Jan Tuerlinckx
Jan Tuerlinckx

De meerwaardebelasting staat voor de deur. Tijdens de Investment Day van Funds For Good waarschuwde fiscaal advocaat Jan Tuerlinckx voor de impact op grote familiale vermogens. We gingen met hem in gesprek.

Met ruim dertig jaar ervaring in fiscaal, vennootschaps- en financieel recht is Jan Tuerlinckx, stichtend partner van Tuerlinckx Tax Lawyers, een van de meest ervaren stemmen in het vak. Zijn kantoor specialiseert zich in de meest uitdagende dossiers, vaak rond nieuwe wetgeving en grensgevallen. Precies daarom volgt hij de nakende meerwaardebelasting op de voet.

De rode kleur van uw kantoor staat voor avontuur. Maar ze doet ook denken aan de partij die deze belasting heeft doorgeduwd. Hoe kijkt u naar de nakende introductie ervan?

Jan Tuerlinckx: ‘Ex-premier Paul-Henri Spaak zei ooit: “Als men een volbloedpaard vraagt en men krijgt een dromedaris, is het beter de dromedaris te nemen.” Hier lijkt het eerder op een draak. België kent al precedenten: de speculatietaks en de rijkentaks. Die leverden weinig op maar kostten de banken fortuinen om te implementeren. Nu dreigt hetzelfde scenario: complexe wetgeving met onduidelijke interactie tussen de nieuwe regels en de bestaande bepaling in artikel 90 uit het Wetboek Inkomstenbelastingen (WIB). Dat leidt onvermijdelijk tot discussies en rechtsonzekerheid.’

Waarom is dat artikel zo belangrijk?

‘Veel mensen zullen zich blindstaren op de nieuwe drempels en percentages – zoals de vrijstelling tot 10.000 euro voor kleine beleggers, het eerste miljoen dat belastingvrij blijft voor aandeelhouders met een belang van minstens 20 procent, en de aparte categorie van de interne meerwaarde – maar vergeten dat artikel 90 onverkort blijft gelden en dat een taxatie tegen 33 procent eveneens mogelijk blijft indien een verkoop kwalificeert als een verrichting van abnormaal beheer van het privévermogen. Dat artikel werkt onbeperkt terug in de tijd, zonder fotomoment, terwijl de nieuwe wetgeving dat wél kent. Dat verschil zal in de praktijk tot pijnlijke verrassingen leiden.’

Wat verwacht u van de implementatie van de meerwaardebelasting?

‘Een drama. Banken moeten de 10 procent belasting in principe inhouden, maar zij weten vaak niet wat de juiste aanschafwaarde van de activa is. Dat zullen ze op de volledige verkoopprijs inhouden, waarna belastingplichtigen pas jaren later hun geld terugkrijgen. Dat is voor de staatskas gunstig, maar organisatorisch een ramp. De opt-outregeling maakt het nog complexer: banken moeten dan toch alle data doorgeven aan de belastingadministratie. Financiële instellingen worden hier niet blij van.’

‘Bij de speculatietaks kostte het banken gemiddeld 6 miljoen euro om de systemen te programmeren. Uiteindelijk werd die taks weer afgeschaft. Banken vrezen terecht dat dit scenario zich herhaalt: hoge implementatiekosten, veel administratieve last, maar weinig opbrengst.’

Waar liggen de grootste knelpunten in de wetgeving?

‘Het begrippenkader is vaag. Neem de inbreng in een vennootschap: is dat een vrijgestelde transactie? Niet noodzakelijk. Vooral voor maatschappen, die cruciaal zijn in vermogensplanning, is dit onduidelijk. Als de regering beslist dat een inbreng in een maatschap een belastbare realisatie is, betekent dat een gamechanger voor bijna elke successiestructuur in België. De Raad van State heeft daar terecht voor gewaarschuwd.’

De speculatietaks werd snel afgeschaft. Is dat nu opnieuw mogelijk?

