Door zaken handig te regelen, kun je veel geld besparen. Ontmoet in dit feuilleton de familie Pietersen en leer van wat zij tegenkomt.
‘Emma, kijk uit, paaltje!’
Het meisje wijkt net op tijd uit.
Max slaakt een zucht van verlichting. Dat ging net goed. Zo’n huurfiets is toch net weer even anders dan het roze fietsje dat ze thuis heeft.
‘Goed voor je blijven kijken hoor’, zegt Max, ‘en langs de kant blijven fietsen, de paadjes zijn hier smal en er komen ook mensen van de andere kant.’
Max, Lieve en Emma zijn een weekje op Terschelling. Ze hebben een huisje gehuurd met fietsen erbij, in eerste instantie voor een week, maar ze besloten al snel nog een week te blijven.
‘Wat is het hier toch heerlijk’, zegt Lieve. Haar haren wapperen in de wind. ‘Zouden we hier geen huisje kunnen kopen?’
‘Tja, ik geloof dat dat er nu niet meer in zit, nu mijn moeder haar geld wil onderbrengen in een vrijgestelde beleggingsinstelling’, zegt Max.
‘In een wat?’ vraagt Lieve.
Haken en ogen aan vbi
‘Ik ben toch laatst met haar naar de beleggingsadviseur van mijn vader geweest? Ze belegt nu binnen een bv, maar had gehoord dat ze geen vennootschapsbelasting meer hoeft te betalen over het behaalde rendement als ze de boel om zou bouwen tot een vbi. Dat scheelt een hoop geld. Maar er zitten wel wat haken en ogen aan. Eentje is dat een vbi geen leningen en dus geen hypotheken mag verstrekken.’
‘Oh wat jammer!’ zegt Lieve, al een beetje verveeld. ‘Ze had ons toch gezegd dat ze ons geld wilde lenen voor een huisje, tenminste als we er een weten te vinden. Is daar geen mouw meer aan te passen?’
‘Geen idee. We gaan binnenkort naar haar fiscalist. Ik zal het hem dan vragen.’
‘Goedemiddag, welkom bij Meijers Belastingadvies’, zegt een jonge vrouw in mantelpak. Ze komt vanachter een vaas met bloemen vandaan die op de balie van de receptie staat.
‘De heer Meijers komt eraan. U kunt alvast plaatsnemen in de spreekkamer.’
Marja en Max lopen achter haar aan. Ze worden de achterste kamer binnengeleid. Strakke inrichting: langwerpige zwarte tafel met groene designstoelen. Op de tafel staan thee en koffie klaar in zilverkleurige kannetjes. Citroen en munt in de karaf met water.
‘Goedemiddag!’ zegt Meijers als hij de kamer binnenstapt. ‘Alles goed met je?’
Marja legt uit dat ze met haar beleggingsadviseur heeft gesproken over het omzetten van haar bv naar een vrijgestelde beleggingsinstelling. Ze zegt dat haar dit in principe een goed idee leek omdat het haar veel vennootschapsbelasting scheelt, maar dat ze toch wel moeite heeft met de voorwaarden die aan een vbi gesteld worden.
Zo moet er een tweede aandeelhouder zijn, die zich ook daadwerkelijk moet inkopen en daarbij komt dat een vbi geen leningen mag verstrekken.
‘Ik kan dan dus geen hypotheek meer verstrekken aan de kinderen. Dat vind ik toch wel heel jammer. De vraag is dus, uche uche uche, zijn er geen manieren om wel binnen de bv te blijven beleggen, maar wel wat te doen aan eh zeg maar: de belastingdruk?’
Meijers: ‘Even kijken, het gaat om een bv met 2 miljoen euro belegd vermogen? Je behaalde vorig jaar een rendement van 10 procent. Daarover moest je 20 procent vennootschapsbelasting betalen. In jouw geval dus 200.000 euro.
Jersey of Guernsey?
