Door zaken handig te regelen, kun je veel geld besparen. Ontmoet in dit verhaal de familie Pietersen en leer van wat die tegenkomt.
‘Stond ik daar dus laatst met de Oranjevereniging voor Paleis Noordeinde te wachten tot de Gouden Koets de hoek om zou draaien en Willem-Alexander en Máxima het terrein zouden oprijden om vervolgens naar binnen te gaan voor de balkonscène, stoot Bep me aan en zegt: “Meis, dat jij hier nog zo vrolijk staat.”
Ik zeg: “Hoezo?” Ze zegt: “Nou, ze gaan de vermogensrendementsheffing toch veranderen? De rijkere moet meer gaan betalen. En nou, toen dacht ik bij me eigen: dat zal onze Marja wel raken. Die zal er dus wel de schurft in hebben en niet komen dit jaar.”
Ik wuifde dat natuurlijk weg en zei dat ik hele goede mensen heb die dingen voor me regelen, maar ondertussen vraag ik me nu dus eigenlijk wel af hoe het zit. Mijn beleggingsadviseur raadde me aan hiervoor een afspraak met jou te maken. Hij zei: “Daar kan onze financieel planner je alles over vertellen.”“
‘Dat klopt’, zegt Suzanne Verhoek met een glimlach. ‘Gaat u zitten.’
Lage rente op sparen
‘Wat er aan de hand is, is dat er bij de heffing van belasting op vermogenswinst altijd voor het gemak werd uitgegaan van een rendement op dit vermogen van 4 procent. Lange tijd was dat prima, maar sinds de rente op spaarrekeningen zo ontzettend laag staat - je moet tegenwoordig blij zijn als je 1 procent krijgt - voelt dit niet meer helemaal rechtvaardig.
De overheid heeft hier iets aan willen doen door op Prinsjesdag voor te stellen om vanaf 1 januari 2017 drie schijven in te voeren die elk een ander fictief rendement kennen. De gedachte hierachter is dat mensen met meer vermogen meer beleggen en dus waarschijnlijk een hoger rendement zullen maken.’
‘Maar voor welk deel van mijn vermogen geldt dit dan en hoeveel moet ik dan gaan betalen?’
‘Even kijken. U heeft 2 miljoen euro belegd in een bv. Daarvoor geldt het niet. Daarover betaalt u vennootschapsbelasting en als u het weer via een dividenduitkering naar privé haalt, aanmerkelijkbelangheffing. Ik zie alleen dat u ook het vruchtgebruik hebt over een effectenrekening van 1 miljoen euro.’
‘Ja inderdaad, dat heeft mijn man nagelaten aan mijn zoon, maar tot mijn dood mag ik het nog gebruiken, zeg maar.’
‘Ja, precies. Nou, hoewel het dus eigenlijk uw geld niet is, moet u er als vruchtgebruiker wel de volledige vermogensrendementsheffing over betalen. Dat mag overigens van deze rekening. En dan heeft u ook zelf nog een spaarrekening met 400.000 euro erop. Ook hierover betaalt u vermogensrendementsheffing. In uw geval gaat het in totaal dus om 1,4 miljoen euro.
In plaats van 30 procent over een fictief rendement van 4 procent komen er als gezegd drie schijven.
Voor het gedeelte van 25.000 euro tot en met 100.000 euro wordt uitgegaan van een rendement van 2,9 procent, voor dat meer dan 100.000 euro tot en met 1 miljoen euro van 4,7 procent, en voor alles meer dan 1 miljoen euro wordt uitgegaan van een rendement van 5,5 procent. Globaal komt dit bij u over het totaal neer op zo’n 4,8 procent.’
‘Hm, ja ja. En kunnen we daar nog wat aan doen?’
‘Ja, dat kan, een manier is bijvoorbeeld bovenstaand bedrag omlaag te brengen door uw hypotheek af te lossen. Ik zie dat u nog een hypotheek heeft van 400.000 euro. Dat zou u geheel of gedeeltelijk kunnen aflossen.
Wat verstandig is, hangt af van de mogelijke boeterente die u moet betalen bij vervroegd afbetalen. Meestal is het mogelijk boetevrij af te lossen in het jaar dat de rentevrijeperiode afloopt. Dat is in uw geval volgend jaar. Dit is dus een optie.’
Schenken
‘Een andere mogelijkheid om het zogenoemde box 3-vermogen te verlagen, is door te schenken, aan uw zoon bijvoorbeeld. In 2017 komt er weer een mogelijkheid maximaal 100.000 euro belastingvrij te schenken aan personen tussen de 18 en 40 jaar. Dit geld moet gebruikt worden voor de aflossing van de hypotheek, de aankoop van een nieuwe woning of een verbouwing.
In uw geval is uw zoon boven de veertig, maar mag het toch nog omdat zijn vrouw jonger is dan veertig. Eerdere grote belastingvrije schenkingen moeten wel van het maximum van 100.000 euro worden afgetrokken.’
‘Ja, dat is een goed idee. Ze willen graag een vakantiehuisje kopen op Texel!’
‘Maar voor de aankoop van een tweede woning mag het geld dan juist weer niet gebruikt worden.’
‘Oh, dat is jammer.’
‘Een derde optie is het geld in uw bv te storten. In plaats van met een heffing van 30 procent over een fictief rendement, krijgt u dan te maken met een heffing van 20 procent over het werkelijk behaalde rendement, maar ook met een aanmerkelijkbelangheffing van 25 procent als u het geld weer naar privé haalt. Of dit gunstiger is, valt te bezien.’
‘Stel dat u verwacht 4 procent rendement te maken over uw 1,4 miljoen euro, dan betaalt u in de bv 11.200 euro vpb. Vervolgens betaalt u als u de resterende 44.800 euro naar privé haalt 11.200 aanmerkelijkbelangheffing. Dus u houdt 33.600 euro over. In box 3 zou u met de nieuwe schijven 36.057 euro overhouden.’
‘Grosso modo kun je zeggen dat bij een lager verwacht rendement de bv een aantrekkelijkere optie is en dat bij een hoger rendement box 3 voordeliger is.
Wilt u de belastingdruk verlagen, dan kunt u zoals u weet overwegen de bv om te zetten in een vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi). Aan een vbi worden echter nogal wat voorwaarden gesteld. Zo moet er een tweede aandeelhouder zijn, die zich daadwerkelijk heeft ingekocht, en mag een vbi geen leningen verstrekken.’
‘Ja, ja, oké. Ik ga erover nadenken.’
Dit vierde artikel in de serie vermogensregie is tot stand gekomen met hulp van Hanneke Kroonenberg, structureerder bij Van Lanschot Bankiers. Het artikel is gebaseerd op de stand van zaken op 1 oktober. Op dat moment was het voorstel tot aanpassing van de vermogensrendementsheffing nog niet door het parlement. Er kunnen dus nog zaken veranderen.