Op de 32ste verdieping van de Rogiertoren is niet alleen het uitzicht adembenemend. Er zijn ook prachtige stukken uit de vermaarde Belfius-kunstcollectie te zien. Zo krijgt de staatsbank in zijn hoofdkantoor tweewekelijks veel potentiële klanten over de vloer.
Het meest opvallende aan de Rogiertoren openbaart zich ‘s nachts, wanneer de LED-verlichting de gevels in een kleurrijk jasje hult. Dit gebeurt soms met een thema. Tijdens Pride Week, bijvoorbeeld, zijn de regenboogkleuren te zien op de hoofdzetel van Belfius. Deze bevindt zich aan het Rogierplein in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node, tegenover een metrohalte en nabij het treinstation Brussel-Noord.
‘De bereikbaarheid met het openbaar vervoer was belangrijk bij de keuze van deze locatie’, zegt Lien Vanderhaegen, Head of Workplace & Building bij de staatsbank. ‘We hebben ondergronds wel een vijfhonderdtal parkeerplaatsen, maar die zijn nooit volzet.’
Er werken bij maximale bezetting zo’n 5000 mensen in de Rogiertoren, die 34 verdiepingen telt en 135 meter hoog is. Een ontwerp van architecten Philippe Samyn en Michel Jaspers. Die laatste is de hofleverancier van gebouwen in de Noordwijk. Zo zijn ook de torens van Proximus van zijn hand.
Belfius, of beter gezegd het toenmalige Dexia, betrok in 2006 de pas gebouwde Rogiertoren, net als het plein genoemd naar Charles Rogier, een van de grondleggers van de Belgische staat. In deze lobby nam Axel Miller twee jaar later onder luid applaus afscheid als ceo. Pas later zou blijken hoezeer de bank zich onder zijn hoede had vertild aan beleggingen van dubieuze kwaliteit. Dexia viel om en moest door de overheid worden gered.
Uit het puin verrees in 2012 Belfius, met gevolgen voor het interieur van de Rogiertoren. Het Dexia-blauw werd vervangen door het ‘ruby’ van Belfius. Die rode kleur is ook prominent aanwezig in de lobby, waar een medewerkster bezoekers vraagt hoe het onthaal beter kan. ‘De lobby moet straks onze sterktes meer in de verf zetten dan nu’, zegt Vanderhaegen, die burgerlijk ingenieur-architect van opleiding is. ‘Bijvoorbeeld onze digitalisering, maar ook dat we zoveel met kunst bezig zijn. Daar zijn we vandaag over aan het nadenken.’
De eerste indruk is belangrijker voor Belfius dan voor andere banken. Veel bezoekers zijn immers nog geen klant. Twee zaterdagen per maand kunnen zij op de 32ste verdieping kunstwerken bewonderen uit de gerenommeerde Belfius-collectie, de grootste privéverzameling van Belgische kunst in het land. Op dit ogenblik zijn er onder meer schilderijen van James Ensor, Constant Permeke en Gustave De Smet te zien.
Helemaal op de bovenste verdieping huist het kantoor van ceo Marc Raisière, die daar een prachtig uitzicht heeft op Brussel. Dat is een van de grote kwaliteiten van de Rogiertoren, zegt Vanderhaegen. ‘Om de zoveel jaar doen we een grondige herschikking in het gebouw, en dan zijn er altijd teams die vragen of ze toch niet wat hoger in het gebouw mogen zitten omdat het panorama daar nog mooier is.’ Zelf nuanceert ze het belang daarvan. ‘Hoe vaak zit iemand nog een hele dag op één werkplek? Het totaalaanbod moet werknemers gelukkig maken.’
Hoe ziet dat totaalaanbod eruit? ‘Ons gebouw moet passen bij wie wij zijn. Vijftien jaar geleden was het binnen grijs en koud, met veel kasten die zones afbakenden. Vandaag is het frisser en moderner, maar ook warmer. We spreken niet meer over een werkplek met bureau, stoel en scherm, maar over een work experience. Hoe zorgen we ervoor dat mensen graag op kantoor zijn?’
De tijd die werknemers op kantoor doorbrengen wordt anders ingevuld dan vroeger, merkt ze op. ‘Denk aan videovergaderingen, opleidingen en workshops. Onze inrichting moet daar in mee zijn.’ Op dat vlak heeft de Rogiertoren een belangrijke troef. ‘We kunnen heel flexibel indelen. Er zijn grote open plateaus met een vaste kern in het midden. Verder zijn er geen dragende wanden die een bepaalde compartimentering opleggen. Dus elke verdieping is vrij in te vullen.’
Handig, want de noden veranderen. ‘Er zijn periodes dat open ruimtes populair zijn om in te werken, en andere waarin bijna iedereen een eigen bureau heeft. Nu zitten we ergens tussenin, met een focus op aparte ruimtes voor teams.’
Het is work in progress. Alles tegelijk veranderen zou te veel geld kosten, maar dat biedt ook kansen om te experimenteren. De meest recent vernieuwde verdieping biedt bijvoorbeeld ruimte aan groepen die zo groot zijn dat ze nergens anders samen kunnen werken. Maar er zijn ook stilteruimtes voor opperste concentratie, en keukeneilanden en zithoeken voor informele gesprekken. De bedrijvigheid is er groot, tot vreugde van Vanderhaegen. ‘Je bedenkt een concept, maar het is toch altijd de vraag of het zal werken.’
Ontmoetingen creëren gebeurt ook op een andere manier. Het bedrijfsrestaurant kreeg onlangs een cosmetische en culinaire upgrade, waardoor minder collega’s de deur uit gaan op zoek naar een broodje. En op de tweede verdieping is er een fitnessruimte waar werknemers de hele dag kunnen sporten. ‘We overwegen nu om een aantal keer per week een kinesist of osteopaat op kantoor te hebben, voor wie daar behoefte aan heeft’, aldus Vanderhaegen.
Die focus op ondersteunen en ontzorgen is niet altijd een succes, zo blijkt. ‘Enkele jaren geleden hebben we een was- en strijkdienst aangeboden, maar dat pilootproject is al snel weer stopgezet. Meer dan 80 procent van onze mensen komt met het openbaar vervoer, en dan breng je niet snel je vuile was mee naar kantoor. Daar was misschien niet genoeg over nagedacht.’
Dit is deel 1 van de zomerserie ‘Locatie, locatie, locatie’, waarin we prominente, opvallende gebouwen uit de sector uitlichten. De komende periode volgen andere edities.