i-shG9cVd-L.jpg

Het was de beslissing met misschien wel de grootste impact in het tienjarig bestaan van de strategie van het Kempen Global High Dividend fonds; het besluit om het fonds eerst ‘soft’ en vervolgens ‘hard’ te closen enkele jaren terug. De strategie slonk van 2,7 miljard naar 1,7 miljard.

Toch was volgens fondsmanagers Jorik van den Bos en Joris Franssen een andere keuze onmogelijk. Consistent zijn in beleggingsovertuigingen is een vereiste om succesvol te zijn, vinden zij. 

De fondsmanagers doen de uitspraken in een gesprek met Fondsnieuws op de zeventiende verdieping van het Kempen-kantoor over de afgelopen tien jaar, de gevolgen van komende renteverhogingen voor dividendfondsen en de plannen van het kabinet de dividendbelasting af te schaffen. 

‘In 2012 en 2013 ging het heel hard. De dividend-strategie deed het goed, wij deden het goed binnen onze categorie, én we kregen een Gold-rating - die we overigens nog steeds hebben. Misschien wel een kiss of death, zeiden we destijds nog tegen elkaar over die Morningstarbeoordeling’, blikt Van den Bos terug.

‘En inderdaad; uit alle hoeken en gaten kwam het geld onze kant op.’ Om voldoende beleggingsmogelijkheden over te houden en goed te blijven presteren, besloten de fondsmanagers zich aan hun eigen beleggingsovertuiging te houden: tot een grootte van 2,5 tot 3 miljard zit er geen beperking op het verwachtte rendement. Daarboven mogelijk wel, vanwege de bias naar voornamelijk middelgrote maar ook kleine bedrijven. Dat was tenslotte een van de redenen voor Jorik van den Bos, Joris Franssen en Joost de Graaf - ‘ze noemden ons ook wel de jojo’s’ - om ING te verruilen voor Kempen in 2006.

‘We begonnen met een soft-close, maar de markt was niet af te remmen’, vertelt Van den Bos. ‘Vanuit de markt voelden we de druk: eens zien of ze het fonds wel echt op slot durven te gooien.’ Volgens Franssen was het vervolgens onmogelijk een andere keuze dan die van een hard close te maken. ‘We moesten ons aan onze eigen gestelde capaciteitsgrenzen houden.’

Een onvermijdelijk gevolg van dat besluit was dat diverse grootbanken uit het fonds stapten, omdat ze geen fonds in modelportefeuille wilden hebben dat niet beschikbaar was voor nieuwe beleggers. Van den Bos: ‘Maar daarna ging het harder dan we verwacht hadden.’

Na die paar honderd miljoen uitstroom door de banken, vertrokken namelijk ook andere beleggers omdat de prestaties van de strategie achterbleven in een stijgende markt. Intussen keerde het fonds nog altijd een dividend uit van ongeveer 4 procent. De omvang van de strategie liep terug van 2,7 miljard, naar 1,7 miljard.

In 2015 werd het fonds heropend, maar een aantal sotfclosemaatregelen zijn er nog steeds. Terugblikkend stellen de fondsmanagers dat ze de juiste beslissing hebben genomen, maar dat het niet de makkelijkste weg was. En: nóg een hard close willen ze vermijden. Daarom zijn diverse shareclasses geïntroduceerd voor de strategie die weer 2 miljard groot is. Het team kan daardoor een niet-beursgenoteerde shareclass voorbehouden aan enkele specifieke distributiepartners en per partner een capaciteit afspreken.

Tien jaar

Intussen is het zeskoppige team - fondsmanager Floris Oliemans uitgezonderd - al tien jaar bij elkaar onder het Kempen-Label. En “de jojo’s” zijn dat dus al langer. ‘We hebben ruzie gemaakt, discussies gehad, goede en slechte periodes met elkaar meegemaakt; we kennen elkaar door en door en vullen elkaar aan’, zeggen de twee.

