Het werk van de verzekeringsmakelaar zal door de IDD-richtlijn niet fundamenteel wijzigen, zegt Marc Gouden van Philippe & Partners. ‘Makelaars zullen ondanks het behoud van de retrocessies wèl meer transparantie aan de dag moeten leggen en de belangen van cliënten laten primeren.’
Op 1 oktober werd de IDD-regelgeving (Insurance Distribution Directive) van kracht. België hinkt achterop met de implementatie, zegt Gouden. ‘Ook onder IDD hebben makelaars nog steeds ruime verloningsmogelijkheden. Wel moeten ze hun beheerkeuzes beter rechtvaardigen en transparanter worden.’
Belangenverstrengeling
De nieuwe Europese regelgeving gaat op bepaalde punten minder ver dan wat de Belgische markt nu al oplegt als gevolg van de zogenaamde ‘Twin Peaks II’ hervorming. Met name op het vlak van de verloningen zijn er volgens Gouden wel degelijk verschillen.
‘De Europese regelgever wil dat de verloning van de makelaar zodanig wordt gestructureerd dat de belangen van cliënten primeren, maar er is geen sprake van een verbetering van de dienstverlening aan cliënten. IDD legt namelijk geen formeel verloningsbeleid op. Wel moet er een schriftelijk document worden opgesteld waaruit blijkt dat alle vergoedingen conform de nieuwe regelgeving zijn.’
In de praktijk verandert er door IDD dus weinig aan de verloning van de makelaar. Voorwaarde hiervoor is wel dat de vergoeding er niet voor mag zorgen dat sommige producten niet worden voorgesteld aan de cliënt, terwijl ze wel beter bij hem passen, zegt Gouden.
‘Het gaat duidelijk over de situaties die het belang van de makelaar vooropstellen ten koste van het belang van de cliënt die de wetgever met IDD wil vermijden. Indien de retrocessie rechtstreeks wordt betaald aan de persoon die kiest welk fonds er in de portefeuille wordt opgenomen, kan dat een probleem vormen om dat het vrijwel automatisch tot belangenconflicten leidt.’
Belgische toepassing
De wetgever ziet de oplossing in het loskoppelen van het advies aan het ontvangen van retrocessies. Met andere woorden, de makelaar die advies geeft over de fondskeuze, kan of helemaal geen retrocessies meer ontvangen, of moet dat zodanig organiseren dat deze identiek zijn aan elkaar, ongeacht welk fonds er wordt gekozen, legt Gouden uit.
‘Daarnaast vinden sommigen ook dat er een duidelijk verband moet zijn tussen de ontvangen verloning en de prestaties van de makelaar. Zelf vind ik dat de nieuwe wetgeving hier al ruimschoots aan voldoet; bij IDD staat het belang van de cliënt steeds voorop. Daarom vind ik dat als de voorwaarde wordt nageleefd dat de kosten voor de cliënt niet stijgen, de wetgever de makelaar niet mag verbieden om retrosessies te ontvangen.’
Momenteel is er echter nog geen enkele zekerheid over de manier waarop deze nieuwe wetgeving op de Belgische markt zal worden toegepast. Het wetsontwerp dat werd ingediend in het Belgische parlement lijkt een stap terug te nemen in vergelijking met de ‘Twin Peaks II’-hervorming die in 2014 van kracht werd. Die wet voorzag al in het beter informeren en beschermen van klanten, en vergrote de bevoegdheden van de FSMA.
De vraag is nu of de FSMA-bevoegdheden die de retrosessies regelen, ook worden aangepast om beter aan te sluiten bij de meer flexibele benadering van de IDD. In elk geval voorziet de wet voor niet-geldelijke voordelen een zelfregulering van de Belgische sector, zegt Gouden. ‘Er wordt een gedragscode met best practices voorzien voor alle Belgische maatschappijen en tussenpersonen. Pas als de sector niet in staat blijkt om zichzelf te reguleren en om binnen de zes maanden deze gedragscode op te stellen, ligt de bal weer in het kamp van de regering en de FSMA.’