Financiële toezichthouders in heel Europa geven de sector actief richtlijnen over duurzaamheidsclaims die financiële bedrijven aan hun producten verbinden. Richtlijnen op EU-niveau vragen om eerlijke, duidelijke en niet misleidende communicatie met beleggers. In Nederland heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft nieuwe adviezen gegeven over de manier waarop duurzaamheidsclaims kunnen worden verwoord: geen overdrijving, vaagheid of ongepast gebruik van labels.
De AFM publiceerde de adviezen op 4 oktober 2023 in haar nieuwe Leidraad Duurzaamheidsclaims (hierna: de Leidraad). De Leidraad is van toepassing op alle financiële instellingen en pensioenuitvoerders die duurzaamheidsclaims maken. Daarmee heeft de Leidraad ook betrekking op beheerders van beleggingsinstellingen.
De AFM benadrukt dat duurzaamheid een toezichtprioriteit is. De focus van de Leidraad ligt op het bevorderen van transparantie over de impact die de verschillende marktpartijen hebben op hun omgeving. De Leidraad bevat uitgangspunten, praktijkvoorbeelden en toelichtingen. We laten hier voor elk uitgangspunt één voorbeeld zien.
Een leidraad van de AFM is een schriftelijke beleidsuiting. Dit betekent dat de AFM richting en duidelijkheid geeft aan marktpartijen. De Leidraad kan echter niet worden beschouwd als wet- of regelgeving. Dit betekent dat marktdeelnemers niet wettelijk gebonden zijn aan deze Leidraad, deze fungeert als een advies.
Uitgangspunten
In de Leidraad worden drie uitgangspunten voor duurzaamheidsclaims onderscheiden:
- Duurzaamheidsclaims zijn inhoudelijk juist, representatief en actueel en niet tegenstrijdig;
- Concreet en goed onderbouwd: duurzaamheidsclaims moeten worden gestaafd met relevante feiten en overtuigende uitleg. Als dit afwezig is, mag of kan er geen duurzaamheidsclaim worden gemaakt;
- Begrijpelijk, passend en vindbaar: gebruik begrijpelijke taal voor duurzaamheidsclaims, gebruik geen ingewikkelde termen en duurzaamheidsclaims die worden gemaakt moeten een goede uitleg hebben over complexe concepten. Relevante informatie moet gemakkelijk te vinden zijn en er moet rekening worden gehouden met de verwachtingen van de lezers.
Deze drie uitgangspunten, zoals hierboven uiteengezet, staan niet op zichzelf, maar moeten worden geacht elkaar aan te vullen.
Informatieverstrekkingsnormen
De AFM houdt toezicht op de naleving van informatieverplichtingen die gelden in de Nederlandse wetgeving, die voor beheerders van beleggingsinstellingen in Nederland afkomstig zijn uit verschillende bronnen: de Wet op het financieel toezicht, de Cross-Border Distribution of Funds Regulation (CBDF Verordening) en de Wet oneerlijke handelspraktijken. In laatstgenoemde wordt ‘misleidende handelspraktijk’ gedefinieerd als ‘het verstrekken van feitelijk onjuiste of misleidende informatie of het weglaten of niet verstrekken van essentiële informatie op duidelijke of begrijpelijke wijze’.
Voorbeeld van uitgangspunt 1 (juist, representatief en actueel)
Het voorbeeld heeft betrekking op informatie in het kader van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Dat is een transparantieverordening. SFDR-classificaties mogen niet worden gepresenteerd als een duurzaamheidskeurmerk en mogen niet worden gebruikt om producten te promoten. De AFM constateert dat de betekenis van SFDR voor veel lezers van informatie niet duidelijk is en dat zij daarom gemakkelijk kunnen worden misleid. Een van de voorbeelden die de AFM noemt is het gebruik van een SFDR-classificatie als keurmerk. Verder worden classificaties gebruikt als marketinginstrument ‘wij beleggen onder het SFDR Artikel 9-keurmerk’, waarbij aanbieders van beleggingsinstellingen zich presenteren als ‘duurzaam’. Echte duurzaamheidsclaims kunnen niet worden onderbouwd door te verwijzen naar een SFDR-classificatie, maar moeten het resultaat zijn van de onderliggende kenmerken van het beleggingsproduct.
Good practice met betrekking tot uitgangspunt 1
Representatieve beelden van duurzame impact: een duidelijk beeld van de impact van inspanningen op duurzaamheid, ook al zijn deze relatief laag.
Voorbeeld van uitgangspunt 2 (concreet en onderbouwd)
Het voorbeeld laat een stelling zien dat duurzaamheid belangrijk wordt gevonden door op te merken dat een deel van de beleggingen is gedaan volgens een duurzaam beleggingsbeleid. Hiermee kan een lezer niet inschatten hoe groot de impact is en wordt er niet verwezen naar de omschrijving van het duurzaam beleggingsbeleid.
Good practice met betrekking tot uitgangspunt 2
Aanleveren van concrete cijfers. Geef de verhouding tot het totaal belegd vermogen en schets de bredere context die de lezer in staat zal stellen een duidelijk inzicht te krijgen in de mate waarin de marktpartij duurzaamheidsdoelstellingen heeft geformuleerd.
Voorbeeld met betrekking tot uitgangspunt 3
Dit voorbeeld heeft betrekking op het gebruik van vage en complexe taal zoals verwijzingen naar ‘strategisch beleid’, ‘verantwoord beleggen’ zonder uit te leggen wat deze termen eigenlijk betekenen en hoe een duurzaam beleggingsbeleid tot stand komt. Duurzaamheidstermen (bijv. ‘ESG’, ‘groen’, ‘sociaal’) mogen alleen worden gebruikt in combinatie met een solide uitleg. Bovendien moet worden vermeden dat te lange documenten worden ingediend. Lezers moeten in staat zijn relatief gemakkelijk tot de kern van de boodschap te komen.
Good practice met betrekking tot uitgangspunt 3
Maak een samenvatting van een duurzaam beleggingsbeleid beschikbaar op de website in de vorm van een document van twee pagina’s met alle relevante informatie. Er kan worden verwezen naar een uitgebreider document, maar in eerste instantie moet goede toegankelijkheid worden gewaarborgd.
Conclusie
De Leidraad is duidelijk: geen mistig taalgebruik, maar gebruik van beknopte en adequate informatie! Bovendien mogen beheerders van beleggingsinstellingen geen labels gebruiken voor onderwerpen waar deze helemaal niet bestaan. Zeker kan het vanuit marketingoogpunt verleidelijk zijn om, in de race naar duurzaamheid, ‘groene prestaties’ wat op te blazen. Hoewel de aangekondigde nieuwe, strengere regels voor duurzaamheidsclaims op het niveau van de Europese Unie nog niet zijn gepresenteerd, is het duidelijk dat de Nederlandse toezichthouder met deze nieuwe Leidraad in ieder geval overdrijving en vaagheid nauwlettend in de gaten zal houden.
Tom Loonen is hoogleraar financieel recht Vrije Universiteit Amsterdam en special counsel Pinsent Masons Nederland. Jan Saalfrank is partner beleggingsfondsen van Pinsent Masons Luxemburg. Lous Vervuurt is advocaat bij Pinsent Masons Nederland en adviseert cliënten over financiële regelgeving en de naleving van anti-witwaswetgeving. Het advocatenkantoor is een kennispartner van Investment Officer.