Zijn baan als hoofd marketing bij Triodos Bank Nederland verruilde hij enkele zomers terug voor de functie van algemeen directeur van de Apenheul. Roel Welsing wilde een rol waarin natuur meer op de voorgrond zou staan.
‘Reflecteren op wat je doet is misschien wel het allerbelangrijkste voor een organisatie. Dat heb ik geleerd bij Triodos en dat probeer ik ook door te voeren bij het Apenheul-MT. Waarom houden we de dieren die we houden, waarom doen we de dingen die we doen, hoe ziet het publiek ons? Je moet kritisch blijven, blijven filosoferen. Ik zou zeggen: zet in iedere raad van bestuur een filosoof.
Eigenlijk heb ik het belang van reflectie al vroeg meegekregen. Mijn moeder was de eerste vrouwelijke voorzitter van het CDA in Veghel, waar ik ben opgegroeid. Het ging altijd ergens over, thuis. Mijn ouders gaven me mee: Je bent voor meer verantwoordelijk dan alleen voor jezelf, en je krijgt je talenten niet alleen voor jezelf. Zij hebben dat in de praktijk gebracht door een paar jaar ontwikkelingswerk te doen in Tanzania, waar ik ook ben geboren.
Ook ik wilde een bijdrage leveren aan een positieve ontwikkeling van de maatschappij, verantwoordelijkheid nemen voor de kwetsbare mens en natuur. Ik hoorde over microkrediet, waarbij je mensen in hun kracht zet, hen aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid.
Geitenwollensokken als afscheidscadeau
Achter dat microkrediet zat Triodos, een piepkleine bank die niemand kende. In 2004 maakte ik de stap van de high-end marketing consultancywereld - waar ik destijds werkzaam was - naar Triodos, tegen een lager salaris. Niemand begreep dat indertijd. Ik kreeg geitenwollensokken als afscheidscadeau.
Bij Triodos begonnen we met anderhalve man en een paardenkop, maar we groeiden met 10, 20, 30 procent per jaar tot de huidige Triodos Bank, die tien keer zo groot is. Ik zette de marketing op, gaf de sales een impuls, heb de klantcontactafdeling opgezet. Ik heb me bij Triodos enorm kunnen ontwikkelen, werd in 2013 door vakgenoten zelfs gekroond tot ‘Marketeer of the Year’.
Mijn werk bood veel voldoening, maar ik werkte óók al 12,5 jaar met dezelfde mensen. Het was tijd voor wat anders.
Drie jaar geleden dacht ik: wat ga ik nu doen? Ik kwam net terug van een sabatical, iets waar ik eens in de vijf jaar tijd voor probeer te maken. Ik besefte dat ik meer wilde doen met de natuur, en maakte dat tot thema voor mijn nieuwe werkomgeving. We staan als mensen niet boven de natuur; we zijn er onderdeel van. Dat lijken we ons niet altijd te beseffen.
Apen-dieet
Toeval of niet, prompt stond er een vacature voor directeur van de Apenheul in de krant. Het contrast met de financiële sector is groot, maar ik ben ervoor gegaan. Nu, eenmaal bij Apenheul, vind ik het nu leuk om te bedenken hoe je én commercieel succesvol kunt zijn, én maatschappelijk relevant.
Een van de onderwerpen waar ik me bijvoorbeeld mee bezighoud, is gezonde voeding. We hebben een voedingsdeskundige die kijkt naar de voeding van de apen en die individuele diëten opstelt. Aanleiding om dat onderwerp eveneens te bespreken met de kinderen die ons park bezoeken. ‘Welke aap is de sterkste, denk je’, vraag ik een kind dan. ‘En weet je wat hij eet?’ Dat een gorilla 100 procent vegetariër is, maar intussen vele malen sterker dan hun - heel sterke - vader, vinden ze ongelooflijk. Een mooie bruggetje naar hun voedselpatroon, dat we verweven in een lesprogramma over voeding op basisscholen in Apeldoorn en omgeving.
We hosten bij Apenheul zo’n 300 zakelijke evenementen per jaar. Het gedrag van apen kun je heel goed gebruiken voor leiderschapsontwikkelingen en groepgedrag. Je kunt mensen op die manier op een luchtige manier een spiegel voorhouden.
Mono-cultuur in de sector
Als ik vanuit mijn huidige rol kijk naar de financiële sector, valt me op hoe de toegenomen druk vanuit wet- en regelgeving de creativiteit en het ondernemerschap vertraagt. Banken gaan meer en meer op elkaar lijken. Normatief denken wordt gestimuleerd. Zo van: als we de checklist maar afvinken, zitten we goed. De nadruk op compliance zorgt voor een mono-cultuur, om maar even in de natuurtermen te blijven. Alles gaat op elkaar lijken, terwijl (bio)diversiteit niet alleen de natuur, maar ook de economie krachtiger maakt.
Ik snap wel waar de beweging vandaan komt, de sector heeft dit deels over zichzelf afgeroepen. Maar in plaats van banken te overladen met wet- en regelgeving, zouden beleidsbepalers hen ook kunnen bewegen naar hun oorspronkelijke rol: dienstverlenend zijn.
Dat geldt zeker voor betalingsverkeer: een basisbehoefte. Zonder toegang tot het betalingsverkeer, kun je niet meedoen in de maatschappij. Toch zien banken het als bron van inkomsten in plaats van een basisdienst. Ik wil niet zeggen dat het niks mag kosten, maar de insteek is anders.
Bedrijven kunnen geld steken in het opdrijven van aandeelhouderswaarde en bonussen, maar ook in andere waarden. Als je geld in iets investeert, kun je dingen in gang zetten. Dat kan met crowdfunding, maar ook met beleggingsfondsen. Investeer je in cola, of in duurzame energie?
Gelukkig wordt hier steeds meer over nagedacht en op gereflecteerd, ook door andere banken dan Triodos Bank. Het besef dat ook de financiële sector kan werken aan milieu en klimaat, groeit.’