Nederlandse flitshandelaren mogen hun personeel hoge bonussen blijven betalen. Deze handelshuizen zouden vanaf 2020 onder het strikte bonusplafond gaan vallen, maar als het aan minister van Financiën Wopke Hoekstra ligt, behouden de handelaren hun uitzonderingspositie.
De minister werkt aan een wetsvoorstel om partijen die voor eigen rekening handelen uit te zonderen van het bonusplafond, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens bronnen in de sector hebben meerdere handelaren in december, tijdens een bespreking op het ministerie van Financiën, gedreigd Nederland te verlaten als zij onder het bonusplafond zouden vallen. Dat heeft effect gehad. Hoekstra schrijft in zijn brief aan de Kamer dat ‘de kans op vertrek van een substantieel deel’ van de handelshuizen ‘reëel’ is.
Nederland behoort met boegbeelden als de Amsterdamse handelshuizen Flow Traders, IMC en Optiver tot de wereldtop op het gebied van high frequency trading, ook wel flitshandel genoemd. Deze bedrijven, die vaak gebruikmaken van wiskundige modellen of algoritmen, fungeren als een soort smeerolie voor de financiële markten. Zij verdienen hun geld met ‘market making’, het via zeer snelle beursverbindingen voortdurend kopen en verkopen van financiële instrumenten.
Afgelopen november kregen de dertien Nederlandse handelshuizen onverwacht van De Nederlandsche Bank (DNB) te horen dat zij vanaf eind maart aan strengere kapitaaleisen moeten voldoen. Daardoor zouden zij ook onder het voor banken en verzekeraars ontworpen bonusplafond komen te vallen, zodat zij hun personeel voortaan een maximale bonus van 20 procent van hun vaste salaris zouden mogen betalen.
Maar in zijn brief wijst minister Hoekstra op de ‘bijzondere karakteristieken’ van de sector, waardoor deze volgens de minister een uitzondering op de strikte bonusregels verdient. De partijen handelen voor eigen rekening en risico. Als ze failliet gaan, worden ze niet met belastinggeld gered. Verder zijn de bonussen die de handelshuizen hun personeel betalen ‘doorgaans volledig afhankelijk van de winst van de onderneming’. Handelaren hebben vaak een relatief laag vast salaris, maar krijgen hoge bonussen.
Zo verdiende een gemiddelde werknemer bij Flow Traders in 2016 277.000 euro, blijkt uit het jaarverslag. Daarvan was 30 procent vast salaris en 70 procent bonus. In het zwakkere jaar 2017 daalde het variabele deel van het salaris naar 44 procent. Als dit soort bedrijven onder het bonusplafond hun personeel een vergelijkbaar salaris had willen blijven betalen, had het vaste loon flink moeten stijgen.
‘Wij zijn hier uiteraard verheugd mee’, reageert Mark Spanbroek van brancheorganisatie Fia Epta. ‘Als je internationaal wil concurreren, en partijen wil aantrekken die vanwege de brexit op zoek zijn naar een nieuwe vestigingsplaats, dan moet je zorgen dat je competitief bent.’
Een woordvoerder van Flow Traders noemt de brief van Hoekstra bemoedigend. ‘Maar het is nog even afwachten tot het in een wetsvoorstel komt.’ Optiver en IMC wilden niet reageren.
De bonusregels liggen extra gevoelig vanwege de brexit. Meerdere buitenlandse handelshuizen hebben hun oog laten vallen op Amsterdam als nieuwe vestigingsplaats binnen de Europese Unie. Een strikt bonusplafond zou Nederland onaantrekkelijk maken. Dat erkent Hoekstra ook. Hij schrijft dat handelshuizen in bijvoorbeeld Frankrijk en Groot-Brittannië zijn uitgezonderd van het lokale bonusplafond.
Hoewel de handelshuizen officieel vanaf eind maart onder het bonusplafond vallen, zal de Autoriteit Financiële Markten pas in 2020 controleren of zij dat daadwerkelijk naleven. Ondertussen werkt de Europese Commissie aan nieuwe regelgeving voor de sector, die in datzelfde jaar van kracht moet worden. Volgens minister Hoekstra is een uitzondering op het bonusplafond voor de handelshuizen ‘in lijn’ met het Brusselse voorstel.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 20 februari 2018.