Een passieve belegger volgt een index die het marktgemiddelde rendement oplevert (bèta) na aftrek van lage kosten. Maar er komen steeds meer ETF’s op de markt die streven naar een hoger rendement dan de markt. De aanbieders openen de jacht op alpha onder de vlag van smart bèta, strategic bèta of factorbeleggen.
‘Smart bèta-producten hebben geresulteerd in een nieuwe definitie van alpha, van outperfomance. Je creëert een set regels om outperformance op een methodologische manier te bereiken’, stelt Nick King, hoofd ETF’s bij Fidelity. ‘De kosten liggen veelal hoger dan bij een puur passieve strategie, maar lager dan een puur actief fonds.’ Dit vanwege de transparante beleggingsstrategie die veel weg heeft van een strenge index-selectiemethode.
Verschillen in aanpak
Smart bèta is divers. Er zijn aanbieders die een marktgewogen index ombouwen naar een index met aandelen met bijvoorbeeld een lage volatiliteit (low volatility), een aantrekkelijke waardering (value) of een hoog dividend (income). De ETF volgt die verbouwde index. Andere aanbieders maken een eigen indexmandje en weer andere gaan weliswaar uit van een methodologische strategie, maar gunnen de beheerder daarbinnen veel vrijheid.
Deze verschillen maken vergelijken lastig, maar wel erg belangrijk, stelt King. Het is zaak om onder de motorkap van een smart bèta ETF te kijken. ‘Als belegger moet je je blijven afvragen of de ETF de extra kosten versus een puur passieve belegging waard is’, aldus King.
Klanten vinden de combinatie van relatief lage kosten en een bovengemiddeld rendement echter interessant, stelt King. Fidelity lanceerde in Nederland in 2017 zijn eerste smart bèta-ETF’s op het thema ‘quality income’, met als benchmark een eigen marktgewogen index. King: ‘De beheerders krijgen daarbij ruimte hun actieve skills te gebruiken, van oudsher zijn we immers een actief fondshuis. De maximale tracking error versus de index is 2 procent.’
Ook vermogensbeheerder Vanguard zit bij smart bèta aan de actieve kant van het spectrum. Wim van Zwol (foto), hoofd Benelux, wil het liever niet eens smart bèta noemen. ‘Indexbeleggen, in bèta beleggen, is het volgen van een marktgewogen index. Wijk je daarvan af dan volg je een actieve strategie.’ Door af te wijken ontstaan er bovendien vaak een smallcap- en een value-bias, stelt Van Zwol. ‘Met bèta heeft dat weinig meer te maken.’
Actieve ETF’s
Vanguard biedt een reeks zogeheten actieve ETF’s aan, die op factoren screenen. Om indexvolgers gaat het niet, stelt Van Zwol. ‘Als je dan wilt afwijken van een marktgewogen index, doe dat dan actief en niet via een afgeleide index. Dat kan namelijk leiden tot hoge transactiekosten omdat de ETF-portefeuille anders dan bij een marktgewogen index dagelijks aangepast moet worden aan de anders gewogen index. Die interne transactiekosten zie je niet terug in de totale kostenratio of lopende kosten van een ETF. Kosten zijn erg belangrijk omdat ze een goede voorspeller zijn voor outperformce.’
Een actieve beheerder die de index links kan laten liggen, heeft de hoogte van de transactiekosten in eigen hand. Reden voor Vanguard om managers van de actieve ETF’s veel vrijheid te geven binnen de gekozen factorstrategie. ‘Al moet je ook bij actief de kosten goed in de gaten houden’, stelt Van Zwol.
Alpha tegen lage kosten
Institutionele beleggers kunnen met deze actieve ETF’s een deel van alpha tegen lage kosten binnenhalen, stelt Van Zwol. ‘Voor het resterende deel alpha – dat wat met factoren niet te vangen is – kunnen ze overwegen een puur actieve strategie in te zetten, met de bijbehorende hogere kosten natuurlijk.’
Waarom Vanguard een puur actieve strategie in een ETF en niet in een beleggingsfonds heeft gegoten? Van Zwol: ‘Een ETF is doorlopend verhandelbaar, liquide, goedkoper in administratie en iedereen met toegang tot een beurs kan al vanaf een klein bedrag in een ETF beleggen. Onze beleggingsfondsen hebben minimum instapbedragen’.
Marktgewogen indices trekken nog steeds veel meer kapitaal, maar smart bèta groeit hard. Eind januari was er 680 miljard dollar in belegd, aldus ETF-researcher ETFGI. Dat komt neer op een samengestelde jaarlijkse groei van 33 procent over de afgelopen vijf jaar.
Een recent onderzoek van Fidelity concludeert dat institutionele beleggers de komende jaren meer willen beleggen in actieve strategieën én smart bèta-producten. De reden is dat ze minder verwachten van de rendementen van indices, van bèta.
King verwacht dat de trend van smart bèta zal toenemen. ‘Ook omdat de voortschrijdende technologie het mogelijk maakt om steeds nieuwe strategieën te ontwikkelen. De strengere regulering speelt ook een rol: vermogensbeheerders zullen steeds meer op kosten en transparantie letten.’