Edin Mujagic en Martien van Winden, Hoofbosch
Edin Mujagic en Martien van Winden, Hoofbosch

Goedkope indextrackers zijn populair door hun eenvoudige toegang tot brede risicospreiding. Hoofbosch ziet spreiding als overschat en richt zich op risicomijding, wat het fonds een duidelijke ‘kluisfunctie’ binnen portefeuilles geeft.

‘Een omgeving waarin alle boten stijgen, ook die met gaten erin.’ Zo omschrijft Edin Mujagić, fondsbeheerder bij Hoofbosch, de aanhoudende populariteit van indexfondsen. Hoewel stijgende aandelenmarkten de indruk wekken dat alles goed gaat, waarschuwt hij dat onderliggende risico’s nog steeds bestaan. ‘Kijk je nu naar een grafiek van de aandelenmarkten dan zou je haast denken dat inflatie, of de oorlog tussen Oekraïne en Rusland, non-events zijn.’

Dat indexfondsen en ETF’s bescherming bieden door risico’s te spreiden, is volgens Mujagić een illusie. ‘Kijk naar de hoge weging van de top 9 aandelen in de MSCI World Index. Zodra Amerikaanse techreuzen onder druk komen te staan, merk je hoe beperkt het diversificatie-effect eigenlijk is.’

Het fondshuis uit Haarlem is van mening dat er een markt is voor zowel passief als actief beheer. ‘De ontwikkeling naar passieve beleggingsinstrumenten is blijvend. Maar wie gelooft in specifieke bedrijven, zoals waarde- of groeiaandelen, of juist risico wil mijden, zoals wij bij Hoofbosch doen, komt bij actieve strategieën beter tot zijn recht.’

Hoofbosch put uit een klantengroep die bewust kiest voor een lager risico in aandelen. ‘Men zoekt, soms mede ingegeven door de leeftijd, de combinatie tussen vermogensgroei en stabiliteit versus maximale groei’, aldus Mujagić. ‘We hebben ook geen outflow ervaren door passieve beleggingsinstrumenten.’

Volgens het halfjaarverslag 2024 bereikte het fonds in 2022 een piek van 1.273 participanten. In datzelfde jaar leed het fonds een verlies van 12,83 procent. Daarna volgde uitstroom tot 1.151 participanten. Het fondsvermogen groeide naar 293 miljoen euro, maar ligt nog onder het record van 321 miljoen in 2021.

‘Wij zijn een bedrijf, meneer, geen museum’

Hoewel Mujagić zeker geen tegenstander is van passief beleggen, vindt hij dat de methode, het menselijke aspect van investeren negeert. ‘Financiële data is voor ons ook belangrijk, maar niet alles valt in grafieken of cijfers te vangen. Zo speelt de kwaliteit van het management en de bedrijfscultuur ook een belangrijke rol.’

Het team van Hoofbosch bezoekt dan ook elk portefeuillebedrijf persoonlijk, wat soms tot inzichten leidt die je niet uit de jaarverslagen zou halen. ‘Je hebt liever dat een bedrijf een kantoor boven zijn fabriek heeft dan een flitsend hoofdkantoor ver weg. Het zegt iets over de nuchterheid binnen het bedrijf’, zegt Mujagić. ‘Een goed voorbeeld is een bezoek aan de Zwitserse chocolaterie Lindt, waar we vroegen waarom er geen kunst aan de muur hing. Het antwoord was veelzeggend: ‘Wij zijn een bedrijf, meneer, geen museum.’’

Kluisfunctie

De ‘hands-on’ benadering maakt het lastig om de strategie van Hoofbosch te repliceren met een passieve tracker. Tevens houdt het fonds geen benchmark aan om de performance te meten. ‘We leggen onszelf een langetermijndoelstelling op van een gemiddeld rendement van meer dan 7 procent per jaar over een periode van minimaal tien jaar, na aftrek van kosten.’

Mujagic spreekt over stabiele rendementen. ‘In opgaande markten kunnen we achterblijven bij brede aandelenmarkten, maar klanten geven aan ons vooral te waarderen voor de ‘kluisfunctie’ in hun totale portefeuille’, aldus Mujagić. ‘We hebben de prestaties van de afgelopen vijftien jaar geanalyseerd, specifiek in maanden waarin de aandelenmarkten meer dan 3 procent daalden. In 85 procent van die gevallen presteerden wij beter.’

De klanten alloceren vaak een gedeelte van hun belegd vermogen bij Hoofbosch. ‘Zo kunnen actief en passief beheer prima naast elkaar blijven bestaan’, zegt Mujagic.

Kader: Geschiedenis als betere leidraad

In de portefeuille van het enige beleggingsfonds dat Hoofbosch beheert zitten enkel solide beursgenoteerde bedrijven die minstens vijftig jaar bestaan, vinden hun weg naar de geconcentreerde portefeuille van 23 aandelen (op het moment van schrijven). ‘Die hebben de tand des tijds doorstaan en laten zien dat ze met tegenslagen kunnen omgaan’, zegt Mujagić. Als fanaten van economische geschiedenis zijn de fondsbeheerders van Hoofbosch namelijk van mening dat het risicobeheer van het heden begint met het leren van de fouten van het verleden.

Hoofbosch selecteert traditioneel alleen solide bedrijven uit stabiele economieën van de SUN-landen: Zwitserland, de VS en Nederland. Sinds kort kijkt het fonds ernaar of Scandinavië als tweede ‘S’ toegevoegd kan worden. Deze landen beschikken namelijk volgens Hoofbosch in toenemende mate over essentiële kenmerken als betrouwbaarheid en een hoog kennisniveau. Met name Zwitserland en Nederland hebben deze waarden in het verleden bewezen. ‘In hun lange geschiedenis zijn ze zelden in gebreke gebleven bij rente- of aflossingsverplichtingen’, aldus Mujagić. ‘Nederland heeft één uitzondering: in 1812 werd de rentebetaling tijdelijk opgeschort onder Napoleons bewind.’

De selectieprocedure is streng, omdat Hoofbosch een positie in een bedrijf inneemt met de intentie om deze permanent in de portefeuille te houden. Alleen bij fundamentele veranderingen wordt ingegrepen. Onlangs werd ASML toegevoegd vanwege de unieke technologie. Johnson & Johnson werd in het verleden verkocht vanwege aanhoudende schandalen. Ook Novo Nordisk verdween uit de portefeuille, door het aflopen van twee belangrijke patenten.

Dit is deel 4 van een serie over de veranderende klant- en verdienmodellen in de fondsenindustrie. Hoe gaan Nederlandse spelers om met de druk op actief beleggen en op de kosten van beleggingsfondsen?

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No