Het kabinet wil dat de financiële markten een vliegwiel worden voor verduurzaming. Balansen van financiële instellingen moeten in lijn worden gebracht met het 1,5 gradenscenario dat is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs. Er kan niet meer alleen in de “bedrijven van gisteren” worden geïnvesteerd, en de rapportagestandaarden moeten beter.
Dat schrijft Sigrid Kaag, minister van Financiën, gisteren in haar brief aan de Tweede Kamer. Ze stelt daarin een voorstander te zijn van ‘het creëren van voldoende prikkels en randvoorwaarden voor vrijwillige actie van de financiële sector, maar sluit verdere regulering niet uit als deze vrijwillige initiatieven tekort schieten bij het behalen van de doelstellingen van het kabinet’. Een hoog ambitieniveau is nodig om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen, aldus de minister.
De middelen die banken, verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders investeren zijn sturend voor de financiering van een duurzame economie, aldus Kaag. ‘Door heldere en voorspelbare transitiepaden voor de reële economie kan de financiële sector zich beter voorbereiden op hoe de economie er in 2030 en 2050 uit zal zien. Dit schept duidelijkheid over waar bijvoorbeeld een pensioenfonds wel en niet in zou moeten investeren.’
Het kabinet verwacht van financiële instellingen dat zij brede kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen handhaven, die zowel op interne organisatieaspecten (waaronder governance en bedrijfsvoering), als op strategische en operationele aspecten toezien. Mocht daarbij onvoldoende voortgang worden bereikt, zal het kabinet ‘meer normerend optreden verkennen’, aldus Kaag in haar brief naar de Tweede Kamer.