Traditioneel wordt aan het einde van het kalenderjaar teruggeblikt op het afgelopen jaar aan de hand van lijstjes (Top 2000, Queen staat weer op 1) en vooruitgeblikt op het nieuwe jaar (is er een eindejaarsrally ophanden waarbij wordt geanticipeerd op het januari-effect?). Een ‘juridisch lijstje’ mag niet ontbreken.
Hierbij een korte terugblik en een vooruitblik op enkele juridische highlights die ons in 2022 te wachten staan. Twee onderwerpen die in 2021 prominent bij marktpartijen en de toezichthouders in beeld waren en nog (lang) niet van de (toezichts)agenda verdwijnen: witwassen en duurzaamheid.
Wetgeving tegengaan witwassen
Het voorkomen van witwassen, oftewel voldoen aan de Wwft en aanverwante regelgeving door het uitvoeren van customer due diligence en het opsporen van ongebruikelijke transacties, heeft alle financiële instellingen de afgelopen tijd flink beziggehouden. Gigantische bedragen zijn geïnvesteerd om controleprocessen in financiële instellingen te verbeteren. DNB liet bij de publicatie van haar toezichtplannen voor 2022 begin van deze maand weten dat het nog steeds niet genoeg is; DNB vindt de tot op heden geboekte progressie nog onvoldoende. In de toezichtplannen voor het komende jaar geeft DNB aan er ‘streng op te blijven toezien dat financiële instellingen passende maatregelen nemen om betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit te voorkomen’.
Niet alleen DNB heeft aanhoudende aandacht voor de naleving van de anti-witwasregelgeving. Voor beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen kondigde de AFM in augustus van dit jaar aan een vervolgonderzoek naar transactiemonitoring te starten. De kans is uiterst reëel dat dit onderwerp volgend jaar in een terugblik over 2022, opnieuw een prominente plek heeft in het ‘lijstje’.
Duurzaamheidsregels
In 2021 heeft de financiële sector ‘warm’ mogen lopen voor de nieuwe duurzaamheidswetgeving. Net als de bestrijding van witwassen zal ook dit thema komend jaar belangrijk zijn. De Europese Commissie ziet het benodigde herstel en wederopbouw na de coronacrisis als een kans om de economie te herstructureren en te verbeteren op basis van het uitgangspunt dat duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) worden verwezenlijkt.
Met de inwerkingtreding van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) per 10 maart van 2021, is het voor financiële instellingen verplicht informatie over duurzaamheid aan klanten, op de website of in de prospectussen te vermelden. Financiële instellingen dienen klimaatgerelateerde en milieurisico’s in het risicomanagement te integreren. In het komende jaar treedt de gedelegeerde duurzaamheidswetgeving in werking.
Vooruitblik 2022
Wat in 2022 op de financiële sector afkomt is niet alleen een toename aan duurzaamheidsregelgeving maar ook een verlichting voor specifieke verplichtingen die voortvloeien uit MiFID II. Een selectie van drie (Europeesrechtelijke) normen die in 2022 in werking treden.
- Taxonomieverordening
Per 1 januari 2022 treedt de Taxonomieverordening in werking. Deze verordening is van toepassing op financiële instellingen wanneer sprake is van ecologische duurzame economische activiteiten.
Financiële instellingen – waaronder fondsbeheerders en beleggingsondernemingen – moeten (precontractuele) informatie en rapportages verstrekken hoe en in welke mate zij de criteria voor ecologische duurzame activiteiten gebruiken om de ecologische duurzaamheid van hun beleggingen te bepalen. De informatie moet beleggers in staat stellen de mate van duurzaamheid van het financiële product – bijvoorbeeld een vermogensbeheerportefeuille – te achterhalen.
- Gedelegeerde duurzaamheidswetgeving
Per 22 november 2022 treedt gedelegeerde duurzaamheidswetgeving MiFID II op het gebied van product governance in werking. Overigens worden in totaal zes gedelegeerde verordeningen gewijzigd: onder UCITS, AIFMD, MiFID, Solvency II en IDD.
Het doel van deze wijzigingen is dat financiële instellingen relevante financiële en operationele risico’s die volgen uit de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid identificeren, beoordelen en beheersen. Duurzaamheidsfactoren moeten worden opgenomen in interne productontwikkelingsprocedures (PARP) en in het beleggingsadvies aan klanten.
Concreet voorbeeld: indien een beleggingsonderneming in het kader van product governance (parp) de doelmarkt vaststelt, dient vanaf november 2022 ook vastgesteld te worden of het product aansluit bij de duurzaamheidsdoelstellingen van die doelgroep. Een ander voorbeeld is dat bij het testen van financiële producten moet worden nagegaan of het product gedurende de levensduur voldoet aan de vastgestelde duurzaamheids-doelstellingen van de tot de doelmarkt behorende klanten.
- Quick Fix MiFID II
Vanaf 28 februari 2022 moet de zogenaamde ‘MiFID II Quick Fix Richtlijn’ in Nederland worden toegepast. Deze Europese richtlijn is een direct gevolg van de COVID-19 pandemie en is onderdeel van een noodherstelpakket dat de Europese Commissie op 27 mei 2020 heeft gepresenteerd.
De bedoeling van deze richtlijn is onder meer om de complexiteit van de regelgeving en de nalevingskosten van MiFID II voor beleggingsondernemingen te verminderen. Enkele van deze ‘verlichtingsmaatregelen’ door de Quick Fix richtlijn op hoofdlijnen:
De richtlijn maakt elektronische communicatie met klanten tot het uitgangspunt.
- In de huidige MiFID II richtlijn (en gedelegeerde verordening) is het uitgangspunt dat informatieverstrekking op papier dient te geschieden en dat een alternatieve ‘drager’ alleen mag als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De Quick Fix Richtlijn verandert dit uitgangspunt, waardoor elektronische verstrekking van informatie aan klanten de standaard wordt.
- Professionele beleggers hoeven niet meer te worden geïnformeerd over de kosten van de verleende belegginsdienstverlening, tenzij sprake is van beleggingsadvies en individueel vermogensbeheer.
- Er hoeft geen kosten-batenanalyse te worden gemaakt voor een professionele belegger die wil wisselen tussen financiële instrumenten bij advies en individueel vermogensbeheer.
- De periodieke rapportages over de verleende diensten hoeven niet langer aan professionele beleggers te worden verstrekt. Professionele beleggers mogen hier nog wel om verzoeken.
- Vrijstelling van product governance eisen ten aanzien van financiële instrumenten die uitsluitend onder in aanmerking komende tegenpartijen worden verhandeld of onder hen worden verspreid.
Kortom: opnieuw genoeg te doen in het nieuwe jaar.
Laura Stortelder is advocaat financieel recht bij Hart Advocaten in Amsterdam, dat zich richt zich op de financiële markt. Cliënten zijn banken, verzekeraars, beleggingsinstellingen, beursfondsen, pensioenuitvoerders en trustkantoren. Hart Advocaten is één van de kennispartners van Fondsnieuws en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.