Voor het UBO-register trusts, dat inzichtelijk maakt wie er een financieel belang heeft in trusts of soortgelijke juridische constructies zoals Fondsen voor Gemene Rekening (FGR), is de deadline tot verplichte inschrijving verlengd van 31 januari tot 1 april 2023. Het besluit tot deze opgeschoven deadline werd afgelopen vrijdag genomen. Niet alle marktpartijen bleken hiervan op de hoogte te zijn.
Het ministerie van Financiën laat in een reactie weten dat tot het uitstel is besloten, nadat was gebleken dat vanuit de sector, met name bij fondsbeheerders, behoefte was om per volmacht te registreren. Maar de IT van het register voorzag niet in die mogelijkheid. Het inbouwen van die optie kostte tijd en was pas rond deadline van 1 februari klaar. Om partijen voldoende tijd te geven voor registratie is daarom tot uitstel tot 1 april besloten, zo laat het ministerie tegenover Investment Officer weten.
Het UBO-register trusts is een gevolg van de anti-witwasrichtlijnen van de Europese Unie. De bedoeling is dat hiermee misbruik wordt voorkomen van het financiële stelsel voor fraude, terrorismefinanciering of het witwassen van geld. De inschrijving door zogenoemde UBO’s (Ultimate Beneficial Owners, oftewel uiteindelijk belanghebbenden) is al van kracht voor ondernemingen, maar wordt ook opgelegd voor trusts en soortgelijke constructies.
In dit specifiek geval is de trustee de beheerder van de trust of soortgelijke juridische constructie en is hij of zij verantwoordelijk voor het tijdig en volledig registreren van de trust of van soortgelijke juridische constructie en van de UBO’s daarvan in het UBO-register trusts. Wettelijk is bepaald wie als UBO’s in het UBO-register trusts opgenomen moeten worden en welke gegevens daarbij gedeeld moeten worden.
Onduidelijkheid is echter hoe om te gaan met de investeerders van een trust. Voor een fonds met een vergunning (AIFM of Ucits) heeft het aantal deelnemers geen gevolgen. Zij kunnen de participanten als groep registreren als het fonds wordt aangeboden aan ten minste 150 personen, zoals belangenvereniging Dufas eerder in onderhandelingen met het ministerie van Financiën bewerkstelligde.
Het ministerie heeft echter anders besloten voor beheerders die onder het AIFDM-light regime vallen. Onder dit “light” regime is bepaald dat alle investeerders opgenomen moeten worden in het UBO-register trusts, ongeacht de hoogte van de investering of het procentuele belang van het totale fondsvermogen, waarschuwt Sam Zwaan van AssetCare, dat fondsen voor professionele partijen administreert en structureert. Het gaat volgens hem om ruim 700 fondsen.
Deze eis geldt ook voor FGR’s, die onder het light regime van de Wft vallen. Ook in dat geval moet iedere individuele begunstigde geregistreerd worden. Een opluchting voor participanten in trusts en/of FGR’s is wel dat als gevolg van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie geen inzage meer gegeven mag worden aan het grotere publiek, niet-zijnde toezichthouders en /of partijen (zoals banken) die onder de wetgeving Wft vallen.
Toch stelden notarissen vorig jaar tegenover Investment Officer dat rijke families, die samen in een FGR familievermogen beleggen, alternatieven onderzoeken, zoals instelling van een administratiekantoor of een commanditaire vennootschap - dat zou meer privacy voor de begunstigden geven.
De registratieplicht geldt sinds 1 november 2022. Omdat de registratieplicht nieuw is en relatief complex, is de overgangsperiode nu verlengd tot 1 april 2023. Het ministerie van Financiën laat wel weten dat vanaf 1 april 2023 binnen een week aan de registratieplicht moet worden voldoen.