De sterke instroom in clean energy ETF’s heeft de waardering van diverse subsectoren de hoogte ingeschoten. Om de neerwaartse risico’s te beperken, is een breder perspectief op het duurzaamheidsthema noodzakelijk. Vooral halfgeleiderproducenten zijn interessant.
Dat zegt Thiemo Lang, beheerder van het RobecoSAM Smart Energy Fund, in een gesprek met zusterplatform Fondsnieuws. In de media is er veel aandacht voor klimaatverandering. Bovendien zijn de plannen van president Joe Biden om enorme bedragen te investeren in verduurzaming niemand ontgaan. Hierdoor is er veel interesse voor de clean energy sector, vertelt Lang.
‘Er stroomt veel geld naar clean energy ETF’s. Dat kan gevaarlijk zijn, want deze ETF’s maken geen onderscheid tussen bedrijven en kopen alles wat in de index zit’, zegt Lang. Zo heeft de iShares Global Clean Energy ETF inmiddels ruim 7 miljard dollar onder beheer en investeert deze indextracker slechts in een dertigtal bedrijven. Die zijn hoofdzakelijk actief met duurzame energieopwekking. ‘De krachtige instroom in de clean energy ETF’s heeft er zeker aan bijgedragen dat de koers-winstverhoudingen in deze subsector sterk zijn gestegen. Daarnaast zijn met name de waarderingen van waterstofbedrijven de laatste tijd fors opgelopen.’
Hoge toetredingsdrempels
De S&P Global Clean Energy index is een veel gebruikte index voor deze sector en noteert tegen ongeveer 56 keer de verwachte winst voor dit jaar. Lang: ‘Dit is behoorlijk hoog. Het momentum is echter zo sterk dat de koersen waarschijnlijk eerst een plateau vinden, voordat een correctie plaatsvindt. Maar we houden dit goed in de gaten. Op dit moment is onze blootstelling aan de erg duur geprijsde subsectoren beperkt tot 15-20 procent.’
Morningstar gebruikt de clean energy ETF’s in peer-groep analyses voor het RobecoSAM Smart Energy Fund. Daarom zet Lang de prestaties van zijn fonds ook af tegen deze ETF’s. Maar vergeleken met deze passieve producten heeft het RobecoSAM Smart Energy Fund een veel bredere benadering van de clean energy markt, zegt hij. ‘Onze blootstelling aan wind- en zonne-energieproducenten of hun leveranciers schat ik op slechts 10 tot 15 procent van de totale portefeuille. We proberen ons te richten op de hele waardeketen voor schone energie. Denk aan bedrijven die actief zijn met mid- en downstream activiteiten, slimme netwerken, energiemanagement, energie-efficiency en energieopslag. De waarderingen in deze subsectoren zijn aantrekkelijker, terwijl de toetredingsdrempels hoger zijn.’
Bij de start in 2007 had het fonds een veel grotere blootstelling aan commodity-achtige markten zoals zonne-energie, vertelt Lang. Die aandelen gingen hard onderuit in de crash van 2008-2009. ‘Daarna hebben we besloten om de portefeuille te diversifiëren, zodat we nu minder kwetsbaar zijn bij stevige marktcorrecties. Dat was in het eerste kwartaal van vorig jaar al te zien toen wij het niet slechter deden dan de wereldindex. Onze doelstelling is om tijdens correcties niet slechter te presteren dan de brede markt en het beter te doen in een opgaande beurs.’
De fondsbeheerder blijft voorzichtig met upstream energieproducenten. ‘Binnen ons universum loopt deze subsector het grootste risico om net zoals de traditionele olie- en gasproducenten een commodity te worden. Nutsbedrijven die schone energie opwekken profiteren momenteel van een zeer gunstig financieringsklimaat, maar blijven uiteindelijk rentegevoelig. We hebben ze zeker nodig omdat we elektriciteit schoon, goedkoop en in enorme hoeveelheden willen produceren. Maar we zien in ons fonds veel meer groeipotentieel en hogere winstmarges voor mid- en downstreambedrijven.’
Markt e-auto’s explodeert
Halfgeleiderproducenten zijn met een gewicht van bijna 40 procent zwaar vertegenwoordigd in de portefeuille. Het gaat hier vooral om het segment power semiconductors voor stroomconversie. Lang krijgt hier regelmatig vragen over van beleggers. ‘We zien voor deze power halfgeleiderproducenten een sleutelrol weggelegd in een energiewereld die elektrisch wordt. Power semiconductors zijn essentieel voor de energie-efficiency eisen van gebouwen, transport, industrie en IT-eindmarkten. Er is sprake van een structurele groeitrend die nog minstens 10 jaar zal aanhouden, en vermoedelijk zelfs langer. Het gaat niet alleen om chips voor elektrische auto’s of laadstations. Je hebt ze ook nodig in de nieuwste generatie zeer efficiënte motorbesturingssystemen voor geautomatiseerde productielijnen in de industrie en voor elektrische warmtepompen of voor de efficiënte werking van datacenters die veel elektriciteit verbruiken.’
Producenten van deze componenten spelen volgens Lang daarom een cruciale rol in de overgang van fossiele naar duurzame energie. Vergelijk het met de rol van bijvoorbeeld Intel in onze IT-infrastructuur, aldus Lang. ‘Op de lange termijn verwachten wij door de cyclus heen een omzetgroei van gemiddeld 9 procent per jaar voor de power chipproducenten. In de deelmarkt van elektrische auto’s komt de groei eerder uit op 20 tot 30 procent. De markt voor elektrische auto’s explodeert op dit moment. Vooral in Europa, waar de volumes dit jaar ruimschoots verdubbelen. Ook China laat dit jaar makkelijk een volumegroei zien van 50 tot 70 procent.’ Niet alleen via deelnemingen in halfgeleiderproducenten profiteert het fonds van deze marktgroei, maar ook via directe investeringen in Chinese fabrikanten van e-auto’s zoals Xpeng en Nio.
De portefeuille noteert tegen circa 31 keer de verwachte winst voor dit jaar, een kleine premie ten opzichte van de koers-winstverhouding voor de MSCI World van circa 27. Maar dit wordt volgens Lang ruimschoots gecompenseerd door de veel sterkere winstgroei van 27,5 procent dit jaar tegen 20 procent voor de MSCI World.