
De banksector gaat door diepgaande veranderingen. Duurzame beleggingen profiteren daar nog niet echt van, vindt ondervoorzitter van BZB-Fedafin Jean-Pol Guisset.
Al sinds 1978 is Jean-Pol Guisset directeur van een zelfstandig bankagentschap, die hij inmiddels samen met zijn zoon uitvoert. In die lange carrière werkte hij voor verschillende instellingen, onder andere voor ASLK, Generale Bank en Fortis Bank, nu BNP Paribas Fortis.
De sector kent Guisset als de man die de Franstalige directeurs van zelfstandige agentschappen samenbracht in Fedafin. Inmiddels is de belangenorganisatie samengesmolten met zijn Vlaamse tegenhanger tot BZB-Fedafin, dat vandaag 2.800 leden kent. ‘We zitten nu aan dezelfde onderhandelingstafel en dat is logisch; we hebben zo goed als dezelfde mening over de problematieken waarmee zelfstandige agenten worden geconfronteerd’, zegt hij.
Onderhandelingen
BZB-Fedafin heeft in het verleden een belangrijke rol gespeeld in de onderhandelingen die uiteindelijk hebben geleid tot het officiële statuut voor zelfstandige bankagenten, de wet Willems uit 1998. De organisatie positioneert zich als drukkingsgroep, zoals onlangs nog bij de aangekondigde herstructurering in het netwerk van ING Bank.
‘Naast die rol als vertegenwoordiger publiceren wij eveneens een driemaandelijks magazine en verzorgen we opleidingen, zoals bijvoorbeeld over hoe de regels van de FSMA moeten worden nageleefd, over contractbreuk of over hypothecaire leningen. Dat aanbod schommelt in functie van de vraag van onze leden.’
Als ondervoorzitter van BZB-Fedafin heeft Jean-Pol Guisset een goede kijk op de evoluties in zijn sector. Het aantal agentschappen is de jongste jaren afgenomen. De beslissingscentra zijn vaak naar het buitenland verhuisd, en de relatie met klanten is sterk veranderd. ‘Klanten gaan vandaag minder vaak naar hun agentschap, we zien ze alleen wanneer er een probleem is. We zouden hen vaker moeten ontmoeten om hun gegevens bij te werken. Elke ontmoeting neemt sowieso minstens één uur in beslag. Het risicoprofiel moet worden opgemaakt, een eerste stap vooraleer we over beleggingen kunnen spreken. Bovendien is het productgamma vandaag heel wat uitgebreider, en zijn de wettelijke verplichtingen een pak strenger geworden.’
Duurzaamheid
‘Al onze agenten maken deel uit van het netwerk van een grote bank. Het is doorgaans op dat niveau dat er opleidingen over duurzaamheid worden gegeven. In alle meetings die we vandaag hebben, wordt er in ieder geval systematisch over duurzame beleggingen gesproken. De banken willen immers op dat vlak een volledig gamma kunnen aanbieden. Bovendien zijn deze producten meer en meer in trek. Met name de thematische fondsen die beleggen in de energieomslag, klimaatverandering, waterbeheer of groene elektriciteit doen het goed.’
Guisset moet constateren dat potentiële beleggers nog altijd een zeer defensief profiel aanhouden, waardoor veel duurzame beleggingen niet in aanmerking komen. ‘Op dit vlak heb ik de afgelopen jaren niet veel evolutie opgemerkt, mensen zijn de crisis van 2008 duidelijk nog niet vergeten. Door deze voorzichtige houding vallen heel wat duurzame beleggingen uit de boot; we moeten ons beperken tot producten met zeer weinig risico. Daarom zijn duurzame beleggingen bij klanten die minder dan 250.000 euro aan effecten hebben, nog beperkt. Doorgaans gaan beleggers meer in duurzame producten beleggen naarmate de waarde van hun portefeuille toeneemt.’