Voor Eléonore Bunel, hoofd fixed income bij Lazard Frères Gestion, komt het er vandaag op aan om actief te beheren want door de lichte rentestijging en verdere vernauwing van de spreads liggen de opportuniteiten minder voor het rapen. Aangezien de fundamenten van de markt verder verstevigen, heeft ze een voorkeur voor verschillende types van high yield-papier. Ze houdt de duratie echter kort omdat ze beducht is voor het verder oplopen van de rente.
Het zijn vandaag geen gemakkelijke tijden als men op de obligatie- en kredietmarkten actief is, zegt Eléonore Bunel. Ze heeft recht van spreken want ze gaat al bijna 20 jaar als obligatiebeheerder door het leven. ‘De rendementen liggen te laag om het verschil te kunnen maken maar dat kan men wel door op koersschommelingen in te spelen en de markt goed in te schatten. Want ook op de obligatiemarkten komen scheeftrekkingen en overdrijvingen voor waarop men als goed geïnformeerde belegger op kan inspelen.’
Ze wijst daarnaast nog op een extra moeilijkheid sinds begin dit jaar. ‘Voor obligatiesegmenten waar het rendement vandaag rond de 0 procent schommelt of negatief is, zoals bij overheidspapier en investment grade voor bedrijfspapier, zorgt elke rentestijging meteen voor een negatieve return. En sinds begin 2021 zit de rente op Europees overheidspapier in de lift. Zo ging de 10-jarige Duitse rente van -0,57 procent naar -0,33 procent en de Franse van -0,34 procent naar 0,02 procent. Ik ga ervan uit dat dat die opwaartse beweging in Europa zal aanhouden en dat we in de VS van eenzelfde scenario kunnen uitgaan.’
Sterke fundamentals
Daarnaast onderstreept Bunel dat de risicopremies op de obligatiemarkten zich opnieuw op de niveaus van voor covid, op historische dieptepunten met andere woorden, bevinden waardoor er nauwelijks nog ruimte voor verdere compressie is. Opvallend genoeg is dat vooral op de meer risicovolle segmenten van de obligatiemarkt het geval. Bunel schat tegelijkertijd het risico laag in dat die kredietspreads weer zouden gaan toenemen. Ze stelt immers vast dat de fundamentals in de goede richting evolueren.
‘Voor AT1-obligaties zien de vooruitzichten er goed uit en is er zelfs nog wat ruimte voor een vernauwing van de kredietspreads. Financiële instellingen, de emittenten van dit type van papier, zijn de pandemie zonder kleerscheuren doorgekomen terwijl de omgevingsfactoren er vandaag goed uitzien. De resultaten van het eerste halfjaar waren uitstekend, de kwaliteit van de activa is goed en er is geen gebrek aan kapitaal en liquiditeit.’
En Bunel geeft ook aan dat Europese bedrijven op hun beurt hun financiële gezondheid hebben opgekrikt. ‘De schuldhefbomen worden momenteel geleidelijk afgebouwd na de forse toename in 2020 terwijl ook de gemiddelde rentedekkingsratio is verbeterd. Er kan voorts worden opgemerkt dat in het segment high yield ratingbureaus eerder ratings optrekken dan downgrades doorvoeren.
Het aantal dubieuze kredieten is ook dalende.’ Ze geeft aan dat eind augustus het percentage in Europe nog op 3,3 procent stond, na in november 2020 nog 4,9 procent te hebben bereikt. ‘Maar eind december 2021 zou het percentage wanbetalers tot 1,9 procent moeten wegzakken. Vooral de vrijetijds- en hotelsector zouden de komende 12 maanden de zwaarste impact moeten voelen.’
Eléonore Bunel voegt er nog aan toe dat de vraag en het aanbod op de kredietmarkt zeer gezond is. ‘Enerzijds is het aanbod van papier in de categorie Europese high yield nog nooit zo hoog geweest, door toedoen van herfinancieringen en fusies en overnames, terwijl er op het vlak van investment grade een sterke dynamiek heerst met bijna 400 miljard EUR aan uitgiftes dit jaar. Anderzijds blijft de veel beleggingsgeld naar Europese obligaties vloeien.’
Focus op high yield
Vandaag neigt Bunel naar marktsegmenten die vandaag goed in de markt liggen en van een inflatietoename zouden kunnen profiteren zoals hoogrentend papier. ‘Binnen high yield kijken we vooral naar corporate senior obligaties, corporate hybrids en achtergestelde leningen van financiële instellingen zoals Tier2- of AT1-papier vooral dan van Griekse en Italiaanse banken.
Onze voorkeur gaat, gezien het risico op een stijgende rente, eerder uit naar kortere duraties. En in onze portefeuilles maken we ook plaats voor Amerikaans inflatiegelinkt papier.’