Het juridische conflict tussen Ohpen en Invesco sleept zich voort. Het Nederlandse technologiebedrijf heeft in de laatste weken van 2019 in een verweerschrift gesteld dat zij helemaal niet ‘nalatig’ heeft gehandeld, maar dat het Amerikaanse fondshuis de problemen met het door Ophen gebouwde platform sterk overdrijft.
Ohpen Operations UK Ltd betitelt tegenover de rechter de problemen met het door haar gebouwde transactieplatform als ‘relatively minor’. Het stelt zich op het standpunt dat Invesco verantwoordelijk is voor het niet-voltooide project. De beëindiging van het contract was onrechtmatig, schrijft het Nederlandse bedrijf. Het voegt er bovendien aan toe dat de vertragingen in het proces zijn veroorzaakt door de opdrachtgever zelf.
Kostenoverschrijdingen liggen aan Invesco
‘Invesco was vanaf het begin niet in staat om te beslissen over de gewenste functionaliteit op het platform, en als het eenmaal daartoe besloten had, wilde het weer veranderingen, zelfs nadat ze door Ohpen waren geleverd’, schrijft het tegenwoordig in Amsterdam en Barcelona gevestigde technologiebedrijf. Het voegt eraan toe dat ‘dit alles aanzienlijke vertraging en aanzienlijke aanvullende kosten voor Ohpen veroorzaakte’.
De Nederlanders voegen eraan toe dat Invesco onrechtmatig in oktober 2018 het in 2016 overeengekomen contract beëindigde. Dat gebeurde volgens Ohpen op een moment dat het project ‘nagenoeg afgerond’ was. Het had op het moment dat Invesco het platform afwees al 50.000 manuren in het digitale platform gestoken. Het zou slechts om kleine issues zijn gegaan.
Ohpen schrijft dat toen Invesco op 11 oktober 2018 met het contract verbrak er aan zijn kant geen sprake was schending van de gemaakte afspraken. En als die er wel zouden zijn, dan zouden ze op tijd opgelost hebben kunnen worden.
‘Grote nalatigheid’
Invesco stelt van zijn kant dat Ohpen zich schuldig heeft gemaakt aan ‘grote nalatigheid’ en werk heeft geleverd dat ‘achterbleef bij de contractuele verplichtingen’. Ohpen werd in 2016 ingehuurd om een online-platform te bouwen voor de Britse markt, waarvoor door Ohpen 75.000 pond per maand aan werkuren werd gedeclareerd.
Invesco stelde ondermeer dat Ohpen onvoldoende kennis zou hebben gehad van de Britse wetgeving, waardoor het platform niet aan de vereisten van de toezichthouder zou voldoen, bij voorbeeld op het terrein van bestrijding van witwassen. Hierdoor zou het platform nooit live hebben kunnen gaan, aldus Invesco.
Het Amerikaanse fondshuis stelt dat het platform in maart 2017 had moeten worden opgeleverd, dat dat niet is gebeurd en dat ‘door een gebrek aan kennis, vaardigheden en aandacht’ het project forse vertraging opliep, wat voor het huis ‘tot aanvullende en onnodige kosten’ leidde. Invesco stelt tegenover de rechter dat deze kosten ongeveer 5,3 miljoen pond bedroegen. Ohpen, dat van zijn kant van Invesco 4,2 miljoen pond eist voor niet-betaalde facturen, zegt onvoldoende geinformeerd te zijn over de zorgen en de kritiek die bij de Amerikanen zouden leven.
Ohpen zegt dat Invesco juist bij herhaling heeft gezegd dat het tevreden was met zowel de medewerkers als de prestaties van Ohpen.
Ohpen en Invesco vechten voor de Britse rechter meerdere gedetailleerde conflichten uit. Zo ging het ondermeer over de vraag wat de juridische kosten van deze zaak zijn en wie daarvoor moet opdraaien.
Fentener van Vlissingen aandeelhouder
Het Nederlandse technologiebedrijf heeft de afgelopen jaren 40 miljoen euro opgehaald bij investeerders om verder te groeien. Als gevolg hiervan is investeringsmaatschappij NPM Capital van de familie Fentener van Vlissingen in de onderneming gestapt. Zij heeft een deel van de aandelen van investeerder Amerborgh van Alex Mulder overgenomen.
Ophen werkt onder meer voor Aegon (zie kader), de Volksbank, Knab en enkele Nederlandse asset managers, onder wie Robeco.
Invesco, één van de grotere beleggers in de wereld, met meer dan 1.000 miljard dollar onder beheer, werd afgelopen jaar vooral op de Britse markt geconfronteerd met een forse uitstroom.
Ondanks meerdere verzoeken was Ohpen voor Fondsnieuws de afgelopen dagen niet bereikbaar voor commentaar.