerkelijk met eigen geld kopen. Stel dat in jullie geval, jij Max, de tweede aandeelhouder wordt, dan zou jij je voor iets meer dan twee ton moeten inkopen.’
Max: ‘Maar waar haal ik twee ton vandaan? Kan ik het geld dat ik van pa geërfd heb daarvoor gebruiken?’
Scheinemacher: ‘Nee, er was sprake van een zogenoemd vruchtgebruiktestament met blooteigendom. Dat betekent dat jij het geld wel in het vooruitzicht gesteld hebt gekregen, maar dat je moeder het tot haar dood mag gebruiken. Feitelijk heb je het dus nog niet in bezit. Maar in de praktijk wordt het geld dat de tweede eigenaar moet inleggen vaak door ouders aan hun kinderen geschonken.’
Marja: ‘Oh. Ja ja, uche, uche’.
Geen leningen verstrekken
Scheinemacher: ‘Om het verhaal af te maken mag een VBI anders dan een bv geen leningen verstrekken. Je kunt in privé dus geen hypotheek nemen bij je VBI, bij een bv kan dat wel.’
Marja peinzend: ‘Misschien wil ik Max nog wel een keer een hypotheek geven, of mijn kleindochter…’
Scheinemacher: ‘De laatste optie is alles naar privé te halen. De meeste mensen willen dit niet omdat je dan meteen de volledige aanmerkelijk belangheffing van 25 procent moet aftikken. Over 2 miljoen euro is dat het lieve sommetje van 500.000 euro. Maar vervolgens kun je wel doen wat je wil, hoef je geen jaarstukken te deponeren en betaal je enkel de vermogensrendementsheffing van 1,2%.’
Marja: ‘Moet ik dan in een keer 500.000 euro belasting betalen? Allemachtig!’
Toch een keer belasting betalen
Scheinemacher: ‘Ja, dat is minder. Maar je moet alleen niet vergeten dat het geld toch een keer naar privé moet, bij overlijden als het geld vererfd wordt. Je moet toch een keer betalen.’
De adviseur draait zijn computerscherm en laat een staatje zien waarbij hij uitgaat van 5 procent rendement per jaar. ‘Laat je die 2 miljoen tien jaar in de bv zitten, en haal je het dan naar privé, dan blijft daar na de aanmerkelijk belangheffing 2.224.904 euro van over.
Haal je het nu naar privé en beleg je het nog tien jaar dan heb je straks: 2.184.624 euro. Hevel je het nu over naar een VBI en haal je het over tien jaar naar privé dan heb je dan 2.404.996 euro.’
Marja: ‘Goh, dan is een VBI toch aantrekkelijker. Max, we moeten met mijn fiscalist overleggen over de mogelijkheden om er eentje op te richten.’
Dit artikel is tot stand gekomen met hulp van Hanneke Kroonenberg, structureerder bij Van Lanschot Bankiers. De vorige aflevering van dit feuilleton, over vererving, stond in het magazine van mei.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van 17 juni.