In de strijd tegen greenwashing heeft de internationale opsteller van boekhoudregels IFRS Foundation in Glasgow een belangrijke stap gezet tot de totstandkoming van een wereldwijde standaard voor duurzaamheidsrapportage. Deze standaard zal de dialoog tussen ondernemers en haar aandeelhouders flink verbeteren.
Dat stelt Lars Dijkstra van Van Lanschot Kempen in een reactie op de tijdens de klimaatconferentie in het leven geroepen International Sustainability Standards Board (ISSB). Deze zusterorganisatie van de IFRS Foundation heeft het doel om internationale duurzaamheidsstandaarden op te stellen, waardoor bedrijven en aandeelhouders hun doelstellingen rond ‘planet’ en ‘people’ meetbaar, vergelijkbaar en transparant kunnen maken.
De chief sustainability officer ziet de oprichting van de organisatie als een belangrijke doorbraak, schrijft hij in een opiniestuk. Tot nu toe waren er wel standaarden en initiatieven rond duurzaamheid, maar met circa vijftig stuks in totaal is er wat hem betreft grote behoefte aan een snelle convergentie van standaarden. ‘Niet alleen tussen overheden, maar vooral ook in het bedrijfsleven.’
Dat juist nu een overkoepelende standaard lijkt te ontstaan, past wat hem betreft in de innovatie-S-curve, waarbij de Global Reporting Initiative fase 1 (inception) vormt, de UN Principles for Responsible Investing fase 2 (first movers) en de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen in 2015 fase 3 (critical mass).
Fase van versnelling
‘Met de lancering van ISSB is de definitieve versnelling van de S-curve in fase 4 ingezet’, aldus Dijkstra, die een vergelijking maakt met de versnelling in de totstandkoming van de internationale boekhoudregels. ‘Daarvoor hadden vrijwel alle landen hun eigen boekhoudregels. In de loop van de jaren ’90 kwam de globaliseringsgolf van de grond en toen was er ineens ook de versnelling in de convergentie van boekhoudstandaarden met als hoogtepunt de oprichting van de IFRS Foundation. Ook daar ging uiteindelijk meer dan een generatie overheen. Met de oprichting van de ISSB zijn we nu in exact dezelfde fase van versnelling beland waarin wereldwijde convergentie bereikt zal worden in niet-financiële standaarden.’
De strateeg verwacht dat een internationale standaard zorgen dat bedrijven niet langer een rookgordijn kunnen optrekken over bijvoorbeeld hun CO2-voetafdruk, en dat het verschil van definities zal verdwijnen. Dijkstra: ‘We gaan dezelfde taal spreken. Het zal niemand in deze polariserende wereld verbazen wat een positieve impact er uit zal gaan van het spreken van dezelfde taal.’
Win-win
Hij rekent erop dat de gesprekken tussen aandeelhouders en het management van een bedrijf flink zullen verbeteren met de komst van een standaard. Aandeelhouders kunnen dan naast de financieel-strategische prestaties van een bedrijf, ook de duurzaamheidsprestaties vergelijken en beïnvloeden. ‘Het zal de kans verkleinen dat pensioenfondsen bedrijven of hele sectoren uitsluiten en daarmee de handdoek in de ring gooien. Steeds meer aandeelhouders zijn op zoek naar de win-win van financieel rendement en duurzaamheidsrendement.’
Dijkstra rekent vervolgens op een versnelling van de verbinding tussen de financiële sector en de reële economie, en een positieve impact op de reële economie als geheel. ‘Korte termijn winstmaximalisatie voor alleen aandeelhouders zal plaats gaan maken voor lange termijn meetbare waarde creatie voor alle stakeholders. Het maakt een nieuwe vorm van ‘inclusief kapitalisme’ mogelijk waarin sprake is van een meer duurzaam evenwicht tussen people, planet en prosperity.’