De officiële tekst van het Vlaams regeerakkoord wijdt vijf zinnen aan de hervorming van de erfbelasting. Dat de kersverse regering Diependaele I het letterlijk over ‘onrechtmatige achterpoortjes’ heeft, stuit nogal wat experts tegen de borst.
Vermogensbeheerders en private bankers kijken met spanning uit naar hoe de nieuwe Vlaamse regering onder leiding van minister-president Matthias Diependaele (N-VA) de aangekondigde hervorming van de successierechten gaat aanpakken. Het regeerakkoord geeft enkele indicaties, maar het valt op dat er geen cijfers of introductiedata vermeld worden. De nieuwe Vlaamse minister van Financiën Ben Weyts (N-VA) lichtte maandag een tipje van de sluier op, maar bleef ook karig met details.
De tekst uit het Vlaams regeerakkoord:
‘We hervormen en verlagen de erfbelasting, zowel voor de kinderen en de langstlevende als voor broers, zussen en andere personen’
Dat de Vlaamse regering aan een algemene verlaging gaat werken, wordt op applaus onthaald. Wanneer bijvoorbeeld de langstlevende ouder overlijdt, komen kinderen immers nog te vaak voor een onaangename verrassing te staan, met een erfbelasting tot 27 procent in de hoogste schijf.
‘Opmerkelijk is dat het niet alleen om een verlaging van de erfbelasting gaat, wat positief is, maar ook om een hervorming’, zegt fiscaal advocaat Dirk Coveliers van het kantoor LLJ over de regeringsplannen. ‘Maar de tekst is wel nog redelijk vaag, zowel qua moment van inwerkingtreding als qua toepassing.’
Weyts bevestigde wel dat de verlaging van de successierechten stapsgewijs zal gebeuren vanaf 2026 en op kruissnelheid in 2029 zal neerkomen op 350 miljoen euro minder inkomsten voor de Vlaamse staatskas.
‘Iedereen moet kunnen genieten van een lagere erfbelasting, waarbij we in eerste instantie onze focus leggen op de kleine en middelgrote erfenissen’
‘Die focus vind ik positief’, zegt advocaat Gertjan Verachtert van het kantoor Sansen. ‘De Vlaamse regering denkt wellicht aan de burgers die hun leven lang sparen en niet aan vermogensplanning doen. Al is het wel zo dat er vandaag al een heleboel opties bestaan voor de wakkere burger om via de notaris zijn erfbelastingen te beperken, ook voor kleine vermogens.’
‘Alhoewel kleinere vermogens dezelfde tools hebben als grote vermogens om aan erfenisplanning te doen – denk aan de bankgift, schenking tegen 3 of 7 procent, een huwelijkscontract of een testament – kan men in de praktijk vaststellen dat niet alle Vlamingen hier evenveel aandacht aan besteden. Hierdoor komen kleinere vermogens vaak in de hogere tarieven terecht.’
‘We hebben in deze hervorming ook specifieke aandacht voor de situatie waarbij een overledene niemand nalaat of kan begiftigen in rechte lijn’
Wanneer er geen erfgenamen in de rechte lijn zijn (kinderen, ouders of partners), kan de erfbelasting oplopen tot 55 procent in de hoogste schijf. De Vlaamse regering lijkt dit voor de bewuste bevolkingsgroep, de kinderloze erflaters, te willen milderen, bovenop bestaande regelingen zoals de vriendenerfenis.
Verachtert: ‘Positief is dat men hier rekening houdt met het feit dat het “klassieke gezin” niet meer de standaardvorm is.’
VUB-professor en fiscaal advocaat Michel Maus suggereert op LinkedIn dat de Vlaamse regering wel wat verder kon gaan in het aanpassen van de tarieven aan de veranderende samenlevingsvormen.
‘De fiscale passages uit het Vlaams regeerakkoord bevatten wel interessante pistes, maar blijven vaag en er wordt ook niet “doorgepakt”. Dit gaat om bijsturen, niet om hervormen. Dit is jammer, want net in de registratie- en erfbelasting kan heel wat hervormd worden.’
‘We behouden het principe dat de schenkbelasting niet hoger mag zijn dan de erfbelasting’
Dat schenkingen een voordeliger fiscale aanpak krijgen dan erfenissen, wordt algemeen als een goede zaak gezien. ‘De gekozen formulering laat in theorie wel de mogelijkheid open tot verhogingen van de schenkbelastingen, zolang ze lager blijven dan successierechten’, merken sommige experts, waaronder Verachtert, wel op.
‘Onrechtmatige achterpoortjes worden gesloten’
De laatste zin over de erfbelastingen uit het regeerakkoord wekt de meeste reacties op in het wereldje van advocaten en fiscalisten. Het gehanteerde woordje ‘achterpoortjes’ schiet bij menig adviseur van familiale vermogens in het verkeerde keelgat.
Hoewel de officiële tekst daar niets over zegt, gaan fiscale advocaten ervan uit dat de Vlaamse regering twee zaken viseert.
Er wordt op gespeculeerd op dat de Vlaamse regering de gratis schenking van een familiebedrijf gaat beperken en bedrijven met vastgoed gaat uitsluiten.
Ten tweede wordt verwacht dat de Vlaamse regering strenger wordt voor private stichtingen als vehikel om familiale patrimonia in onder te brengen en door te geven. De ingebrachte activa moeten volgens de wet een ‘belangeloos doel’ dienen, maar daar bestaan verschillende interpretaties over. De Vlaamse wetgever zou dat nu strakker kunnen omlijnen.
‘Dit lijkt me een reactie van de Vlaamse regering op eerdere mediaberichten over rijke families die erfbelasting zouden ontlopen via private stichtingen’, zegt Verachtert. ‘Maar dit is volgens mij helemaal geen achterpoortje. Inzake de inkomstenbelasting is een stichting onderworpen aan rechtspersonenbelasting, die vergelijkbaar is met de personenbelasting. Daarnaast zijn schenkingen en legaten aan stichtingen onder bepaalde voorwaarden belastbaar.’
‘Ten slotte werd vorig jaar reeds de patrimoniumtaks hervormd, waardoor er voor Belgische stichtingen een volwaarde patrimoniumtaks van 0,45 procent bestaat. Dat lijkt weinig, maar vermenigvuldig 0,45 procent elk jaar met pakweg 10 miljoen euro en je komt aan aardige bedragen.’
Een hervorming wordt voor de Vlaamse regering hoe dan ook een delicate zaak, want als vermogende families voor alternatieve constructies gaan opteren, lopen de fiscale inkomsten uit private stichtingen uiteraard terug.
Ook belangrijk: Weyts kondigde aan dat hij de zogeheten verdachte periode voor giften die niet bij de notaris geregistreerd zijn, gaat verlengen van drie naar vijf jaar. Vlaanderen volgt daarmee het Waalse voorbeeld.
Als de schenker van zo’n hand- of bankgift binnen de vijf jaar overlijdt, dan worden de geschonken goederen geacht nog tot het patrimonium van de overleden schenker te behoren. Die activa moeten dus nog vermeld worden in de aangifte van de nalatenschap, met erfbelastingen (die hoger liggen dan de schenkbelastingen) tot gevolg.