In de Verenigde Staten is op 8 december de grote centrale bankier Paul Volcker overleden. Hij was voorzitter van de Federal Reserve tussen 1979 en 1987. Hij werd benoemd door de Democratische president Jimmy Carter, maar werd nadien opnieuw voorgedragen door diens Republikeinse opvolger Ronald Reagan.
Volcker is een ‘grote’ centrale bankier in beide betekenissen van het woord. Hij was niet alleen erg lang (2,01 meter), maar slaagde er ook in om door draconische maatregelen de ontsporende inflatie van de jaren zeventig de kop in te drukken. In die periode kenden we wereldwijd een sterke inflatie door oplopende olieprijzen en secundaire effecten.
Rentevoeten
Volcker deed dat door ongeziene maatregelen op monetair vlak. Hij verhoogde de Fed rentevoeten zeer drastisch, en dat bleek te werken. De schoktherapie had zijn effecten, maar ook negatieve: de Amerikaanse economie gleed af in een zware recessie. Dat zorgde voor grote werkloosheid.
Reactie
Investment Officer vroeg een reactie op het overlijden van Paul Volcker aan Hans Bevers, hoofdeconoom van Degroof Petercam: ‘Volcker zal vooral bekend blijven dankzij zijn forse verstrakking van het monetaire beleid als antwoord op de fel oplopende inflatie eind jaren 70 en begin jaren tachtig de kop in te drukken. Het ging gepaard met een economische recessie en ontlokte hevig protest. Hij zou trouwens later zelf toegeven om gematigder te werk te gaan moest hij het kunnen overdoen. Hoe dan ook, de inflatie dook onder de 3 procent in halverwege 1983. Daarnaast leverde Volcker een belangrijke bijdrage na de crisis van 2008-2009 door ervoor te ijveren dat commerciële banken niet langer met hun eigen geld konden speculeren op de financiële markten (de zogenaamde Volcker-regel).’