
Ongeveer duizend Vlamingen per maand kiezen ervoor om een schenking van roerende goederen, zoals geld, te laten registreren. Dat meldt de federatie van notarissen.
In de eerste jaarhelft registreerden de notarissen 6.108 roerende schenkingen, een toename met 25 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. ‘De groei is minstens deels een gevolg van een nieuwe regeling die sinds begin dit jaar geldt’, denkt de koepel Notaris.be.
Verdachte periode
Roerende goederen kunnen ook via een ongeregistreerde hand- of bankgift geschonken worden. Maar dat gebeurt alleen onbelast als de schenker nog een bepaalde periode na de gift in leven blijft. Anders moet de ontvanger toch nog erfbelasting betalen op de schenking. Die ‘verdachte periode’ is sinds 1 januari 2025 uitgebreid van drie naar vijf jaar en dat blijkt toch tot een gedragswijziging bij de schenkers te leiden.
De redenering van de fiscus: als de schenker van zo’n hand- of bankgift binnen de vijf jaar overlijdt, dan worden de geschonken goederen geacht nog tot het patrimonium van de overleden schenker te behoren. Die activa komen dan in de aangifte van de nalatenschap, met erfbelastingen tot gevolg.
Notaris Bart van Opstal, woordvoerder van Notaris.be: ‘Vroeger moest de schenker drie jaar in leven blijven, maar sinds begin dit jaar werd dit op initiatief van de Vlaamse Regering opgetrokken naar vijf jaar. Een roerende schenking registreren, is hierdoor extra interessant geworden.’
De notarissenkoepel wijst op nog andere voordelen naast de fiscale. ‘Je kan er meteen ook bepaalde voorwaarden aan koppelen waaraan hij of zij die de schenking ontvangt zich moet aan houden. De schenking kan achteraf ook niet meer betwist worden door andere personen.’
Te snel
Opmerkelijk: in sommige families wordt te snel overgegaan tot schenkingen naar de volgende generatie. Van Opstal: ‘Soms moeten we mensen zelfs wat afremmen. Te snel schenken zonder financiële buffer, is geen goed idee. Je moet er steeds voor zorgen dat je genoeg middelen overhoudt om later eventuele medische en verzorgingskosten te kunnen betalen.’