De hoeveelheid fondsbeheerders die onder voorwaarden is vrijgesteld van een AIFM-vergunning is in vier jaar tijd met bijna 50 procent gestegen tot 747 in 2023. Het aantal fondsen van deze zogenaamde “light-beheerders” is in die periode zelfs bijna verdubbeld. De beheerders beleggen hoofdzakelijk in private equity.
Dat blijkt uit een rapport van de Autoriteit Financiële Markten, gebaseerd op interne data. Sinds 2019 registreren zich jaarlijks gemiddeld zestig nieuwe light-beheerders, schrijft de toezichthouder.
In 2014 trad de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) in werking, destijds ook wel de “hedgefondsenrichtlijn” genoemd. De Europese richtlijn plaatste alternatieve beleggingsfondsen onder toezicht en zorgde ervoor dat ook deze fondsen aan regels rondom transparantie en de bewaring van stukken moesten voldoen.
‘Kleine’ beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen vallen niet onder de richtlijn, mits ze zich houden aan de vrijstellingseisen: het totaal beheerd vermogen mag niet groter zijn dan 100 miljoen euro, óf 500 miljoen euro – mits de beheerder geen gebruikmaakt van hefboomfinanciering en het fonds de eerste vijf jaar closed-end is. Verder moet de deelname minimaal 100.000 euro per investeerder zijn (die ineens opgevraagd moet worden) of moet de aanbieder zich beperken tot aanbod aan maximaal 149 beleggers.
‘De AFM neemt een toename waar in het aantal light-beheerders dat belegt in cryptoactiva’
Juist deze groep light-beheerders groeit hard. In 2019 waren het er 504, in 2023 dus bijna 750, een groei van bijna 50 procent. De hoeveelheid fondsen van deze beheerders steeg intussen zelfs met 100 procent, tot 1542 eind vorig jaar.
Ter vergelijking: de populatie vergunninghouders steeg tussen 2019 en 2023 met “slechts” 15 procent. In 2023 waren er 110 AIFM-vergunninghouders, waarvan 14 nieuw, blijkt uit de cijfers van de AFM.
Alle wegen naar AIFMD
Onder meer IBS Capital Allies, Wijs & Van Oostveen, Trustus Capital Management, WNP, Antaurus, Anthos Fund & Asset Management en Laaken Asset Management hebben zo’n volledige vergunning. Zeker voor vermogensbeheerders die een aanbod willen bieden of uitbreiden in private markten, lijken alle wegen uiteindelijk naar de AIFMD te leiden, bleek eerder uit veldonderzoek van Investment Officer. Een vergunning biedt innovatiekracht en een kwaliteitskeurmerk en daarmee concurrentievoordeel, aldus experts en beheerders destijds.
Juist private markten, in het bijzonder private equity, zijn in trek bij light-beheerders. Volgens het onderzoek belegt 62 procent van de beheerders in private equity, wat neerkomt op 16 miljard. Andere beleggingscategorieën die populair zijn, zijn vastgoed (3,6 miljard euro, 14 procent) en fund of funds (2,7 miljard euro, 10 procent).
In het onderzoek van de AFM is het huidige percentage niet afgezet tegen historische data, maar Head of New Funds Joris Rump van fondsadministrateur AssetCare merkt ‘zeker’ dat private equity bij dit soort fondsen steeds groter wordt. AssetCare verzorgt de doorlopende beleggingsadministratie van fondsen en rekent daardoor veel light-beheerders én vergunninghoudende partijen tot haar klantenkring. De focus van de firma ligt steeds meer bij private equity, zegt Rump, een beweging die ook te zien is bij concurrenten in het veld.
‘Ook het aandeel van fund of funds wordt steeds groter. Het idee erachter is de democratisering van private markten. De allerbeste deals hebben veelal een ticket size van tientallen miljoenen euro’s en verlangen een hoog inschrijfbedrag. Een dergelijk hoog bedrag kan een particuliere of zakelijke belegger meestal niet zelfstandig investeren. Daarom worden de investeringen van deze beleggers steeds vaker gebundeld en via een feeder of fund of funds gealloceerd aan private markten.’
Beleggen in crypto
11 procent van de light-beheerders belegt in “other”, waartoe ook crypto behoort. ‘De AFM neemt een toename waar in het aantal light-beheerders dat belegt in cryptoactiva’, schrijft de toezichthouder. ‘Vergunninghouders daarentegen lijken niet of nauwelijks te beleggen in cryptoactiva. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het voor vergunninghouders verplicht is om een bewaarder te hebben en dat Nederland in 2023 nog geen bewaarders had die op basis van hun vergunning cryptoactiva in bewaring mochten nemen. Voor light-beheerders geldt de verplichting van het hebben van een bewaarder niet.’
Rump wijst in dit verband op de verordening Europese markten in cryptoactiva (MiCAR), die voorschrijft dat per 30 juni volgend jaar alle partijen die crypto-activadiensten aan willen bieden in Nederland een MiCAR-vergunning nodig hebben. ‘Zonder MiCAR zijn de transacties die cryptofondsen uitvoeren via cryptoactivadienstverleners -vrijwel- ongereguleerd, wat ook aanzienlijke risico’s met zich meebrengt voor bewaarders. De vraag blijft of de AFM überhaupt een vergunninghoudend cryptofonds zal toestaan tot dergelijke partijen wél over een MiCAR-vergunning beschikken.’
Fondsbeheerder Maven11 koos voor een fonds in digital assets in 2023 het op crypto georiënteerde Liechtenstein als domicile. Door samen te werken met aldaar gereguleerde partijen kan M11 Funds onder een Europees paspoort onder de vergunning van de custodian en portefeuillemanager fondsen aanbieden. Een “gewone” AIFMD-vergunning zou te lang geduurd hebben, zei managing partner Martijn Veen destijds in gesprek met Investment Officer.
Het totaal door light-beheerders beheerde vermogen stond in 2023 op 26 miljard euro, voor AIFM-vergunninghouders was dit 932 miljard. Ter vergelijking: voor de eerste groep was dit een groei van zo’n 75 procent, voor de tweede groep een daling van ongeveer 20 procent.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- Toestroom private markten brengt AIFMD op het menu
- M11 passeert ‘trage AFM’ en kiest Liechtenstein voor fondsvergunning digitale assets
- Democratisering private markten slechts mondjesmaat op gang