Groene obligaties in ontwikkelde markten lijken vaak groener dan hun tegenhangers in opkomende markten. Maar beleggers moeten zich hier niet op blindstaren, vindt Maxim Vydrine, beheerder van het Amundi Emerging Markets Green Bond Fund.
De positieve milieu-impact van een groene belegging in opkomende markten is namelijk vaak groter dan vergelijkbare investering in West-Europa, zo stelt Vydrine in gesprek met zusterplatform Fondsnieuws. ‘In termen van emissiereductie kun je vaak veel meer bereiken door in groene obligaties in opkomende markten te beleggen. Want hoeveel groener kun je een land als Zweden bijvoorbeeld nog maken?’
Bedrijven in opkomende markten die groene obligaties uitgeven, scoren gemiddeld lager op ESG-gebied dan hun tegenhangers in ontwikkelde markten. Toch betekent dit volgens Vydrine niet dat ze per definitie ook minder groen zijn. ‘Westerse bedrijven zijn vaak beter voorbereid op vragen over duurzaamheid en weten beter hoe ze over impact moeten rapporteren.’ De gemiddelde ESG-rating van de obligaties in de portefeuille van Vydrine’s fonds is C-.
Vydrine benadrukt dat alle obligaties waar het Amundi Emerging Markets Green Bond Fund in belegt, voldoen aan de ‘Green Bond Principles’ van de International Capital Markets Association (ICMA). Maar dit betekent niet dat ze ook allemaal even groen zijn. Die principes zijn namelijk niet heel streng. Een obligatie mag al groen worden genoemd als de opbrengsten worden gebruikt om ‘duidelijke milieuvoordelen’ te realiseren. Vermindering van de CO2-uitstoot in vergelijking met de status quo is in principe al voldoende.
Russische spoorwegen
Een obligatie van de Russische spoorwegen, waarvan de opbrengst wordt gebruikt om een deel van het spoornetwerk te elektrificeren, geldt bijvoorbeeld als een groene obligatie, terwijl de elektriciteit die daarvoor zal worden gebruikt niet per se uit duurzame bronnen hoeft te komen. De obligatie van de Russische staatsspoorwegmaatschappij is de op twee na grootste in het fonds van Vydrine, met een allocatie van 3,46 procent (eind maart, 2021).
‘Zelfs in landen die sterk afhankelijk zijn van steenkool voor hun elektriciteitsproductie, kan een conversie van diesel- naar elektrische locomotieven op lange termijn leiden tot emissiereductie, mits dat land haar energiemix aanpast richting meer duurzame bronnen’, verdedigt Vydrine zich. Volgens data van het Internationaal Energieagentschap (IEA) produceert Rusland ongeveer 18 procent van haar elektriciteit uit duurzame bronnen, voornamelijk waterkracht.
Het is volgens Vydrine, zelf afkomstig uit Rusland, niet duidelijk in hoeverre de elektriciteit die de Russische spoorwegen zullen gebruiken, duurzaam zal worden opgewekt. Ter vergelijking: de NS gebruikt louter windenergie om de Nederlandse treinen te laten rijden.
Toch zijn er ook ‘groene’ obligaties die ook voor het groene obligatieteam van Amundi ook niet groen genoeg zijn. Vydrine: ‘We nemen het risico op greenwashing erg serieus en analyseren elke individuele investering grondig op de risico’s hiervan.’
Zo zijn er in de lokale markt in China, binnen opkomende markten veruit de grootste uitgever van groene obligaties, volgens Vydrine aardig wat ‘green coal’ obligaties in omloop. ‘Daarbij gaat het bijvoorbeeld om nutsbedrijven die investeren in groene energie, maar nog steeds hoofdzakelijk steenkool gebruiken om elektriciteit op te wekken.
In dat soort bedrijven investeren we niet.’ Hetzelfde geldt voor groene obligaties van luchthavens waarvan de opbrengst wordt gebruikt om vliegvelden uit te breiden, stelt hij. ‘Maar als de opbrengst niet gaat naar uitbreiding van een vliegveld, dan kunnen we er in principe gewoon in beleggen.’
Sustainability-linked bonds
De karakteristieken van groene obligaties in opkomende markten (minder groen, maar wel meer impact) maken de assetclass in principe bij uitstek geschikt voor een relatief nieuw type duurzame obligatie: de sustainability-linked bond. Dat is een obligatie waarvan de uitgever belooft de opbrengst aan te wenden om een van tevoren vastgestelde milieudoelstelling te realiseren.
‘Er zijn wel wat interessante beleggingsmogelijkheden in deze categorie’, stelt Vydrine voorzichtig. Maar de Rus ziet toch vooral beren op de weg. ‘De vraag bij dit soort obligaties is hoe ambitieus de doelstellingen die bedrijven zich stellen nu eigenlijk zijn, en hoe dat wordt gemeten. Een CO2-reductie van bijvoorbeeld 10 procent zou misschien ook wel zonder extra inspanning worden gehaald.’
Omdat sustainability-linked obligaties relatief nieuw zijn, zijn hiervoor ook nog geen standaarden. ‘Het is heel moeilijk om de impact te meten. Bij groene obligaties kun je laten zien hoeveel CO2-reductie bereikt is per miljoen dollar belegd vermogen. Bij sustainability-linked obligaties kan dat niet. Dat maakt het ook minder interessant voor onze klanten die vaak juist een meetbare impact van hun belegging willen kunnen zien.’
Vooral bedrijfsobligaties
Waar in Europa overheden en zogenoemde ‘supranationals’ zoals de Europese Investeringsbank het voortouw hebben genomen bij de uitgifte van groene obligaties, staan veruit de meeste uitgevers in opkomende markten op naam van bedrijven. ‘Dat is goed voor het rendementsperspectief en de diversificatie’, stelt fondsmanager Maxime Vydrine.
‘Het greenium, oftewel het verschil tussen het rendement op een groene en een gewone obligatie, in in DM ongeveer hetzelfde als in EM, maar het absolute rendement ligt in opkomende markten veel hoger. Overigens komen er wel steeds meer uitgiftes van nationale overheden. Voorbeelden zijn Egypte, Indonesië en Chili.’
Ruim 80 procent van de portefeuille van het Amundi Emerging Markets Green Bond Fund bestaat uit bedrijfsobligaties. Veruit de grootste sector waarin belegd wordt zijn nutsbedrijven. ‘Dat zijn bijvoorbeeld elektriciteitsbedrijven die obligaties uitgeven om de bouw van wind- en zonneparken te financieren. Daarvan is er onder meer een groot aantal in India.’
China is met een allocatie van 11,74 procent als veruit grootste uitgever van groene obligaties in opkomende markten flink ondervertegenwoordigd. ‘Dit komt onder meer omdat we voor dit fonds alleen beleggen in obligaties in harde valuta, met name dollars en euro’s. Maar er zijn ook voldoende interessante beleggingsmogelijkheden in markten waar vooral in lokale valuta wordt uitgegeven. We onderzoeken daarom of we voor deze categorie een apart fonds op kunnen richten.’
Fondsfeiten:
- Het Amundi Emerging Markets Green Bond Fund is in juli 2020 gestart. Sindsdien heeft het een rendement na kosten van 5,56% gehaald (LU2138387506).
- Het fondsvermogen bedraagt inmiddels ruim 200 miljoen euro.
- Maxim Vydrine heeft 13 jaar ervaring als portefeuillebeheerder in het EMD team van Amundi.
- Amundi heeft in total 1.755 miljard dollar onder beheer.