De grote vraag voor obligatiebeleggers is of het Europese herstelfonds een opmaat is naar een meer politiek en fiscaal geïntegreerde regio. Is dat inderdaad het geval, dan betekent dat een grote stap vooruit voor de Europese obligatiemarkt.
Dat zegt Konstantin Veit van Pimco in gesprek met Fondsnieuws. ‘Als dit een eenmalige actie is, zal er weinig veranderen. Maar op het moment dat er een structurele verandering ingezet is, kan de Europese markt een grotere rol gaan spelen voor beleggers wereldwijd.’
Komt het tot een structurele verandering, dan kunnen de spreads van schuldpapier uit verschillende landen, weer dichter bij elkaar komen te liggen volgens de portefeuillebeheerder van de European Rates desk. ‘Kijk maar naar de periode van de invoering van de euro in 1999, 2000. Tussen die periode en de financiële crisis was er weinig verschil tussen de yield van bijvoorbeeld Griekenland en Duitsland.’
‘Niet omdat de fundamentele onderliggende waarden van de landen vergelijkbaar waren, maar simpelweg vanwege de hoop dat een monetaire unie zou zorgen voor meer fiscale en politieke eenheid. Die hoop duwde de spreads omlaag. Ook nu is dat zo: hoe groter de perceptie dat we weer dichter bij eenheid komen, des te lager worden de spreads.’
Effect voor indexbeleggers
Gevraagd naar de kortetermijngevolgen voor obligatiebeleggers van het herstelfonds met een omvang van 750 miljard euro, zegt de portfoliomanager dat die beperkt zijn. ‘Eigenlijk is er vooral een effect voor indexbeleggers, die vanwege het gewicht van de uit te geven obligaties een steeds groter deel van hun vermogen naar de EU zullen alloceren. Nu staat er 52 miljard euro van de EU uit in de markt, dat wordt veel meer. Hiermee zal de EU de nummer-4 uitgever van Europa worden, met een uitgifte van in totaal 1000 miljard euro aan EU-obligaties.’
Obligatiebeleggers zullen volgens de belegger eerst bekijken wat voor leningen er nu precies naar de markt komen. ‘De Europese Unie is al een uitgever van obligaties en blijft dat. Wij zullen dus kijken naar de relatieve waarde. Hoe is die ten opzichte van bijvoorbeeld een Franse staatsobligatie? Welke looptijd hebben de obligaties, welke yield? We benaderen deze obligaties net zoals andere obligaties, en kopen alleen als we ze aantrekkelijk vinden.’
Portefeuille-aanpassingen
Pimco heeft dan ook amper aanpassingen gedaan in de obligatieportefeuille volgend op het nieuws, buiten wat kleine transacties met een kleine waarde omdat Europese obligaties wat goedkoper werden. Veit: ‘Uiteraard geeft het wat meer vertrouwen voor Europese risicovolle assets, dat er nu een oplossing ligt die een combinatie is van monetair en Europees fiscaal beleid waarbij het nationale niveau overstegen wordt. Een belegging in bijvoorbeeld corporate spread wordt daarmee wat minder risicovol, dus we zijn wat optimistischer met betrekking tot de blootstelling aan Europese bedrijven of perifere spread.’
Veit doet de uitspraken daags na het besluit van de Europese Commissie - die een AAA-status heeft in de obligatiemarkt - om 750 miljard euro te gaan lenen op de financiële markten. 390 miljard euro is bedoeld voor de bevordering van economisch herstel na de coronacrisis in de lidstaten, 360 miljard euro wordt via goedkope leningen verdeeld.
Dat Pimco geen grote draai heeft gemaakt, komt ook door de vraagtekens die nog staan bij de vervolgacties van de EU en de Europese Centrale bank. En vanwege de vraag welk effect het nu precies zal hebben op de economie.
Inflatie
Veit: ‘In het ideale geval helpt het herstelfonds de besluiten het GDP-cijfer de komende jaren omhoog, maar is het ook positief voor de macro-economische vooruitzichten en een impuls voor het inflatiecijfer. De ECB heeft benadrukt voorstander te zijn van een beleid waarbij het fiscale beleid in Europa meer hand in hand gaat met het monetaire beleid. Je hebt het allebei nodig om de inflatie dicht bij de 2 procent te brengen en de groei aan te zwengelen.’
‘Let wel: het fonds zou moeten helpen, maar het is niet alleen het herstelfonds dat problemen oplost. Europa was voordat de corona-crisis uitbrak, al druk bezig om de inflatie terug te krijgen naar 2 procent, via kwantitatieve verruiming sinds 2015. Het herstelfonds en het PEPP zijn nodig om de inflatie in ieder geval op het niveau op pre-covid-niveau te krijgen.’
Over mogelijke vervolgstappen van de ECB zegt de portefeuillebeheerder dat het leven voor de centrale bank hopelijk wat makkelijker wordt met de komst van het herstelfonds en met een samenkomst van politiek en monetair beleid. ‘Hoe meer andere landen bijdragen, hoe hoger de kans dat de nu genomen maatregelen afdoende zijn. De beslissingen van de EU-top kunnen dus betekenen dat de ECB minder hoeft te doen en minder agressief hoeft te handelen, dan de bank zou doen zónder het fonds.’