Freddy van Mulligen, Achmea Investment Management
i-WCcx7v7.png

‘Met beleggingsexpertise alleen kom je er niet. Goede communicatieskills zijn minstens zo belangrijk in onze sector’, zegt Freddy van Mulligen van Achmea Investment Management in deze derde aflevering van de zomerserie met Nederlandse gatekeepers.

Van Mulligen is binnen Achmea IM manager van het team dat externe aandelen- en vastrentende managers selecteert. Daarnaast is hij senior portfolio manager in het external managers-team, eveneens binnen Achmea IM

Van Mulligen was eerder hoofd research bij Morningstar Benelux van 2000 tot 2011. Hij startte zijn carrière bij een grote vermogensbeheerder. Al snel specialiseerde hij zich in de beoordeling en selectie van asset managers in binnen- en buitenland. Van Mulligen is afgestudeerd in monetaire economie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Wat zijn de belangrijke trends op het gebied van productontwikkeling?

‘Het aantal mogelijkheden voor maatwerk is enorm toegenomen binnen vermogensbeheer. Tien jaar geleden had een pensioenfonds de keuze tussen traditioneel actief of indexbeleggen. Inmiddels is er een waaier aan mogelijkheden ontstaan. Wie kiest voor actief beheer, heeft keuze uit traditionele alpha producten, kwantitatief beleggen, omzet binnen de beleggingsportefeuille, hoogte van active share, wel of geen factorpremies etc. En de vraag welk kostenniveau acceptabel is. Daarboven komt nog de vraag in welke mate ESG moet worden toegepast en hoe. Wie eenmaal een selectie heeft gemaakt, komt vervolgens voor de vraag te staan hoe de monitoring en de rapportage ingericht moet worden; hoe vaak wil ik met mijn portefeuillemanager spreken en wat wil ik dat er in de maand- en kwartaalrapportages komt te staan. Zelfs binnen passief beheer heb je veel keuzemogelijkheden.

Een tweede belangrijke ontwikkeling, en die hangt samen met de eerste, is de toename in de beschikbaarheid van data. Dat betekent voor asset managers dat ze met veel meer gegevens rekening kunnen houden bij de selectie van aandelen en obligaties. Vooral aan de kant van aandelen zie je dat kwantitatief beleggen een vlucht heeft genomen, obligatiebeleggers zijn wat dat betreft conservatiever. Maar ook voor managerselecteurs betekent de beschikbaarheid van data dat ze veel meer kwantitatieve analyses kunnen uitvoeren in de beschikbare tooling. Naast de analyse van rendementen, kun je ook portefeuilles analyseren: welke stijl hanteert de beheerder en hoe zijn de ontwikkelingen daarin? Monitoring van externe beheerders is hierdoor objectiever geworden.

Het maken van al die keuzes vergt tijd en aandacht en kan lastig zijn. Maar uiteindelijk kan een pensioenfonds veel beter dan vroeger zijn eigen identiteit tot uitdrukking laten komen in de beleggingsportefeuille. Eigen eisen, wensen en voorkeuren kunnen worden meegenomen ook als vermogen extern wordt beheerd.’

Spelen asset managers voldoende in op jullie behoefte naar bepaalde producten? 

‘In het algemeen spelen asset managers in op vragen uit de markt. Wie goed zoekt, kan voor elke asset categorie een aanbieder vinden. Vermogensbeheer is daarbij in toenemende mate een internationaal gebeuren geworden. Daarbij zijn er tussen verschillende regio’s nog wel behoorlijke cultuurverschillen wat ons werk wel eens lastig maakt. Veel Amerikaanse beheerders verstaan onder ESG wat anders dan wat Nederlandse beleggers er onder verstaan. Zij benadrukken bijvoorbeeld vaak de G van Governance, terwijl bij ons vaak de E van Environment belangrijk is.

Angelsaksische beheerders zijn terughoudend bij de integratie van ESG-factoren zolang data over bijvoorbeeld CO2-uitstoot niet eenduidig is en/of niet goed kan worden aangetoond dat het toepassen van ESG-factoren extra rendement oplevert.

Maar ook binnen Europa zie je grote verschillen tussen bijvoorbeeld het gebruik van derivaten of het beloningsbeleid. Een Britse beheerder stelt het niet altijd op prijs als je naar hun beloningsbeleid vraagt.

Specifiek in Nederland zijn de mogelijkheden voor vermogensbeheer beperkter geworden. Natuurlijk vindt er nog vermogensbeheer plaats in Nederland, maar voor indexbeleggen op grotere schaal moet je bijvoorbeeld al snel de grens over. Daar zie ik niet veel verandering in komen. Het is bijna niet te doen om in Nederland een asset manager te starten. Met de huidige regelgeving vergt dat een te grote investering.’

