In het derde kwartaal daalde de vastgoedactiviteit in België met slechts -1,4 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2021. Dat blijkt uit de Vastgoedbarometer van de Federatie van het Notariaat (Fednot).
De prijs van een huis zat in de eerste 9 maanden van het jaar in de lift: +7,6 procent in vergelijking met het jaargemiddelde van 2021. De prijs van een appartement steeg minder snel: +3,4 procent. Opvallend: het percentage kopers dat 30 jaar of jonger was, nam dit jaar toe in vergelijking met 2021.
De jongere kopers (30 of jonger) waren volgens de notarissen bijzonder actief omdat ze vrezen voor nog hogere rentevoeten, en omdat ze zich willen indekken tegen inflatie. Een dergelijke redenering vindt men vaker bij oudere kopers, die tweede woningen kopen als beleggingspand.
Leeftijd
Wie dit jaar al vastgoed in België kocht, was gemiddeld 39,2 jaar oud. Ter vergelijking: in 2017 ging het om 39,6 jaar. In vergelijking met 2021 zat het percentage jonge kopers in de lift in de eerste 9 maanden van 2022. Volgens de notarissen daalde het percentage oudere kopers in de eerste negen maanden van 2022. Dat kan betekenen dat beleggers minder actief zijn op de markt.
De registratierechten in Vlaanderen voor de niet-eerste eigen woning zijn opgetrokken tot 12 procent onlangs. Ook maakt de regering plannen om de zogenaamde ‘woonbonus’ voor tweede verblijven en opbrengstpanden in de personenbelasting af te schaffen vanaf 2024. Die regeling zorgde ervoor dat kapitaalaflossingen en interesten konden worden verrekend.
De hogere rentevoeten zorgen er dus niet voor dat de Belgische vastgoedmarkt stilvalt, integendeel. Er is wel ongerustheid over de hoge prijzen.
Beursgenoteerd vastgoed
Beursgenoteerde vastgoedvennootschappen (GVV’s) hebben sinds begin dit jaar wel serieuze klappen gekregen. Dat heeft te maken met de rentestand en de correcties van opbrengstpanden.
Kennisexpert Gert de Mesure denkt dat de indexeringen de GVV’s zullen helpen. ‘We denken dat er eentje is die de volgende maanden wat koerssteun zou kunnen bieden en dat is de huurindexering. De hoge inflatie mag immers doorgerekend worden in de huurprijzen, wat het totale resultaat van de vastgoedaandelen ten goede komt en dat moet een positieve impact hebben op de koers van die aandelen. Of laat het ons anders stellen, huurindexeringen kunnen de negatieve impact van hogere rentevoeten compenseren.’
Die huurindexeringen liggen volgens De Mesure gevoelig, want ze moeten opgehoest worden door winkeliers die reeds een moeilijke periode achter de rug hebben, door rusthuizen die door het personeelstekort en door corona al met hogere werkingskosten geconfronteerd en door bedrijven die met hogere loonkosten en gestegen grondstoffenprijzen af te rekenen hebben.