Nederland hoeft geen dividendbelasting terug te betalen aan buitenlandse beleggingsinstellingen. Dat heeft de Hoge Raad vandaag in een vonnis bepaald. Daarmee wordt een eerdere uitspraak van het Gerechtshof in Den Bosch ongedaan gemaakt.
De uitspraak betekent een meevaller voor de schatkist van mogelijk 1 miljard euro.Het Gerechtshof had maart vorig jaar nog bepaald dat een in Finland gevestigd beleggingsfonds aanspraak kon maken op teruggaaf van eerder ingehouden dividendbelasting. Het ministerie van Financiën ging hiertegen in cassatie bij de Hoge Raad.
‘Willekeurige discriminatie’
Het niet verlenen van de teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting was volgens het Gerechtshof een willekeurige indirecte discriminatie en was in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer.
De hoogste rechters hebben nu echter bepaald dat een buitenlands fonds niet vergelijkbaar is met een in Nederland gevestigde rechtspersoon. Van strijd met het vrij verkeer van kapitaal (artikel 56 EG-Verdrag, nu artikel 63 Verdrag over de werking van de Europese Unie) is volgens de Hoge Raad geen sprake.
Duizenden claims
Volgens accountantsorganisatie KPMG lagen er duizenden vergelijkbare claims te wachten op de uitkomst van het cassatieverzoek.
Het ministerie van Financiën had voor de rechtbank in Breda in eerste instantie wel gelijk gekregen in de zaak tegen het Finse beleggingsfonds.
Geen disicriminatie
Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de Hoge Raad afgeleid dat voor de vaststelling of een lidstaat bij de wetgeving over inhouding van belasting over bepaalde baten vennootschappen uit een andere lidstaat discrimineert, in het algemeen niet van belang is hoe die baten door die andere lidstaat fiscaal worden behandeld.
Hieruit volgt dat de omstandigheid dat dit beleggingsfonds in Finland is vrijgesteld van winstbelasting niet maakt dat hij vergelijkbaar is met een Nederlandse rechtspersoon die niet is onderworpen aan vennootschapsbelasting.
Lees meer achtergronden op de website van KPMG Meijburg
In cassatie stond vast dat het beleggingsfonds, als dit in Nederland zou zijn gevestigd, wel onderworpen zou zijn aan vennootschapsbelasting. Daardoor behoort het Finse beleggingsfonds niet tot de groep waarvoor de tegemoetkoming (van artikel 10, lid 1, van de Wet op de dividendbelasting 1965) is bedoeld. Dit is geen discriminatie, stelde de Hoge Raad vrijdag.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
‘Dividendbelasting buitenlands fonds retour’
Vermogensbeheerders winnen slag in Frankrijk