Zoeken jullie in toenemende mate naar maatoplossingen?

‘Maatwerkoplossingen worden steeds belangrijker. Voor een specifieke klant bijvoorbeeld hebben we meer dan een jaar de tijd genomen om een op maat gemaakte ESG/Multifactor-aandelenoplossingen te construeren. Daarbij maken we gebruik van op maat gemaakte benchmarks. Op een goedkope manier wordt er exposure verkregen aan gewenste factoren waarbij ESG-beslissingen in een hoge mate geïntegreerd zijn.

Maar we beheren ook meer traditionele multi-manager portefeuilles gericht op alpha. Ook als je gebruik maakt van vrij traditionele mandaten stellen klanten specifieke eisen aan de constructie van de portefeuille, rapportages en aan strikte en eenduidige mandaatrichtlijnen. Met behulp van traditionele vermogensbeheerders kun je heel goed specifieke portefeuilles construeren gericht op het behalen van alpha. One size fits all, geldt al lang niet meer.

Een belangrijke ontwikkeling, waarbij ook maatwerk mogelijk is geworden, is de opbouw van hypotheekportefeuilles. Onze klanten kunnen aangeven welke looptijden en loan to value-voorkeur ze hebben.’

Wat is de belangrijkste verandering in jullie werk de afgelopen 5 tot 10 jaar? 

‘Dat is zonder meer de klantinteractie, wij zijn veel dichter op de klant gaan zitten. Heel chargerend had je vroeger asset managers die binnen de muren van hun kantoor de in hun ogen beste aandelen of obligaties verhandelden. Vervolgens maakten managerselecteurs daar de beste portefeuilles van. Klanten belegden vervolgens in deze portefeuilles. Vonden ze het niets, dan was indexbeleggen het alternatief.

Dat model bestaat bij ons al lang niet meer; bij de constructie en het beheer van de portefeuilles gaan we eerst goed in gesprek met de klant. Welke portefeuille past bij zijn identiteit? Waar liggen de ambities en de risico’s van de klant? Maatwerk is de standaardoplossing geworden. Dezelfde beweging maken we ook bij monitoring en rapportage: ook daar proberen we dicht bij de klant te opereren. Dit vergt ook andere skills van onze medewerkers. Met beleggingsexpertise alleen kom je er niet. Goede communicatieskills zijn minstens zo belangrijk maar wel dun gezaaid in onze sector.’

Wat vinden jullie van de kwaliteit en innovatiekracht van Nederlandse fondshuizen?

‘Natuurlijk zijn er enkele beheerders in Nederland die in internationaal perspectief tot de middenranks behoren en op sommige gebieden op innovatief gebied mee kunnen met de wereldtop. Maar per saldo is Nederland geen groot land voor vermogensbeheer als je dit afzet tegen de grote belegde vermogens van pensioenfondsen. In de VS het VK en ook in andere landen ontstaan met de regelmaat van de klok nieuwe en innovatieve vermogensbeheerders. Dat gebeurt in Nederland niet. Dat heeft twee hoofdoorzaken. De eerste is dat ons klimaat er niet naar is: in Nederland zijn er geen stermanagers met dusdanig diepe zakken dat ze de investeringen kunnen doen om voor zichzelf te beginnen en om aan alle regels en best practises te voldoen. De tweede oorzaak is gelegen in de professionaliteit van asset owners en hun fiduciairs die niet van cowboys houden. Zij zijn terughoudend om met nieuwe vermogensbeheerders in zee te gaan ook al hebben ze goede mensen.

Innovatie in Nederland zie je wel bij specifieke private debt, hypotheekbeleggingen en ook groene obligaties. Voor een belegging in Nederlandse hypotheken kom je wel vrij snel bij een Nederlandse vermogensbeheerder terecht.’

Zijn jullie bezorgd over de consolidatie onder asset managers die ervoor zorgt dat de markt wordt gedomineerd door een aantal reuzen?

‘Professioneel vermogensbeheer is een competitieve markt met genoeg aanbieders wereldwijd. Ja, er ontstaat een aantal reuzen met duizenden miljarden onder beheer. Maar tegelijkertijd zijn er nog genoeg beheerders met lagere AUM’s waar je net zo goed of beter wordt bediend. Door de jaren heen is er veel dynamiek in het lijstje van grote managers. Wij hebben een goede mix van grote en middelgrote spelers in portefeuille en dat werkt prima. Waar je je zorgen over kan maken, is de aanwas aan de onderkant. En dan specifiek in Europa.’

Lees ook in deze serie: 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No