Wopke Hoekstra
i-JHFL474-L.jpg

Alle financieel dienstverleners die onafhankelijk adviseren over complexe producten, moeten in de toekomst aan vastgestelde eisen gaan voldoen. Die voornemens deelt minister Wopke Hoekstra van Financiën vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Bovendien moet het onderscheid tussen zelfstandige adviseurs en adviseurs die werkzaam zijn voorj bijvoorbeeld een bank duidelijker worden voor klanten, stekt Hoekstra in zijn brief.

Voor asset managers geldt onder Mifid II al dat zij transparant moeten zijn over de vraag of ze onafhankelijk zijn of niet, nu gaat dat breder gelden als het aan de minister ligt. Volgens advocaat Frank ‘t Hart, die is gespecialiseerd in financieel recht, zit het meest spannende van de brief voor vermogensbeheerders dan ook niet zozeer in deze passage. ‘Eigenlijk betekent het dat andere adviseurs op gelijk niveau komen met Mifid II. Ik denk dat dat alleen maar goed is.’

Interessanter vindt de advocaat de passage over het aanbevelen van huisproducten. In de brief benadrukt minister Hoekstra dat een klant er bij onafhankelijk advies op moet kunnen vertrouwen dat de financiële dienstverlener adviseert op grond van een objectieve analyse en dat financiële producten niet mogen worden aangeboden door de financiële dienstverlener zelf of door entiteiten die nauwe banden hebben met de financiële dienstverlener. 

‘t Hart memoreert in dat verband aan een consultatie die de AFM in 2015 heeft gehouden over de aanbeveling van huisproducten in de beleggingssector. ‘Het ging daarbij met name om de vraag of en zo ja, onder welke omstandigheden een vermogensbeheerder voor zijn klanten mag beleggen in huisfondsen. In feite is de overkoepelende vraag of een adviseur of beheerder eigen producten mag aanbevelen. De AFM zag destijds zowel voordelen als nadelen.’ 

De advocaat merkt op: ‘Waar het om gaat zijn twee dingen. Klanten moeten weten dat huisproducten worden aanbevolen. En klanten moeten altijd op het advies kunnen vertrouwen, huisproducten of niet’. Hij voegt daaraan toe: ‘Met dat laatste in ons achterhoofd is de vraag of het advies tot stand komt op basis van een marktbrede vergelijking minder relevant.’

Geautomatiseerd advies

In zijn brief gaat Hoekstra ook nog in op geautomatiseerd advies, iets waar toezichthouder AFM in 2017 en 2018 in haar wetgevingsbrieven toe heeft opgeroepen. Het ministerie van Financiën heeft gesprekken gevoerd met de toezichthouder, marktpartijen, branche- en consumentenorganisaties en een wetenschapper, om de ontwikkelingen en eventuele problemen of risico’s in kaart te brengen.

De uitkomst luidt dat de risico’s die gepaard gaan met geautomatiseerd advies grotendeels hetzelfde zijn als advies in het algemeen. ‘Om te voorkomen dat ongeschikte producten aan klanten worden geadviseerd, zijn er regels omtrent advies opgenomen in de Wet op het financieel toezicht. Financieeldienstverleners die adviseren dienen te voldoen aan deze regels, ongeacht of sprake is van geautomatiseerd advies of niet.’

Hoekstra stipt wel aan dat de vakbekwaamheidseisen in de Wft op dit moment alleen aansluiten op de situatie waarbij sprake is van rechtstreeks contact. Omdat bij volledig geautomatiseerd advies geen klantcontact is, zijn vakbekwaamheidseisen niet altijd van toepassing, aldus de minister. 

‘Ik ben het met de AFM eens dat vakbekwaamheid een basisvereiste is voor advies en ben daarom van plan dit artikel aan te passen, zodat bij geautomatiseerd advies, ook als geen sprake is van persoonlijk contact, de vakbekwaamheid geborgd blijft. Ik zal dit in overleg met de AFM gaan uitwerken.’

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No