Door zaken handig te regelen, kun je veel geld besparen. Ontmoet in dit verhaal de familie Pietersen en leer van wat die tegenkomt.
‘Uche uche uche’, kucht Marja, als ze op een bankje gaat zitten. Het lukt haar steeds slechter Molly uit te laten. Molly is haar mopshond. Vroeger liepen ze samen hele stukken, maar met de jaren zijn de dagelijkse ommetjes steeds kleiner geworden.
Een paar jaar geleden is bij Marja een longziekte vastgesteld, waardoor ze steeds kortademiger wordt. Ze kan zich nog wel redden, maar kan niet ontkennen dat haar actieradius steeds kleiner wordt. Ook het huishouden valt haar steeds zwaarder.
Wat als ik het straks niet meer kan in mijn eentje, denkt ze bij zichzelf. Misschien kan ik dan eerst nog thuiszorg krijgen, maar uiteindelijk moet ik misschien wel naar een verzorgingshuis. Net als Mien.
Zij zei trouwens laatst dat als je vermogen hebt, je daarvoor een stevige eigen bijdrage moet betalen. Straks meteen maar even een afspraak maken met mijn financieel planner, denkt ze, als ze moeizaam weer opstaat en het laatste stukje naar huis schuifelt.
Alles weggeven?
‘Dag mevrouw Pietersen. Hoe is het met u?’, zegt Suzanne Verhoek als ze de spreekkamer binnenkomt. Verhoek is een frisse verschijning. Ze heeft een mooie zijden blouse aan, zwarte kokerrok en hoge hakken. Haar haar zit strak naar achteren.
‘Dag Suzanne, ach, ik mag niet klagen.’
‘U wilde mij spreken over de eigen bijdrage voor opname in een verzorgingshuis?’
‘Ja, uche, uche, inderdaad. Ik begreep dat die als je vermogen hebt, flink in de papieren kan lopen en vroeg me af of ik dan beter toch nu vast alles aan mijn zoon kan geven?’
‘Nou, ik betwijfel of dat nodig is in uw geval. De kosten voor opname in een verzorgingshuis worden vergoed vanuit de Wet langdurige zorg, voorheen de AWBZ. Maar er is inderdaad een eigen bijdrage. Hoe hoog die is hangt grofweg af van de indicatie, oftewel voor hoeveel en welke zorg u in aanmerking komt, uw inkomen en uw vermogen.
Vervolgens zijn er twee soorten eigen bijdragen: de hoge en de lage. De lage is maximaal 832,60 euro per maand en de hoge is maximaal 2.284,60 euro per maand.’
‘Nou doe mij de lage dan maar.’
‘Haha, nou, helaas gaat dat zomaar niet. De lage is voor mensen die worden opgenomen in een instelling maar ook nog andere huisvestingkosten hebben, bijvoorbeeld omdat ze maar tijdelijk zijn opgenomen of omdat ze thuiswonende kinderen of een partner hebben die nog thuis woont, waardoor de hypotheek daar gewoon doorloopt. Heb je dat niet, dan geldt de hoge.’
‘Hmm. Hoe hoog zou die hoge dan zijn voor mij?’
‘Even kijken, om precies te zijn wordt voor het bepalen van de eigen bijdrage naar het zogenoemde verzamelinkomen gekeken. Dat houdt in dat er niet alleen naar het inkomen of pensioen wordt gekeken, maar ook naar de hypotheekrenteaftrek en dat ook dividenden of andere inkomsten in box 2 moeten worden meegenomen, net als het forfaitaire rendement in box 3. Vervolgens moet dit inkomen verhoogd worden met 8 procent van het box 3-vermogen.
Verzamelinkomen
U heeft een nabestaandenpensioen van 60.000 euro bruto per jaar, plus een eigen huis met een hypotheek van 400.000 euro. Ook heeft u een bv, maar die keert geen dividend uit (box 2), dus die blijft buiten beschouwing. Wel heeft u daarnaast nog 400.000 euro spaargeld in box 3 en de effectenrekening van 1 miljoen euro die uw overleden man aan uw zoon heeft nagelaten, maar waarover u alleen het vruchtgebruik hebt gekregen.
In de berekening wordt ervan uitgegaan dat u op box 3-vermogen 4 procent rendement maakt. En dan wordt het inkomen dus nog verhoogd met 8 procent van uw totale box 3-vermogen, in uw geval 1,4 miljoen euro. 8 procent daarvan is 112.000 euro.’
‘Oh jaja, dan is vermogen in box 3 aanhouden dus inderdaad niet zo gunstig?’
‘Nou, dat hangt van de hoogte van het inkomen af. In uw geval zit u alleen al met uw nabestaandenpensioen bijna aan de maximale eigen bijdrage en dan heeft u nog niet eens AOW. Als die er straks bij komt, zit u alleen op basis van uw inkomen al aan het maximum. Het maakt in uw geval voor uw eigen bijdrage dus niet veel uit of u uw box 3-vermogen omlaag brengt of niet.’
‘Nou mooi is dat. Maar het goede nieuws is dus dat ik mijn vermogen niet al hoef weg te geven?’
Hypotheek aflossen
‘Ja, dat klopt. Was uw nabestaandenpensioen lager geweest dan had u erover kunnen denken uw box 3-vermogen omlaag te brengen door bijvoorbeeld met uw spaargeld uw hypotheek af te lossen. Maar ja, als u langdurig wordt opgenomen in een verzorgingshuis zal uw huis waarschijnlijk na enige tijd verkocht worden en dan komt de opbrengst alsnog in box 3 terecht.’
‘Oh ja.’
‘Bij een lager inkomen had u ook kunnen overwegen vermogen in box 3 over te hevelen naar box 2 door het bijvoorbeeld in een bv in te brengen. De effectenrekening van uw overleden man, waarover u het vruchtgebruik heeft, maar waarvan uw zoon de blooteigenaar is, valt ook bij u in box 3.
In de praktijk zien wij regelmatig dat mensen met een vruchtgebruiktestament daarin opnemen dat het vruchtgebruik komt te vervallen als de langstlevende partner in een verzorgingshuis wordt opgenomen. Voor degene die naar zo’n instelling gaat, telt dit vermogen dan niet meer mee voor het bepalen van de eigen bijdrage.
Het is in zo’n geval wel zaak om een verzoek in te dienen om bij de berekening van de eigen bijdrage naar de huidige stand van het vermogen te kijken. Standaard wordt hierbij namelijk naar de situatie van twee jaar geleden gekeken.’
‘Oh ja, nou, goed dat ik weet waar ik aan toe ben dan. Bedankt hoor.’
‘Graag gedaan. Heeft u verder nog vragen?’
‘Nee, nee, eigenlijk niet, uch uche. Nou dan ga ik maar weer. Tot ziens hoor.’
‘Tot ziens, mevrouw Pietersen.’
Dit was het laatste artikel in deze serie. De serie is tot stand gekomen met hulp van Hanneke Kroonenberg, structureerder bij Van Lanschot Bankiers.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van 25 november.