De Chinese durfinvesteerder Eric Xun Li stal de show op de Nexus-conferentie met een zelfverzekerd betoog over het Chinese model en de liberale instituties in het Westen die geen sterke leiders weten voort te brengen. ‘Wij hebben in de laatste 20 jaar 800 miljoen mensen uit de armoede verheven.’
Eric Xun Li, een in de VS afgestu- deerde durfinvesteerder uit Shanghai en een aanhanger van de communistische partij, was niet te beroerd om in een vooraanstaand gezelschap van een Amerikaanse admiraal b.d., een oud-voorzitter van de Europese Commissie en één van de belangrijkste intellectuelen ter wereld de degens te kruisen. Plaats van handeling: de Nexus conferentie in Amsterdam, waar afgelopen zondag de 25e editie werd gevierd.
Op het betoog van de 54-jarige Chinees was inhoudelijk misschien wel het nodige aan te merken, maar niet dat hij niet voor zijn mening uitkwam. Hij verdedigde zijn vaderland en de communistische partij met verve. Li verklaarde dat de Partij enkel en alleen gericht is op het welbevinden van de bevolking. En dat ze in het kader van die opdracht de legitieme opdracht én de plicht hebben om het volk te dienen.
Het is een opvatting over volkssoevereiniteit die gedachten oproept aan het Plakkaat van Verlatinghe waarmee in 1581 de Opstand tegen de Spanjaarden werd gerechtvaardigd: een koning moet altijd zijn volk dienen en als hij dat niet doet, kan hij worden afgezet. Die argumentatie werd tijdens de Nexus Conferentie naadloos gevolgd en uitgedragen door Li. Hij stelde dat als de communistische partij het vertrouwen van het volk heeft en zijn belangen dient je de leiders dan ook de macht moet geven om ernaar te handelen.
Vervolgens verwees Li naar de recente historie waarin 800 miljoen Chinezen uit de armoede zijn gehaald. Andere landen kunnen niet aan die prestaties tippen, vond Li.
Eerder had hij in een interview met NRC Handelsblad verwezen naar Amerika en Europa waar de elites er niet in slagen om de noden van het volk op te lossen. Uit dat onvermogen verklaart hij de opkomst van het populisme. Ook stelt hij zich op het standpunt dat voordelen van globalisering tot inkomens- en vermogensongelijkheid in het Westen hebben geleid en vooral de elite ten goede is gekomen.
Aan de discussietafel onder leiding van Rob Riemen zaten ook oud-Commissievoorzitter José Manuel Barroso aan, evenals de Canadese hoogleraar en oud-politicus Michael Ignatieff en admiraal buiten dienst Michael Mullen. Zij gingen de discussie met Li overwegend uit de weg, met uitzondering van Li’s stelling dat Taiwan onderdeel is van China en dat op enig moment - liever goedschiks dan kwaadschiks - weer terug zal keren in de schoot van het Chinese moederland.
Ignatieff wierp nog tegen dat als de miljoenen Taiwanezen zelfstandig willen blijven, dat ze dat legitieme recht hebben om daar voor te kiezen. Li was het daar radicaal mee oneens. Nee, Taiwan is een onlosmakelijk bestanddeel van China en op een dag zal het ook weer onder het Chinese bestuursmodel komen - net zoals dat voor Hongkong ook geldt, voegde hij er gedecideerd aan toe.