‘Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen lopen echt voorop als het gaat om de inbedding van duurzaamheid in hun investeringsbeslissingen. Engagement heeft zich bewezen als een heel belangrijk instrument. Op Europees niveau zijn we later begonnen.’
Dit zei europarlementariër Paul Tang (PvdA) dinsdagmiddag tijdens het financiële verkiezingsdebat.
Op uitnodiging van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), het Verbond van Verzekeraars en brancheverenigingen Adfiz en Dufas namen zeven europarlementariërs deel aan dit debat. Aan de hand van een serie stellingen leidde politiek commentator Charles Groenhuijsen de discussie. De centrale thema’s waren hierbij innovatie en duurzaamheid. Brede thema’s, die in de praktijk voor sommige europarlementariërs soms moeilijk door te vertalen waren naar de financiële sector.
De stelling ‘Europese regels werken belemmerend voor innovatie in de financiële sector’ is volgens Caroline Nagtegaal (VVD) kort door de bocht, maar ze pleit wel degelijk voor minder regelgeving. Een goed voorbeeld volgens haar is de mogelijkheid om crowdfunding-projecten over de grens te financieren. Toch moeten we volgens Tang (PvdA) wel reëel zijn en beseffen dat we een ruime achterstand hebben op China en de VS als het gaat om innovatie. De oorzaak hiervoor ligt volgens hem in data. ‘Wij geven data uit handen waarmee we eigenlijk nieuwe producten moeten ontwikkelen. Hier liggen ook voor de financiële sector veel kansen’, aldus Tang.
Inhaalslag innovatie
Volgens Arnout Hoekstra (SP) geldt hierbij wel de voorwaarde dat de innovatie in dienst moet staan van het vergroten van het betaalgemak voor particulieren en dat de dataprivacy echt gewaarborgd moet zijn. Dat is nu niet het geval volgens Derk Jan Eppink (FvD): ‘Je hebt geen idee waar je data is. Het wordt naar hartelust verhandeld.’ Met PSD2, de nieuwe Europese richtlijn voor het betalingsverkeer van consumenten en bedrijven, is hier volgens Sophie in ‘t Veld (D66) een enorme stap in gemaakt. En in die Europese regelgeving ligt volgens haar ook het antwoord.
‘Het moet voorbij zijn met het taboe dat rust op het doorbreken van nationale barrières. Want het zijn niet de Europese, maar de nationale barrières die ervoor zorgen dat we niet voorop lopen’, bepleit In ‘t Veld.
Dit ligt anders als wordt gekeken naar de rol van de financiële sector in de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, waar het op nationaal niveau juist voortvarend gaat. Hoewel de financiële sector nu niet direct beschouwd wordt als de aanjager van duurzaamheid, speelt zij wel een belangrijke rol.
\Vanuit het publiek komt de mening naar voren dat ondernemers de echte aanjagers zijn, maar dat deze worden gefinancierd door de financiële sector. Vooral pensioenfondsen en venture capital zijn hier een goed voorbeeld van omdat het hier uiteindelijk draait om langetermijnrendement.
‘Minder denken als een belegger’
Dit pleit er volgens Tang (PVDA) ook voor om verder te kijken dan liquide beleggingen en om een andere mindset te hanteren: ‘Je moet nog meer denken als een investeerder en minder als een belegger.’ Hoekstra (SP) hamert er wel op dat er transparantie moet zijn over de investeringen en dat er aandacht is voor wat klanten willen.
Het rendement van duurzame investeringen is volgens Eppink (FvD) nu juist een wassen neus: ‘Het is een subsidie-kwestie waarvoor de gewone man uiteindelijk gaat betalen.’ Daar is Auke Zijlstra (PVV) het mee eens. Zodra de financiële sector zich gaat bemoeien met het bepalen van wat wel of niet duurzaam is, verliezen ze wat hem betreft de hoofdtaak uit het oog: ‘Groen is een politiek agendapunt. De financiële sector moet alleen kijken naar risico en rendement.’
Standaardisatie in de groene terminologie is echter wel hard nodig, benadrukt Iris van de Looij, directeur van Dufas, vanuit het publiek. ‘Bijvoorbeeld om greenwashing te voorkomen. In Nederland werken we hier heel hard aan, maar op Europees niveau loopt het veel minder vlot.’ Hoewel de discussie over de taxonomie onlangs werd beslecht in het nadeel van GroenLinks, komt Sabine Klok (GroenLinks) toch weer uit bij de, haar inziens noodzakelijke, bruine taxonomie. ‘Het groene universum is nu heel klein, je wilt meer inzicht en daar heb je ook een definitie nodig van wat niet duurzaam is’, legt Klok uit.
Doet de EU dan te weinig om de aandacht voor duurzaamheid in de sector te bevorderen? Als het aan Eppink (FvD) ligt absoluut niet: ‘De financiële sector moet er juist voor oppassen dat ze niet te ver meegaan. De klimaatreligie is slechts een modegril.’ Volgens Zijlstra (PVV) gaat het al veel te ver: ‘Banken die eerst gaan meekijken bij bedrijven of ze wel groen genoeg zijn, voordat ze investeren, dat is niet goed.’
‘Nederlandse sector loopt voorop’
In ‘t Veld (D66) ziet dit heel anders:‘Natuurlijk willen we als EU voorop lopen, want dat is goed voor onze burgers. En daarvoor heb je regels en normen nodig.’ Klok (GroenLinks) vult aan: ‘Groene investeringen zijn zinvol en belangrijk en dat zien institutionele en particuliere beleggers ook zo.’
Hoewel de EU nog geen voorloper is, maakt Tang (PvdA) een compliment aan de Nederlandse financiële sector: ‘Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen lopen echt voorop als het gaat om de inbedding van duurzaamheid in hun investeringsbeslissingen. Engagement heeft zich bewezen als een heel belangrijk instrument. Op Europees niveau zijn we later begonnen, maar het loopt nu wel echt. Het betreft nu bovendien een meer structurele aanpak en is niet meer ad hoc.’