VVD en PvdA hebben een akkoord bereikt over een nieuwe manier om vermogen te belasten. Kleinere spaarders en beleggers gaan erop vooruit, zeer vermogenden leveren flink in.
Het tarief van 30 procent blijft gehandhaafd, maar het veronderstelde rendement van 4 procent waartegen iedereen nu nog wordt afgerekend gaat op de schop. Het nieuwe stelsel zou vanaf 2017 ingaan.
Allereerst wordt de vrijstelling per persoon verhoogd van 21.000 tot 25.000 euro. Daardoor zullen tweepersoonshuishoudens over de eerste 50.000 van hun spaarsaldo geen rendementsbelasting hoeven te betalen. Boven dit bedrag gaat de fiscus een nieuwe staffel hanteren.
Over de eerste 100.000 zal niet langer met een rendement van 4 procent worden gerekend, maar met 2,9 procent. Dit percentage zal jaarlijks veranderen omdat het een gemiddelde is van rentestanden in de voorgaande vijf jaren. Dit betekent dat een tweepersoonshuishouden met 100.000 euro aan vermogen 435 euro aan de fiscus afdraagt (100.000 – 50.000 euro x 2,9 x 30 procent) in plaats van 696 euro.
Voor de vermogens van een ton tot een miljoen wordt het rekenrendement verhoogd tot 4,7 procent. Dit percentage wordt niet alleen vastgesteld op basis van gemiddelde rentestanden, maar ook op de behaalde rendementen op een representatief mandje aandelen. De coalitie gaat er daarbij vanuit dat inwoners met een hoger vermogen actiever in effecten beleggen en daardoor ook hogere rendementen halen.
Vermogens boven een miljoen leveren volgens het plan behoorlijk in omdat het genoten rendement op 5,5 procent wordt gesteld in plaats van 4 procent. Naar verwachting zal daarom vooral de VVD moeite hebben het nivellerende effect aan kiezers uit te leggen.
Maar van de circa 3,3 miljoen betalers van vermogensbelasting zou het nieuwe stelsel voor 3 miljoen mensen gunstiger uitpakken. Het omslagpunt zou voor een alleenstaande rond een bedrag van 240.000 euro liggen. Naar verwachting zal de VVD moeite hebben om het nivellerende effect uit te leggen
In het regeerakkoord tussen VVD en PvdA was al afgesproken dat de vermogensheffing eerlijker moest worden. Vooral de kleinere spaarders moeten al lange tijd genoegen nemen met een rente van circa 1 procent.
Het voornemen om het werkelijk genoten rendement per individuele belastingbetaler te hanteren als grondslag zou om praktische redenen onhaalbaar zijn. De belastingdienst heeft niet de capaciteit dat te controleren.
De coalitiepartners willen ook het schenkingsrecht verruimen. De 52.000 euro die nu belastingvrij mag worden gegund aan een kind mits het wordt besteed aan een huis wordt per 2017 opgehoogd tot een ton.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 28 augustus 2015.