‘Ik vrees van niet. De speculatietaks had een eenvoudige ontsnappingsroute: gewoon langer dan zes maanden bijhouden. Nu is de heffing in principe onbeperkt in de tijd. De eerste jaren zal dat weinig opleveren, maar nadien loopt de belastingdruk gestaag op. Dat is net de bedoeling: de soep wordt langzaam warm gemaakt. Politiek is dit een trofee. Zelfs als de opbrengst beperkt blijft, zal men de maatregel niet zomaar loslaten.’

Wat betekent dit concreet voor familiale vermogens?

‘Als belasting wordt geheven op beweging, is stilzitten de kunst. Vermogensbeheer zal nog meer naar vennootschappen verschuiven, via DBI-structuren en vrijgestelde producten. De mensen die bezig zijn met vrijgestelde producten gaan toffe tijden tegemoet. (lacht)

Als belasting wordt geheven op beweging, is stilzitten de kunst

‘Maar de echte pijn zit in de familiale onderneming. Ondernemers hebben doorgaans veel vermogen maar weinig liquiditeit. Vandaag kunnen ze aandelen deels schenken aan hun kinderen en deels belastingvrij verkopen aan de familiale holding om hun pensioen veilig te stellen, terwijl ze zelf nog enig controlebehoud voorzien via die holding. Met de nieuwe wetgeving wordt dat een interne meerwaarde, belast aan 33 procent. Van zodra de ondernemer participeert in de overnemende holding, zal er sprake zijn van een interne meerwaarde. Een verkoop aan de eigen familie wordt zwaarder belast dan een verkoop aan een derde.’

‘Dan kom je tot de absurde vaststelling dat je je bedrijf beter aan een Chinees verkoopt – en dus 10 procent belasting – dan aan je kinderen. Dat druist in tegen de bedrijfseconomische logica en is puur waardevernietigend. En laat dat laatste nu net hetgeen zijn dat België niét nodig heeft.’

Met de nieuwe wetgeving verkoop je je familiebedrijf beter aan een Chinees dan aan je kinderen


Hoe moeten beheerders van familiale vermogens hun strategie aanpassen?

‘Hoe langer de looptijd van beleggingen, hoe minder realisaties en dus minder afroming. Het is dus zaak om zo lang mogelijk stil te blijven zitten. Fondsen zijn problematisch omdat een compartimentswitch een belastbaar feit wordt. Verzekeraars met tak 23-producten zullen daarvan profiteren: daar geldt geen belasting bij compartimentwijziging of bij overlijden. Daarnaast verwacht ik meer aandacht voor holdings en DBI-structuren.’

‘Tegelijk moeten beheerders bedachtzaam zijn op verborgen realisaties, zoals bij maatschappen of aanwasbedingen, waar de fiscus nieuwe interpretaties kan opleggen. En laat je niet te snel verleiden tot hoge waarderingen van ondernemingen. Een waarderingsverslag kan bij erf- of exitbelasting, of bij de invoering van een nieuwe vermogensbelasting, tegen je gebruikt worden. Het is dus verstandiger een realistische horizon te hanteren en niet blind mee te gaan in de markttrend om bedrijven kunstmatig hoog te waarderen.’

‘Ook bij successieplanning met aanwasbedingen heerst vandaag onzekerheid: wordt dit door de fiscus gezien als een realisatie of niet? Zolang daar geen duidelijkheid over bestaat, dreigt het risico dat planningen achteraf in vraag worden gesteld.’

Zal dit alles volgens u leiden tot kapitaalvlucht?

‘Voor sommigen is dit de druppel. Misschien vertrekken er maar enkelen, maar het signaal is duidelijk. Ondernemers die toch al twijfelden, krijgen er een incentive bij. Ik merk ook dat buitenlandse families die België als residentie overwogen, plots afhaken. Onze aantrekkelijkheid daalt zienderogen.’

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No