Met belangrijke aandelenmarkten die op recordhoogten noteren, staat de Japanse aandelenmarkt in de schijnwerpers bij koopjesjagers. ‘Japanse aandelen zijn inderdaad aan de goedkope kant. Maar daar zijn ook goede redenen voor’, stelt Robin Black, Japan-expert bij Kames Capital.
De lage koerswinstverhouding van Japanse aandelen hebben medio dit jaar het land op het netvlies van veel vermogensbeheerders gebracht. In combinatie met de verbeterde corporate governance, het opkoopbeleid van de Japanse centrale bank en hogere pay-out ratio’s zouden aandelen uit het land van de rijzende zon een aantrekkelijke belegging zijn.
Robin Black, in de wereldwijde aandelenportefeuille van Kames Capital verantwoordelijk voor Japanse aandelen, ziet zeker mooie kansen in individuele Japanse aandelen, maar hij waarschuwt tegen een al te positieve stemming over Japan. ‘Aandelen zijn niet duur, dat klopt. Gemiddeld betaal je als belegger in Japan 12 tot 13 keer de winst. In vergelijking met Amerikaanse aandelen is dat redelijk goedkoop. Aan de andere kant verwachten we geen winstgroei voor Japanse bedrijven volgend jaar en plaatsen vergrijzing en de enorme schuldenlast het land voor problemen. Dat is niet de ideale situatie voor een structurele buy-and-hold strategie.’
Wereldwijde groei
De bepalende factor voor de Japanse markt is volgens Black nog steeds de wereldwijde groei. ‘Ja, Japanse bedrijven verbeteren hun corporate governance en pay-out ratio’s, maar dat gaat langzaam en Japan heeft in vergelijking met bijvoorbeeld Amerikaanse bedrijven nog een lange weg te gaan. Uiteindelijk is Japan nog steeds een warrant, een belegging met hefboomeffect, op de wereldwijde groei. Gaat de groei iets omlaag, dan heeft Japan het moeilijk. Trekt die wereldwijde groei aan, dan profiteert het land sterk.’
Met die wereldwijde groei gaat het niet best, en de toekomstige lijn ervan wordt in sterke mate bepaalt door handelsspanningen: die tussen de VS en China. ‘Die spanningen zijn daarmee het belangrijkste thema voor de Japanse aandelenmarkt’, aldus Black. De recente handelsspanningen tussen Japan en Zuid-Korea – met name over de handel in technologie – hebben volgens Black een bescheiden invloed. ‘Die spanningen die er zijn, zijn vooral historisch van aard en ingegeven door het simpele feit dat het concurrenten zijn. Het Zuid-Koreaanse Samsung zou de impact van een echt conflict gevoeld moeten hebben, maar het aandeel is nauwelijks geraakt.’
Dat steeds meer analisten wijzen op de enorme omvang van de Japanse binnenlandse economie en daarin kansen zien, vindt Black minder relevant voor (buitenlandse) beleggers. ‘Je koopt niet de Japanse economie, maar beursgenoteerde bedrijven. Dan heb je het toch echt over de grote namen als Sony, Honda, Mitsubishi en Toyota. De meeste beursgenoteerde bedrijven in Japan zijn sterk afhankelijk van export. Natuurlijk kun je als belegger minder bekende, binnenlandse aandelen kopen. Wij doen dat overigens nauwelijks. Ook op die binnenlandse markt zien wij uitdagingen, de vergrijzing van Japan is een van de belangrijkste.’
Banken
Vooral Japanse banken lijken op dit moment goedkoop, stelt Black. ‘Gemiddeld is de price-to-book 0,5. Japanse banken kennen echter een chronische overcapaciteit en met een yield op tienjaars staatspapier van circa -0,3 procent is het voor banken erg lastig geld te verdienen. Kijk je naar Deutsche Bank (DB) waar de price-to-book 0,3 is, dan klinkt die 0,5 ineens niet meer zo goedkoop. Al heeft DB natuurlijk ook de nodige problemen’, aldus Black.
In de wereldwijde portefeuilles van Kames heeft Japan een neutrale weging. Gezien de enorme omvang van de Japanse aandelenmarkt, moet je er wel beleggen, zo stelt Black. ‘Niet beleggen in Japan kan erg veel pijn doen als de markt keert.’ Daarbij zijn er natuurlijk ook individuele Japanse bedrijven te vinden die wel winstgroei laten zien, stelt Black.
Wil de Japanse aandelenmarkt echt aantrekkelijk worden, moeten de koersen in Japan nog iets meer dalen, stelt Black. ‘Als dan ook de wereldwijde spanningen afnemen, wordt Japan een interessante belegging. Zeker als tegelijkertijd in belangrijke markten weer fiscale stimuleringsmaatregelen worden genomen om de economische groei te stimuleren. Vooral grote Japanse productiebedrijven zouden het dan goed doen.’