Van den Bos tekent op een vel papier dat voor hem op tafel ligt het bekende assenstelsel waarop persoonlijkheidstypen aan de hand van kleuren worden ingedeeld op introvert, extravert, voelen en denken. ‘In ons team hebben we alle kleuren of mixen daarvan.’


Die kleuren gaan prima samen, zeker door de gebruiken die het team door de jaren heen heeft ingebouwd. Zo is iedere manager verantwoordelijk voor een aantal sectoren, én uitdager van een andere sector. Van den Bos stelt Franssen kritische vragen op het thema telecom, Dimitri Willems daagt Van den Bos uit op farma.

Wat niet veranderd is, zijn de basis ‘spelregels’. Zo hebben alle aandelen in portefeuille nog altijd een verwacht dividendrendement van meer dan 3 procent, is de portefeuille breed gespreid qua regio’s en sectoren en zijn de beleggingen grofweg gelijkgewogen, met een herweging op kwartaalbasis.

Bond proxy’s

Het team is de laatste jaren wel wat van bond proxy’s afgestapt, vanwege het besef dat ook deze aandelen te duur kunnen worden. Het gaat om aandelen die zich gedragen als obligaties, en dus tegen de rente in bewegen. De fondsmanagers besloten in 2010 wat van die bond proxy’s te verkopen en juist vast te houden aan hun value-benadering. Verschillende bond proxy’s die ze eerder in portefeuille hadden, waren qua waardering niet meer zo aantrekkelijk. ‘Als alle positieve verwachtingen zijn ingeprijsd, kan het dividendrendement nog wel 3,5 procent zijn, maar gaan we toch verkopen’, legt Van de Bos uit.

Te vroeg, zo bleek, want de beurs ging nog verder omhoog, en peers die wél vol in bond proxy’s bleven zitten, profiteerden. In het vijfjaarsrendement voelt het fonds dat nog steeds, aangezien het rendement in 2013 tot en met 2015 achterbleef bij de benchmark en bij die van concurrerende fondsen.

Maar, het herstel is er, en de keuze om eruit te stappen wordt nu wél uitbetaald. Op driejaarsbasis en op tienjaarsbasis staat het fonds ten opzichte van de concurrentie en de benchmark in de plus, en sinds het jaarbegin staat de rendementsteller op bijna 7 procent.

Rentestijging

Wat gebeurt er met de 100 dividendaandelen uit Kempen Global Dividend als de rente straks weer gaat stijgen? De meeste bond proxy’s zijn dus al verkocht, waardoor het minder een issue is. Daarbij blijkt uit onderzoek van het team dat dividendaandelen bij een stijgende rente in eerste instantie inzakken. Maar als de markt daarna van de eerste schrik is bekomen, volgt alsnog een stijging van dividendaandelen omdat de dividenden ook gaan groeien. Want waarom stijgt de rente? Omdat de bedrijfswinsten stijgen door een groeiende economie. Dividendaandelen maken dan ruimschoots goed wat ze eerder ingeleverd hebben, en soms zelfs meer.’

Dividendbelasting

Behalve de bewegingen in de financiële markten, is er nog iets wat de fondsmanagers bezighoudt: een eventuele afschaffing van de dividendbelasting in 2019. Beleggersvereniging Dufas liet zich eerder kritisch uit over de plannen. Slecht voor Nederlandse beleggingsfondsen, scheef directeur Hans Janssen Daalen destijds in een column op Fondsnieuws. ‘Nederlandse beleggingsinstellingen kunnen dan de buitenlandse bronbelastingen op hun eigen beleggingen niet meer verrekenen.’

Het Nederlandse Kempen Global High Dividend fonds is zo’n Nederlandse fiscale beleggingsinstelling. De 15 procent die ze inhouden op hun dividend, kan een klant verrekenen met zijn vermogensdividend. Kempen verrekent het vervolgens weer met de bronbelasting uit andere landen.

Hoe dat na een eventuele afschaffing van de dividendbelasting dan moet, vindt Van den Bos lastig te zeggen, al noemt hij wel verschillende mogelijkheden. Maar liever vertrouwt hij op een positieve uitkomst uit de gesprekken die Dufas voert met de regering.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No