Goud gaat op kousenvoeten hoger, maar veel marktwaarnemers zijn nog steeds sceptisch over deze ‘stealth bull market’ die nochtans al in 2001 van start ging. Dat heeft vooral te maken met het feit dat zij ervan uitgaan dat goud niet te waarderen valt. Quod non.
De onderstaande grafiek, die wij ontlenen van marktstrateeg Tom Simonts van KBC Bolero, vertelt het hele verhaal.
Terwijl iedereen zit te kijken naar de grote aandelenindices, die dankzij de FANG-aandelen dag na dag records breken, sluipt de goudprijs hoger richting 1800 dollar per ounce. De outperformance tegenover de S&P 500 in euro is opmerkelijk. Over het afgelopen jaar is goud hiermee de best presterende grote activaklasse!
Nochtans presteert goud al vele jaren superieur. De afgelopen tien jaar is het samengestelde rendement in euro ongeveer 11 procent geweest. We kennen veel institutionele en private beleggers die hiervoor zouden tekenen.
Reële rente
Goud zit in een ‘stealth bull market’. Er is bijna geen participatie van het brede publiek, alleen een beperkte groep ‘smart money’. De redenen voor de outperformance zijn gekend: het monetaire beleid van de centrale banken en de onzekerheid. We zien trouwens dat onzekerheid rond het monetair beleid de neiging heeft om toe te nemen na recessies, en gedurende jaren hoog blijft. De sociale onrust, de politieke volatiliteit en stijgende internationale spanningen zullen niet snel verdwijnen. In een dergelijke omgeving zal de vraag naar defensieve activa hoog blijven en nog verder toenemen.
Een analyse van de grafiek toont aan dat goud een gelijkaardig pad volgt als in 2008-2013. Tijdens de Grote Financiële Crisis ging goud aanvankelijk fors hoger naarmate de nominale rentevoeten daalden en QE in november 2008 van start ging. Daarna bleef de goudprijs in een nauwe bandbreedte evolueren in de eerste helft van 2009. Toen begon het beleid gevolgen te krijgen. In deze periode waren er korte correcties, die werden uitgelokt door risk-on rotaties uit defensieve activa, maar over het algemeen kende goud geen uitgesproken richting gedurende ongeveer zes maanden.
De markt brak finaal uit in oktober 2009, in lijn met een daling van de reële rentevoeten, toen de inflatie steeg onder impuls van een versoepelend monetair beleid.
Een gelijkaardig pad is vandaag zeer waarschijnlijk. De reële rentevoeten worden lager geduwd door een geleidelijke normalisering van de inflatieverwachtingen, terwijl de nominale rentevoeten laag blijven door het versoepelende monetair beleid. We kennen dus de twee grootste drivers voor hogere goudprijzen: lagere rentevoeten gekoppeld aan een hogere beleggingsvraag (vooral in emerging markets).
Waardering?
Veel marktwaarnemers blijven toch sceptisch. Ze volgen de redenering dat goud “niet te waarderen valt” in tegenstelling tot traditionele financiële activa zoals aandelen en obligaties, die in allerhande modelleringen kunnen worden opgenomen. Dat klopt eigenlijk niet.
Er bestaan immers twee gangbare maatstaven om de goudprijs te waarderen: de M2 monetaire massa en de Dow-Gold ratio.
Er is een duidelijke correlatie tussen het jaarlijkse groeipercentage van de M2 geldhoeveelheid, en de prijs van het goud. Er is nog een hele inhaalbeweging af te leggen, en niets wijst de komende jaren op een strakker beleid, integendeel.
Ten tweede de Dow-Gold ratio. Deze meet hoeveel ounces goud er nodig zijn om één eenheid in de Dow Jones te kopen.
Die indicator bereikte op het hoogtepunt van de bullmarket eind jaren 70 een dieptepunt en is nu weer neerwaarts gericht. De langjarige trend is neerwaarts. Er is een strijd aan de gang tussen financiële activa (obligaties en aandelen) en harde/reële activa. Die illustreert de Dow Gold ratio perfect. Ceteris paribus is de kans dan ook groot dat goud de komende jaren uitstekend blijft presteren en dat de stealth bull market overgaat in een heuse bullmarkt waarbij zelfs de technologie bull market kan verbleken. In combinatie met de heel kleine allocaties goud in de meeste (institutionele) portefeuilles kan dit voor vuurwerk zorgen.
Jan Longeval zei het in een recent interview met Investment Officer ook al: ‘Goud is op dit moment goed voor 12 procent van de reserves van de wereldwijde centrale banken. Centrale banken zijn verlekkerd op fysiek goud omdat dit, in tegenstelling tot dollars of euro’s, geen tegenpartijenrisico heeft. Een dollar is in se een schuldbrief van de Amerikaanse schatkist. Goud is goud, er is geen tegenpartij. Het is een must in elke portefeuille en meer nog, het zal de komende decennia een van de best presterende beleggingen worden. Ik geef wel de voorkeur aan fysiek goud. […].’
Dit doet vermoeden dat de beste jaren voor het goud nog in het verschiet liggen.