Vanaf 2020 zijn ondernemingen, stichtingen en verenigingen verplicht om hun eigenaren of de personen die zeggenschap hebben in het zogenoemde UBO-register in te schrijven - ook wel het ‘rijkenregister’ genoemd. Het wetsvoorstel is donderdag ingediend door het kabinet.
Het wetsvoorstel van minister Wopke Hoekstra van Financiën houdt in dat vanaf 2020 een UBO-register van kracht wordt. Het ‘Ultimate Beneficial Owner’-register richt zich op de uiteindelijke belanghebbende. Ondernemingen en rechtspersonen zijn vanaf januari verplicht om hun (in)directe eigenaren - vanaf een belang van 25 procent - te registreren. Een deel van deze persoonsgegevens zoals de naam en het economisch belang van de UBO wordt via het register openbaar.
Het wetsvoorstel om het UBO-register te implementeren is vandaag, na advies van de Raad van State, ingediend bij de Tweede Kamer.
‘Het is van groot belang dat we alles doen om te voorkomen dat het financiële stelsel wordt misbruikt voor financieel-economische criminaliteit. Ik blijf me daarom inzetten voor integriteit binnen de sector. Met het UBO-register nemen we een nieuwe maatregel om witwassen van geld en terrorismefinanciering tegen te gaan’, schrijft minister Hoekstra.
Het betreft volgens hem de natuurlijke persoon die, al dan niet achter de schermen, bij een onderneming of rechtspersoon aan de touwtjes trekt. Met dit register kan voorkomen worden dat het financiële stelsel wordt misbruikt voor bijvoorbeeld witwassen. Hoekstra legt hiermee de bezwaren van belanghebbenden naast zich neer, die hadden gevraagd om het UBO-register niet vrij toegankelijk te maken.
Het register waarin de UBO-informatie wordt opgenomen, zal onderdeel worden van het handelsregister en daarmee onder beheer vallen van de Kamer van Koophandel. De vierde Europese anti-witwasrichtlijn is in 2017 uitgesteld, mede vanwege de kritiek. Zo was door geodedoelenorganisaties gevraagd om hun bestuurders niet op te nemen in het register. Maar volgens Hoekstra biedt de richtlijn tot die uitzondering geen mogelijkheid. Goede doelenorgansities denken dat het aantal gegadigden voor bestuursfuncties door deze bepalingen zal afnemen.