Alexander Roepers
roepers.jpg

Veel Amerikaanse hedgefondsbeleggers hebben hun hoge kosten vorig jaar bepaald niet kunnen rechtvaardigen. Dat geldt ook voor Alexander Roepers.

Deze Nederlander is sinds begin jaren negentig in New York actief met zijn hedgefonds Atlantic Investment Management voor onder meer vermogende Nederlanders.

Ondanks een eindsprint in de laatste twee weken van december bleven Roepers en zijn dertig werknemers in New York en Tokio met hun belangrijkste fondsen zwaar achter bij de indices die hij als benchmark gebruikt. De meeste van zijn klanten kregen in 2014 verliezen voor de kiezen.

Dat blijkt uit een presentatie aan zijn deelnemers van 17 december die in bezit is van het FD en uit cijfers van persbureau Bloomberg.

Cambrian Fund

Met zijn hoofdfonds Cambrian Fund concentreert Roepers zich op een handvol Amerikaanse longposities. Dit fonds stond half december flink in het rood: 7,5 procent verlies.

Met zijn andere grote fonds, AJR/Quest, stond Roepers toen zelfs op 10,3 procent verlies. Dit fonds belegt in long- en shortposities in een handvol middelgrote Amerikaanse aandelen.

In de tweede helft van december beleefde de beurs een eindejaarsrally. Roepers kon zo zijn verliezen flink verkleinen. Volgens gegevens van Bloomberg sloot zijn Cambrian Fund met 1,6 procent verlies. AJR/Quest incasseerde een verlies van 6,4 procent.

De passieve volger van de index had een beduidend beter jaar. De S&P 500, de benchmark die Roepers voor deze fondsen hanteert, sloot 11,4 procent hoger. Zijn Europa-fonds sloot met 7,9 procent verlies en zijn wereldwijde fonds sloot 8,2 procent lager. Zijn Japan-fonds sloot 2014 juist met een ruime winst af: +16,4 procent.

‘Fenomenale rendementen’

In New York wilde een woordvoerder niet reageren op een verzoek om commentaar op de slechte resultaten. Twee jaar geleden zag de mediaschuwe topbelegger op een congres in New York de gouden tijden voor aandelen aanbreken. Roepers zei: ‘Ik verwacht fenomenale rendementen, mits je goed selecteert.’

Vooral met zijn selectie van longposities in fondsen als Owen Illinois, Sulzer en Rolls-Royce Holdings stelde Roepers in 2014 teleur.

Hij verwacht nu een comeback van zijn aandelen. In de presentatie aan beleggers zegt hij rekening te houden met koersstijgingen van 56 procent (Rolls-Royce) tot liefst 67 procent (Owen Illinois) in een of anderhalf jaar tijd.

De verliezen van Roepers in 2014 staan in schril contrast met zijn prestaties in het voorgaande jaar. In 2013 boekte hij met AJR/Questfonds nog 20,3 procent rendement. Het Cambrian-fonds schreef zelfs 38,3 procent bij. Maar 2013 was in Amerika dan ook een fenomenaal beursjaar; de S&P500 schreef er 32,4 procent bij.

Roepers piekte in 2007 met 4,9 miljard dollar onder beheer. De helft van de inleg zit in het Cambrian Fund en een kwart in AJR/Quest. Eind vorig jaar belegde hij met 2,05 miljard dollar, waarvan een deel eigen geld was.

John Paulson

In de VS is Roepers met zijn zwakke prestaties geen uitzondering. De meeste actieve beleggers zijn vorig jaar verslagen door passieve en goedkope indexbeleggers. Volgens onderzoeksbureau HFR hebben hedgefondsen gemiddeld slechts 2 procent rendement geboekt na aftrek van kosten. De bekende hedgefondsbelegger John Paulson boekte met een fonds zelfs 19 procent verlies.

Hedgefondsbeleggers pretenderen met hun complexe strategieën in zowel goede als slechte tijden geld te kunnen verdienen. Die belofte maken ze echter lang niet altijd waar. Roepers rekent standaard een 1,5 procent managementvergoeding. Daarnaast eist hij een vijfde van de winst op bij een positief rendement.

De hoge kosten van deze beleggers zijn moeilijk te rechtvaardigen als de rendementen niet beter of zelfs slechter zijn dan die van de index.

Vaarwel

Sommige institutionele beleggers zeggen hedgefondsen daarom vaarwel. In Amerika bouwde Calpers — een van ‘s werelds grootste pensioenfondsen — zijn beleggingen in dit soort exclusieve fondsen helemaal af. In Nederland maakte pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) vorige week bekend te stoppen met hedgefondsen.

De geboren Hagenaar Roepers (1959) is voor zover bekend de succesvolste Nederlandse eigenaar van een hedgefonds in Amerika. Het rendement van zijn fondsen sinds oprichting is wel heel goed.

Zijn Cambrian Fund bestaat sinds 1992 en claimt een gemiddeld jaarrendement van 18,1 procent. Een miljoen dollar inleg bij oprichting zou nu 40 miljoen dollar waard zijn, schrijft Roepers bij zijn grafiek in de presentatie aan beleggers. De S&P500 won in dezelfde periode gemiddeld 9,4 procent per jaar.

Met AFR/Quest zegt Roepers een gemiddeld jaarrendement van 11,5 procent te hebben sinds 1993. Zijn slechtste jaar was 2008 toen zijn beleggingen in waarde halveerden en beleggers massaal hun geld terugtrokken.

Geëngageerde activist

Roepers ziet zichzelf als een ‘geëngageerde aandeelhouder-activist’, iemand die graag achter de schermen opereert om op vriendelijke toon verandering bij bedrijven af te dwingen. Als waardebelegger mijdt Roepers concerns die hij niet kan doorgronden zoals banken, verzekeraars en de meeste technologiebedrijven.

Zijn laatste grote belegging is Oil States International.

Lucerne Capital

Niet alle Nederlandse hedgefondsbeheerders faalden vorig jaar. Lucerne Capital deed het met 10,8 procent rendement wel goed. Vergeleken met Roepers’ Atlantic Investment Management is Lucerne klein: het heeft vijf keer zo weinig geld onder beheer als Atlantic.

Lucerne Capital wordt gerund door twee Nederlanders in Greenwich, Connecticut. Met hun focus op Europese aandelen boekten fondsbeheerders Pieter Taselaar en Thijs Hovers in 2014 een dubbelcijferig rendement na aftrek van kosten.

De positieve bijdrage kwam van longposities in Altice en Aalberts Industries.

De shortposities in Imtech en Fugro leverden het fonds veel geld op. ‘Het was een lastig jaar met veel onrust’, zegt Hovers, ‘maar we hebben toch een aardig rendement weten te halen.’ Sinds de oprichting dertien jaar geleden is door Lucerne, met naar eigen zeggen 390 miljoen dollar aan belegd vermogen, elk jaar gemiddeld 13,8 procent bijgeschreven.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 20 januari 2015

 

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No