Actieve duurzame beleggers in opkomende markten hebben het niet makkelijk: ESG staat er nog in de kinderschoenen, en daardoor is er nog maar weinig aanbod van duurzame obligaties. Maar die onbekendheid met duurzaam beleggen biedt ook kansen op alfa, vindt Thede Ruest, hoofd emerging market debt bij Nordea AM.
De Scandinavische asset manager is een gerenommeerde belegger in aandelen opkomende markten, onder meer via het vlaggenschipfonds Emerging Stars Equity Fund dat ook ESG-analyse als input in het beleggingsproces gebruikt. Vijf jaar geleden werd Ruest weggeplukt bij het toenmalige ING IM om ook een EMD-tak op te zetten.
Inmiddels heeft Nordea AM vijf in-house EMD-fondsen, waarvan het Emerging Stars fonds het eerste is met een ESG-label. Nordea AM volgt daarmee een trend die vrij recent is ingezet door Blackrock. Dat lanceerde vorig jaar een aantal duurzame EMD ETF’s, gevolgd door een reeks actief beheerde fondsen. Liften asset managers daarmee simpelweg mee op de populariteit van ESG, of is er ook echt een serieuze kans om alfa te genereren?
Risicopremie
‘We doen echt niet aan greenwashing’, bezweert Ruest. ‘We zijn het Emerging Stars Bond fonds gestart omdat we geloven dat er niet alleen in aandelen opkomende markten een ESG-risicopremie bestaat, maar ook in obligaties. Er wordt daar in tegenstelling tot in ontwikkelde markten nog heel weinig aan ESG-analyse gedaan. Daar ligt met ons team van 12 ESG-specialisten een kans om alfa te genereren.’
Om die reden gebruikt het fonds ook geen speciale ESG-benchmark, maar gewoon de normale JP Morgan EMBI Global Diversified, die voor 80 procent uit hard currency staatsobligaties bestaat en voor de rest uit obligaties van staatsbedrijven.
Ontwikkelingswerker
Toch ziet Ruest zich op een bepaalde manier wel degelijk als een soort ontwikkelingswerker. ‘We gaan in gesprek met issuers om hen bekend te maken met ESG-standaarden en green bonds’. Want groene obligaties zijn er buiten China nog nauwelijks in opkomende markten.
Op dit moment bestaat de portefeuille van het fonds daarom voor maar zo’n 1,5 procent uit groene obligaties, uitgegeven door de Chileense, Koreaanse en Indonesische overheid. Ruest wil niet alleen meer green bonds om zijn portfolio te vergroenen, maar ook vanwege het type belegger dat in de regel in deze obligaties stapt. Die zijn meer langetermijngeoriënteerd dan beleggers in andere segmenten van de EMD-markt, die nogal eens geneigd zijn hun geld massaal weg te halen zodra er economische of monetaire tegenwind opsteekt.
De uiteindelijke ambitie van Ruest is om het Emerging Stars Bond Fund tot een soort impactfonds te maken, gebaseerd op de Sustainable Development Goals (sdg’s). ‘In die visie financieren we hoofdzakelijk activiteiten die direct een bijdrage leveren aan die sdg’s. Op dit moment is dat niet meer dan 10-20 procent van het risico van het fonds. Uiteindelijk is onze ambitie om impactbeleggen mainstream te maken. Dat geldt zit nu bijvoorbeeld in microkredietfondsen. Dat zijn geweldige initiatieven, maar het gaat om zo weinig geld dat het in het grotere geheel weinig zoden aan de dijk zet.’
Voorlopig is het merendeel van het fondsvermogen daarom noodgedwongen nog belegd in mainstream obligaties. En in opkomende markten kom je dan gauw uit bij foute regimes. Het team van Ruest hanteer geen strikte uitsluitingslijst, maar belegt weloverwogen niet in een aantal landen die extreem slecht scoren op ESG-gebied. ‘We zitten niet in Angola als gevolg van corruptie, niet in Saoedi-Arabië vanwege de oorlog in Jemen en niet in Venezuela vanwege de humanitaire crisis daar. De ESG-risico’s die aan beleggingen in die landen zijn verbonden zijn ons te groot.’
Rusland
In staatsobligaties van Rusland, dat dagelijks burgerdoelen in Syrië bombardeert en zucht onder EU-sancties als gevolg van de oorlog in Oekraïne, wordt echter wel ‘gewoon’ belegd. Datzelfde geldt voor enkele andere dictaturen waar mensenrechten op grote schaal worden geschonden, zoals Egypte en Kazachstan.
De beslissingen om niet in bepaalde landen te beleggen wordt doorgaans gezamenlijk genomen door het EMD en het Nordea RI team. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij het EMD-team.
Ruest: ‘We hadden gisteren nog een vergadering van twee uur over Rusland. Op bepaalde gronden zou je het land kunnen uitsluiten, maar op andere ook weer niet. Het hangt echt af van waar je naar kijkt. Zijn EU-sancties bijvoorbeeld een reden om een land uit te sluiten? Je zou kunnen zeggen van wel, maar toch is dat geen objectief criterium. En als je Rusland uitsluit, kun je dat voor een boel andere landen ook doen. Rusland krijgt veel aandacht omdat het groot is en militair actief in het buitenland.’
Dilemma
En daarnaast is er natuurlijk het eeuwige dilemma tussen uitsluiting en engagement. ‘Als je geen moeilijke vragen wilt, dan moet je beleggen in obligaties uit Denemarken of Zweden. Maar je moet je afvragen wat je belangrijker vindt: wil je alleen beleggen in obligaties met de hoogste ESGesg-scores of wil je actief een bijdrage leveren aan het bewerkstelligen van positieve verandering in opkomende landen?’ Door wel te beleggen in ‘foute’ bedrijven of overheden kun je soms meer bereiken dan door ze uit te sluiten, wil Ruest maar zeggen. Maar of dat verhaal voor Rusland ook opgaat?