BEAMA-voorzitter Johan Lema pleit voor een gelijk speelveld voor de verschillende beleggingsvormen.
Johan Lema, voorzitter van de Belgische vereniging van vermogensbeheerders (BEAMA), blikt tevreden terug op de voorbije maanden. De Belgische fondsenindustrie heeft de storm van de coronacrisis tot dusver goed doorstaan. Ondanks de flinke sprongen van de financiële markten was er geen sprake van een grote uitvloei, vermogensbeheerders geraakten niet in operationele problemen en ook de liquiditeit van de Belgische fondsen kwam nooit in het gedrang. ‘Dat we uittredingen altijd hebben kunnen bijhouden, heeft er waarschijnlijk toe bijgedragen dat er nooit echt sprake is geweest van paniek onder fondsenbeleggers’, zegt Lema.
Welke boodschap wil u aan de nieuwe regering meegeven omtrent de beleggersfiscaliteit?
‘Het streven naar een rechtvaardige fiscaliteit is een maatschappelijk gegeven. Het is belangrijk om een goed evenwicht te hanteren: zo lijkt het niet logisch een beurstaks te behouden en bijkomend een financiële transactietaks in te voeren. Ook pleiten we voor een level playing field van de verschillende beleggingsvormen: het fiscale kader zou geen invloed mogen hebben op de keuze van het beleggingsproduct, bijvoorbeeld tussen een fonds of een verzekeringsproduct. En ik wil toch nog eens benadrukken dat fondsen een grote rol spelen in de pensioenvorming en dat een overheid via de fiscaliteit burgers kan aanmoedigen om te sparen voor hun pensioen, om hun welzijn op lange termijn en zo de levensvatbaarheid van onze sociale modellen te waarborgen.’
‘Naast rechtvaardigheid lijkt ook een eenvoudige administratieve verwerking een belangrijk principe. Los van de percentages en de bedragen kan men zich afvragen wat het nut is van het lijstje van bijdragen en taksen waar fondsen en hun beleggers aan onderhevig zijn en dat soms afhankelijk is van het soort fonds of zijn samenstelling. Kan het niet eenvoudiger?’
Loopt de fondsenindustrie wel voldoende voorop in de technologische vernieuwing die we nu doormaken? Waar ziet u nog ruimte voor verbetering?
‘Aan de distributiekant zal de cruciale vraag worden of fondsenhuizen kunnen inspelen op veranderend klantengedrag in de digitale wereld. De COVID-crisis was en is misschien een eerste oefening in meer digitale transacties, maar het valt moeilijk te voorspellen of ook de wereld van beleggen naar een amazon.com-model gaat, zonder menselijke schakels tussen klant en leverancier, dan wel of gespecialiseerde distributeurs of distributiekanalen hier een andere rol zullen spelen. Het lijkt wél duidelijk dat wie zich flexibel aanpast aan dat klantengedrag, de toekomst heeft. Wat dit concreet wordt, is vandaag nog onontgonnen gebied.’
En wat verwacht u van artificiële intelligentie?
‘Wij zijn nog maar begonnen met het gebruik van algoritmes, technieken van artificiële intelligentie en machine learning bij het beheren van portefeuilles. Wij verwachten dat dit gegeven uit de experimentfase zal geraken en zich razendsnel zal ontwikkelen in de komende jaren met toenemende beschikbaarheid van data, meer rekencapaciteit door cloud-toepassingen en meer capaciteit van zogenaamde data-scientists in de beheersteams.’
In hoeverre is het huidige distributiemodel – met fondsenhuizen die vooral rekenen op B2B-partners – aan herziening toe? Moeten fondsenhuizen niet veel meer investeren in de uitbouw van een eigen merk en de relatie met de eindklant?
‘Op het eerste zicht lijkt het dat fondsenhuizen er baat bij hebben met een eigen merk en zonder tussenschakels naar de eindklant te stappen, maar alles hangt af van de evolutie van het klantengedrag. De belangrijke kwestie wordt hoe de client journey van begin tot einde er zal uitzien. Eens daarover duidelijkheid is, kan een fondsenhuis zich positioneren in functie van zijn klant. Welke plaats zal de klant geven aan zijn beleggingen? Verwacht zij dat dit een financiële dienst is naast een aantal andere en waarvoor zij de voorkeur geeft aan een one-stop-shop? Is het een gespecialiseerde service waarvoor zij graag een omweg maakt? Wil zij snel bediend zijn en kunnen fondsenhuizen of -distributeurs haar de nodige tools aanreiken voor screening, advies of selectie? Allemaal vragen waarop wij in de komende jaren een antwoord zoeken. De positionering kan ook per fondsenhuis verschillen, zoals we ook vandaag reeds specialisatie zien optreden. Alleen zijn de specialisaties van vandaag niet noodzakelijk dezelfde als morgen en gaat de flexibiliteit dus hier opnieuw een rol spelen.’
Welke werkpunten ziet u nog voor de fondsenindustrie op het vlak van duurzaamheid?
‘Duurzaamheid is al lang geen hype meer en zal meer en meer maatschappelijke keuzes beïnvloeden. De fondsen kunnen, door geloofwaardige en goed onderbouwde oplossingen voor te stellen aan klanten, een grote rol spelen in het aanwenden van het enorme potentieel van duurzame financiering; op die manier kunnen zij ook bijdragen tot een meer duurzame financiering van de economie. Vandaar ook het belang van bijvoorbeeld de verdere ontwikkeling van het Towards Sustainability label.’
‘De focus ligt vandaag vooral op het groene aspect van duurzaamheid. Waar we als fondsenindustrie nog in kunnen groeien zijn de sociale en behoorlijk bestuur aspecten. Als belangrijke aandeelhouder in vele bedrijven kunnen we ook hier een positieve bijdrage leveren. Jammer genoeg worden we bij het uitrollen van de transitie naar een meer duurzame economie op vele vlakken nog geconfronteerd met een gebrek aan externe data vanwege bedrijven en overheden over hun eigen duurzaamheidsprofiel. Vanuit de fondsenindustrie pleiten we er actief voor dat dergelijke informatie op zeer korte termijn gestandaardiseerd en publiek kenbaar gemaakt wordt.’