Een alternatief is nog altijd om de bv naar een belastingvriendelijk buitenland te verplaatsen en de zeggenschap bij een trustkantoor onder te brengen.’
Marja: ‘Nee, absoluut niet. Mijn bv gaat niet naar Jersey of Guernsey. Ik houd het graag wat dichter bij huis.’
‘Oké. Een andere optie is gebruik te maken van de deelnemingsvrijstelling. Dan betaal je ook geen vennootschapsbelasting over het rendement.’
‘De deelnemingsvrijstelling, wat is dat?’ vraag Marja.
‘Ja, wie belegt in minimaal 5 procent van het nominale aandelenkapitaal van een onderneming komt in aanmerking voor deze vrijstelling. Dat houdt in dat je geen vennootschapsbelasting betaalt over je rendement en ook geen dividendbelasting over uitgekeerde dividenden.
Deze regeling is bedoeld om dubbele belastingheffing te voorkomen. Het idee is dat als de winst al een keer bij de dochteronderneming is belast, dit niet nog eens bij de moedermaatschappij hoeft te gebeuren.
Je kunt dit bewerkstelligen door direct een 5-procents belang in een bv te nemen. Dat kan in een beursgenoteerd bedrijf of gewoon in laten we zeggen de slager op de hoek, er even van uitgaande dat dat een bv is. Een aantal pensioenfondsen en verzekeraars belegt om deze reden in 5 procents belangen.’
Max: ‘Maar aan wat voor bedrijven moet je hierbij dan denken?’
‘Over het algemeen kom je hierbij uit bij mkb-bedrijven. 5 procent van Shell kopen, zit er niet in’, zegt Meijers met een knipoog.
‘Maar ook als je in kleinere bedrijven belegt, moet je vrij veel geld meenemen als je op deze manier een redelijk tot goed gespreide portefeuille wil opbouwen. Maar ook daar is iets op bedacht.
Wie niet genoeg geld heeft om op deze manier zo’n portefeuille op te bouwen kan in plaats van een 5 procentsbelang in een bv een 5 procentsbelang in een speciaal type beleggingsfonds kopen, een open fonds voor gemene rekening, dat een 5 procentsbelang heeft in de onderliggende bv’s.
Hierdoor kan je met een lager bedrag ook gebruikmaken van de deelnemingsvrijstelling. Boven een aantal van dit soort fondsen zijn kleinere andere fondsen gehangen die een belang van 5 procent in die fondsen hebben en soms hangen daarboven weer kleinere fondsen waarin je ook een belang kunt nemen.
Stapelaars
In dat geval heb je een steeds lager bedrag nodig om gebruik te maken van de deelnemingsvrijstelling. Deze oplossing wordt “stapelaars” genoemd, omdat er fondsen boven elkaar zijn gezet.’
Marja: ‘Oké, aan wat voor bedragen moet ik dan denken?’
‘Aan bedragen vanaf 500.000 euro.’
‘Maar is het wel verstandig om nu alles in kleine tot middelgrote bedrijven te beleggen?’
‘Nee, nee, nee, zeker niet. Wat in jouw geval verstandig is, moet je met je beleggingsadviseur bespreken. Maar zeker is inderdaad dat beleggen in kleinere bedrijven over het algemeen riskanter is dan beleggen in grotere bedrijven.
Ze gaan over het algemeen harder omhoog als de beurs stijgt, maar ook weer harder naar beneden als de beurs daalt. Daarnaast moet je nadenken over het feit dat je bij het beleggen in stapelaars ook te maken krijgt met het feit dat je de belegging niet op elk gewenst moment kan verkopen. Er kan over het algemeen pas verkocht worden, als er een nieuwe koper is.’
Dit artikel is tot stand gekomen met hulp van Hanneke Kroonenberg, structureerder bij Van Lanschot en Joop Witteveen, fondsbeheerder bij Kempen Capital Management.
Bovenstaand artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine Zelfbewust China dat op 16 september is verschenen.