Zakenbank Kempen heeft bijna 193 miljoen euro opgehaald met zijn private-equityfonds. Afgelopen vrijdag is de inschrijving gesloten. Vooraf hadden de beheerders aangegeven dat ze het fonds niet groter wilden laten worden dan 200 miljoen euro.
Vanaf 14 februari dit jaar kregen particuliere beleggers de mogelijkheid om in te stappen. Ze moesten dan wel minimaal 250.000 euro kunnen investeren. De looptijd van het fonds is tien jaar, met een mogelijke verlenging van één of twee jaar. In de eerste financieringsronde werd direct 76 miljoen euro opgehaald. Daarna werd het belegd vermogen in drie vervolgstappen uitgebreid tot de huidige 193 miljoen euro.
Eerste investeringen al gedaan
De fondsbeheerders Marvin de Jong en Sven Smeets beleggen het opgehaalde kapitaal in kleine tot middelgrote niet-beursgenoteerde ondernemingen, met een marktkapitalisatie van tot zo’n 100 miljoen euro. Ze beperken zich hierbij tot de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. De looptijd van het fonds is tien jaar, met een mogelijke uitloop van maximaal twee jaar.
Al sinds de eerste investeringsronde in februari zijn De Jong en Smeets bezig met het opbouwen van een beleggingsportefeuille. Inmiddels hebben ze belangen in milieuadviesbureau Apem, personeelsbemiddelingsbureau DIT, staalbedrijf Wilvo Group en Avion Group, dat vliegtuigsimulatoren bouwt. Het doel is om het totale belegde vermogen binnen vijf jaar te investeren. De managers zeggen te streven naar een nettorendement van 12 tot 15 procent. Maar, zo geeft Kempen aan: het is een risicovolle belegging, dus alleen geschikt voor ervaren beleggers.
Waarderingen opgelopen
De investeringen voor het private-equityfonds doet Kempen altijd samen met andere investeerders, zoals 5square, H2 Equity Partners, WestBridge of het Duitse SteadFast Capital. Volgens Smeets is het belangrijk om met lokale partners samen te werken, zeker bij buitenlandse investeringen. ‘Het zou niet geloofwaardig zijn als wij zelfstandig in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk een belang in een middelgroot bedrijf zouden nemen’, zegt hij. ‘Daar is lokale kennis voor nodig, die we met een lokale partner in huis halen.’
Dat de waarderingen voor bedrijfsinvesteringen de afgelopen jaren flink zijn opgelopen, zou het fonds niet deren. Volgens De Jong geldt dat vooral voor de grote fondsen die zich concentreren op een heel andere markt van veel grotere bedrijven. ‘Die betalen nu wel twaalf keer het bruto bedrijfsresultaat (ebitda) voor een bedrijf’, zegt hij. ‘In onze markt ligt de overnameprijs nog rond de zes keer ebitda.’