De Nikkei 225 boekt dit jaar een stijging van bijna 20% in lokale munt. We zien een kapitaalinstroom van buitenlandse beleggers de laatste maanden. De Japanse beurs blijft aantrekkelijk gewaardeerd, de nog steeds goedkope Yen is positief voor de bedrijven en het beleid van de centrale bank is (nog) vrij soepel.
Ondanks een beter aandeelhoudersklimaat, blijven investeerders toch voorzichtig om te spreken van een kantelpunt. Een geloofwaardig monetair beleid moet kunnen zorgen voor structureel hogere economische groeivooruitzichten met een ingebakken gezonde portie inflatie. Bovendien blijft Japan kampen met een oudere bevolking en een hoge spaarquote.
Het Warren Buffett effect We merken sinds april dit jaar een toenemende instroom van kapitaal van buitenlandse beleggers in Japanse aandelen. Warren Buffett heeft het spreekwoordelijke vuur aan de lont gestoken door enkele belangrijke participaties te nemen in conglomeraten. Op zich is die buitenlandse interesse niet uitzonderlijk, want we zagen hetzelfde fenomeen na de herverkiezing van wijlen Shinzo Abe in 2012. Zijn “3-pijler” benadering om structurele economische hervormingen door te voeren werd door beleggers aanvankelijk veelbelovend onthaald.
Maar, na een aantal jaren van instroom zwakte het momentum af door het uitblijven van noodzakelijke hervormingen bij de bedrijven. De daaropvolgende vlucht van buitenlands kapitaal sinds 2015-2016 is nog altijd vele malen groter dan de recente instroom van de laatste maanden.
Tactische opportuniteit
De hernieuwde interesse in Japan wordt niet zozeer gedreven door de gunstige economische groeivooruitzichten. Na de herstart die volgde op Covid, is het bbp immers teruggevallen tot dicht bij het lange termijn gemiddelde van 1%. Naast de symbolische investeringen door Warren Buffett, zien we nog een aantal andere factoren die een verklaring kunnen vormen voor de recente stijging. De inflatie is wel gestegen, maar minder sterk dan in de andere westerse landen. Japan werd ook minder geïmpacteerd door de energiecrisis. Bovendien is er minder structurele krapte op de arbeidsmarkt.
Het beleid van de Bank of Japan is als enige ter wereld vrij stimulerend. Om niet terug in een deflatiescenario te
verzeilen, zal de centrale bank voorzichtiger moeten zijn om niet te snel te restrictief te worden. Na jaren van onderprestatie t.o.v. Amerikaanse aandelen, biedt de Japanse beurs relatieve waarde. Gebaseerd op de CAPE-ratio die de koersen afzet tegen de gemiddelde inflatie-gecorrigeerde winsten van de laatste 10 jaar, zijn Japanse bedrijven niet duur, niet t.o.v. de eigen historiek noch de VS.
Ook de sterke daling van de Yen t.o.v. de USD in 2022 verbeterde de competitiviteit van de bedrijven. Ondanks de recente stijging, blijft de Japanse
munt op koopkrachtbasis nog altijd goedkoop. Tenslotte kan Japan profiteren van de geopolitieke spanningen tussen de VS en
China. Beleggers neigen nu meer naar Japan als opportuniteit om in te spelen op de groei in China. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de plannen van 7 van ’s werelds grootste halfgeleiderfabrikanten om hun productie op te drijven in het land van de rijzende zon.
Strategisch kantelpunt? We zien stilaan een structurele trend naar een meer aandeelhoudersvriendelijk bedrijfsklimaat. Hiroma Yamaji, het nieuwe hoofd van de Japan Exchange Group heeft oa. beursgenoteerde bedrijven die onder de boekwaarde noteren, gevraagd om concrete plannen voor te leggen om de beurskoers op te drijven. Er moet m.a.w. meer aandacht besteed worden aan een actiever beheer van de balans in plaats van ze vol te stouwen met cash. Ongeveer de helft van de Japanse bedrijven noteert onder hun boekwaarde. Investeren in groei en terugkoop van eigen aandelen zijn daarom noodzakelijk om waarde te creëren voor aandeelhouders.
Ook de overheid heeft maatregelen genomen om vanaf 2024 beleggingen in aandelen fiscaal te stimuleren. Toch merken we dat grote beheerders voorzichtig zijn om de hernieuwde interesse te zien als de start van een lange stierenmarkt. De meerderheid van de institutionele beleggers blijft immers onderwogen in de activaklasse en wacht af om structureel grotere posities op te bouwen. Het is momenteel nog te vroeg om te concluderen dat Japan (deels) het economisch dynamisme heeft teruggewonnen als voornaamste concurrent van de Verenigde Staten, zoals in de jaren ‘70 en ’80.
Ook de historische fouten in Japans monetair beleid spelen een rol. De centrale bank heeft vroeger dikwijls te lang gewacht om het beleid te versoepelen, wat geleid heeft tot jaren van deflatie. Pogingen van Shinzo Abe om deze deflatiecyclus te doorbreken waren slechts gedeeltelijk succesvol. Tenslotte worstelt het land niet alleen met een oudere bevolking, maar neemt de populatie ook af. Ook de Japanners zelf sparen teveel en beleggen te weinig in de eigen economie. Deze factoren hypothekeren natuurlijk de toekomstige economische groei.
Stephan Desplancke is oprichter van Toward. Hij is Investment Officer kennisexpert.