Ministerie van Financiën
hh-45207062.jpg

In het kort:

  • De juridische onhoudbaarheid van de huidige belasting op spaargeld en beleggingsrendementen dwingt het kabinet tot een herziening.
  • Het is de bedoeling dat per 1 januari 2025 een vermogensaanwasbelasting wordt ingevoerd.
  • Begin 2023 moet blijken of die invoeringsdatum daadwerkelijk haalbaar is voor de fiscus.

 

 

In de nieuwe vermogensheffing die het kabinet vanaf 2025 wil invoeren, betalen beleggers niet alleen belasting over het inkomen uit hun bezittingen, maar ook over de waardeontwikkeling van hun aandelen en vastgoed.

Zoals eerder is aangekondigd wil het kabinet vanaf 2025 vermogensbelasting gaan heffen op basis van werkelijke opbrengsten. Arresten waarin de Hoge Raad oordeelt dat de bestaande belasting op sparen en beleggen onwettig is, dwingen het kabinet de vermogenstaks te herzien.

Uit de eerste voorstellen voor de toekomstige belasting, die staatssecretaris voor Fiscaliteit Marnix van Rij (CDA) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, blijkt dat het kabinet ook papieren beleggingswinsten en -verliezen tot de werkelijke opbrengsten rekent.

Uitvoeringstoets

Het kabinet kiest hiermee voor wat fiscalisten een vermogensaanwasbelasting noemen. Naast de belasting over reguliere inkomsten zoals rente, dividend en huur — minus de daarvoor gemaakte kosten — betalen beleggers in dit systeem jaarlijks belasting over de waardeontwikkeling van hun vermogen, zoals koerswinst of koersverlies van aandelen en waardestijging of waardedaling van onroerend goed.

Van Rij houdt nog een flinke slag om de arm of de nieuwe belasting vanaf 2025 kan ingaan. Zijn voorgangers stelden telkens dat de Belastingdienst een heffing op basis van werkelijk rendement uitvoeringstechnisch niet aankon. Volgens de huidige staatssecretaris moet de heffing uiterlijk eind 2023 in het Staatsblad staan om die vanaf 1 januari 2025 te kunnen invoeren. Begin 2023 zal uit een uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijken of die datum daadwerkelijk haalbaar is, aldus de bewindsman.

Liquiditeitsproblemen

Een nadeel van de vermogensaanwasbelasting dat Van Rij erkent, is dat belastingplichtigen bij nog niet gerealiseerde waardestijgingen in liquiditeitsproblemen kunnen raken als zij daarover belasting moeten betalen. Dat doet zich met name voor met vastgoed, bijvoorbeeld als belastingplichtigen een tweede huis hebben dat zij niet verhuren. In de uitwerking van de voorstellen belooft de staatssecretaris hierop terug te komen.

Een belasting op basis van werkelijk rendement leidt sowieso tot minder stabiele opbrengsten voor de schatkist, waarschuwt Van Rij. De inkomsten uit box 3 bedroegen de laatste jaren ruim 4 miljard euro en zijn voor de komende jaren begroot op 5 miljard euro. Vanaf 2025 voorziet de staatssecretaris uitschieters in de opbrengst van meerdere miljarden, zowel naar boven als naar beneden.

Eigen woning

De vermogensaanwasbelasting maakt sommige fiscale constructies minder aantrekkelijk, bijvoorbeeld geld lenen van een eigen bv om daarmee te beleggen in vastgoed (box 3). Anders dan nu blijven schulden in de toekomstige box 3 buiten beschouwing. Alleen de betaalde rente wordt dan in mindering gebracht op het werkelijk rendement.

Binnen de nieuwe taks kunnen belastingplichtigen over meerdere jaren verliezen verrekenen met winsten, schrijft Van Rij, zonder dat op dit moment verder uit te werken.

Tot slot heeft het kabinet het advies van de president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, om de fiscale behandeling van de eigen woning over te hevelen naar box 3, niet overgenomen.

De eigen woning blijft in box 1 van de inkomstenbelasting. Knot wilde de eigen woning meer behandelen als vermogensbestanddeel en ook de hypotheekrenteaftrek afschaffen om de snel stijgende huizenprijzen te dempen en het verschil tussen koop en huur te verkleinen.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 15 april 2022. 

Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes