Olieboringen
Olie_grondstoffen.jpg

Juli 2019 was de warmste maand ooit op aarde. Verschillende landen op onze planeet werden geconfronteerd met recordtemperaturen. Een lange periode van droogte treft miljoenen mensen in Oost-Afrika, en in augustus 2019 verloor Groenland maar liefst 12,5 miljard ton ijs op één dag.

Een studie van literatuur door het IMF roept vragen op over het beleid om de klimaatverandering te milderen. Wat moet er gebeuren? De studie geeft aan dat hoewel begrotingstools de voorkeur genieten, zij moeten worden aangevuld met financiële beleidstools zoals financiële regelgeving, financiële governance, en een beleid dat gericht is op het verbeteren van financiële infrastructuur en markten, en door monetair beleid.

Financiële en monetaire beleidstools 

De inzet is hoog volgens het IMF. Er is immers een brede wetenschappelijke consensus dat het matigen van klimaatverandering gepaard moet gaan met de omslag naar een lagekoolstofeconomie. Het beperken van de opwarming van de aarde tot minder dan 2°C vereist een vermindering van 45 procent van de CO2-uitstoot tegen 2030. Netto moet er tegen 2050 een nuluitstoot zijn. Ondanks het Parijse Klimaatakkoord uit 2015 is de uitstoot van broeikasgassen nog steeds hoog en stijgend. Ook de koolstofprijs blijft bijzonder laag. 

Onvoldoende incentives

De studie van academische en beleidsstudies geeft aan dat er momenteel onvoldoende incentives bestaan om investeringen in groene private productiecapaciteit, infrastructuur en R&D aan te wakkeren. Deze ongewenste economische gevolgen staan de broodnodige decarbonisering van de wereldeconomie in de weg. Decarbonisering vereist immers een transformatie van de onderliggende structuren van financiële activa – een transformatie die volgens de studie wordt gehinderd door verschillende tekortkomingen in de marktwerking.

Ten eerste is het mogelijk dat financiële risico’s niet de klimaatrisico’s of de langetermijnvoordelen van de klimaatmatiging weerspiegelen. Heel wat beleggers hebben immers eerder een kortetermijnperspectief. Bovendien worden financiële risico’s vaak beoordeeld zonder rekening te houden met klimaatrisico’s, die vaak complex en onduidelijk zijn, en weinig historiek hebben om op terug te vallen.

Ten tweede gaapt er een brede kloof tussen de private winstgevendheid en de maatschappelijke waarde van lagekoolstofinvesteringen. Er is veel onduidelijkheid over hun vermogen om de uitstoot te verminderen, en over de toekomstige waarde van de vermeden uitstoot. Hierdoor zijn lagekoolstofinvesteringen, althans op korte termijn, onaantrekkelijk voor beleggers.

Tot slot geeft corporate governance eerder de voorkeur aan financiële prestaties op korte termijn, waardoor het financiële kortetermijndenken de bovenhand haalt. 

Beleidstools 

Er zijn verschillende beleidstools om klimaatverandering te temperen. We kunnen ze onderverdelen in twee categorieën: focus op klimaatrisico, en het bevorderen van klimaatfinanciering.

De eerste categorie wil ervoor zorgen dat individuele financiële instellingen meer rekening gaan houden met klimaatrisico’s. Ook de vraag naar groene en koolstofintensieve vraag moet worden aangepast, alsook de relatieve prijzen ervan.

Op het monetaire vlak kan dat bijvoorbeeld inhouden dat centrale bank hun eigen assessments voor klimaatrisico gaan ontwikkelen, en ervoor zorgen dat klimaatrisico’s terdege deel uitmaken van het collateral framework en asset portefeuilles van centrale banken. 

In de tweede categorie denken we aan oplossingen die luchtvervuiling tegengaan en technologie bevorderen. Hierdoor kunnen de relatieve prijzen evolueren en investeringen worden aangezwengeld. 

Monetaire instrumenten om de klimaatfinanciering te promoten, zijn onder andere een betere toegang van banken tot de financieringsschema’s van centrale banken om te investeren in lagekoolstofprojecten, de centrale banken die low-carbon obligaties kopen die worden uitgegeven door ontwikkelingsbanken, en de aanpassing van het monetaire beleidskader.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No