Er is geen bewijs dat banken winsten naar Luxemburg overhevelen om belastingen te ontwijken, aldus een van de auteurs van een recent controversieel rapport van het EU Tax Observatory. Maar als dat inderdaad niet zo is, waarom bestempelt de denktank Luxemburg dan als een “belastingparadijs” voor banken?
Investment Officer, het in Luxemburg actieve zusterplatform van Fondsnieuws, vroeg Mona Baraké, één van de auteurs van het rapport, om uitleg. Zij is postdoctoraal onderzoeker bij het EU Tax Observatory.
In het vorige week gepubliceerde verslag van het EU Tax Observatory wordt Luxemburg “een belastingparadijs” voor de banksector genoemd en als zodanig gerangschikt naast 16 andere jurisdicties voor de financiële sector, waaronder de Bahama’s, Ierland, Mauritius en Hongkong. Deze bewering kreeg veel aandacht in de pers, die overwegend negatief van toon was, zowel nationaal als internationaal.
Vertegenwoordigers van de Luxemburgse industrie en politici klaagden echter dat het rapport geen rekening hield met het unieke karakter van de banksector van het Groothertogdom.
Het rapport is bekritiseerd omdat het financiële sectoren zoals die van Luxemburg, die internationale cliënten bedient, vergelijkt met die welke hoofdzakelijk binnenlandse retailcliënten bedienen. Dit zijn fundamenteel verschillende bedrijfsmodellen. Hoe reageert u op die kritiek?
Mona Baraké: ‘In vorige studies hebben wij lijsten van belastingparadijzen opgesteld volgens een andere methode. In dit project hebben wij vastgesteld dat de Luxemburgse banken een zeer hoge ratio hebben waarbij de winst wordt vergeleken met het aantal werknemers, en dit was een van de twee benchmarks die wij in deze studie hebben gebruikt bij de samenstelling van de lijst van belastingparadijzen.’
Maar is het niet zo dat het Luxemburgse bankmodel erg verschilt van dat van de meeste andere landen, en dat dit het moeilijk maakt om te vergelijken?
Mona Baraké: ‘Natuurlijk is dat niet gemakkelijk. De gegevens waarover wij beschikken zijn niet erg gedetailleerd, zodat wij niet echt andere variabelen kunnen zien die een opvallender bewijs zouden vormen. Wij kunnen slechts een paar ratio’s berekenen op basis van de beschikbare gegevens per land. Maar op macroniveau is de bankactiviteit in Luxemburg niet symmetrisch met de reële economische activiteit in het land.’
Ja, omdat het slechts een kleine binnenlandse markt bedient, maar vooral een Europese, en soms mondiale markt.
Mona Baraké: ‘Wij hebben in het rapport niet gezegd dat er sprake was van belastingontduiking. We zeggen alleen dat de activiteit onevenredig was.’
Oke, maar was de implicatie van het rapport niet dat dit te wijten was aan winsten die om fiscale redenen vanuit andere landen naar Luxemburg werden verschoven.
Mona Baraké: ‘Maar dat hebben wij in het rapport niet gezegd. Wij hebben gezegd dat dit de werkelijkheid zou kunnen weergeven. We kunnen het niet bewijzen met de gegevens waarover we beschikken. Wij pleiten voor meer transparantie en extra gegevens om dat te kunnen bewijzen. De rapportagegegevens per land bevatten niets over bankdeposito’s en activa, daarom is het niet mogelijk om te zeggen of er al dan niet sprake is van winstverschuiving.’
In het rapport staat dat Luxemburgse banken een effectief belastingtarief hebben van 15 procent, dat is niet ver van het EU-gemiddelde dat u berekende van 20 procent.
Mona Baraké: ‘In feite hebben wij vastgesteld dat, afhankelijk van het jaar (in het rapport werden 2014 en 2020 bestudeerd, red), de effectieve belastingvoet van Luxemburg varieerde tussen 11,9 procent en 17,8 procent. Wij hadden verwacht dat het lager zou zijn, en het is een van de hogere tarieven in vergelijking met de andere belastingparadijzen. Het is dus gewoon de verhouding winstgevendheid/werkgelegenheid die ons op de lijst heeft doen plaatsen, niet noodzakelijk het belastingtarief.’
Maar “belastingparadijs” is een nogal emotionele, niet-neutrale term die de aandacht trekt, en de Luxemburgse banksector houdt niet van die categorisering. Dus, gezien het feit dat het effectieve belastingtarief dicht bij het EU-gemiddelde ligt, hoe kan men het gebruik van de term “belastingparadijs” rechtvaardigen?
Mona Baraké: ‘Ik denk dat een belastingparadijs niet noodzakelijk een land met lage belastingen is, maar misschien wel wordt gekenmerkt door goed bestuur, ondoorzichtigheid, voorkeursbehandeling enzovoort.’
Laten we eens kijken naar de berekeningen in het rapport voor het potentiële “belastingtekort” voor de belastingadministraties van de 11 landen waar de banken in de studie hun hoofdkantoor hebben. Dit wordt geraamd op 3 tot 13 miljard euro in de EU en het VK. De totale belastingopbrengst in de EU-27 bedroeg vorig jaar ongeveer 5,3 miljard euro, dus zelfs het hoogste cijfer in het verslag vertegenwoordigt ongeveer een kwart van een procent van het totaal. Is dit echt een groot probleem?
Mona Baraké: ‘Ja, het is waar dat de inkomsten in vergelijking met het bbp zeer gering zijn. Toch gaat het om 18 procent extra belastingen ten opzichte van wat de banken momenteel betalen. Het is dus niet veel, maar het is toch een aanzienlijk bedrag voor de betrokken banken. Bovendien heeft dit cijfer alleen betrekking op de 36 banken die in dit verslag zijn geanalyseerd, namelijk de banken die in de EU en het VK als systeemrelevant zijn aangemerkt.’
De aanwezigheid van het VK in de berekeningen is significant gezien de omvang van zijn financiële sector. Dus het totaalcijfer voor de EU is lager dan de kerncijfers?
Mona Baraké: ‘Ja, en als men uitgaat van het geraamde minimumbelastingtekort van 3 tot 5 miljard euro, zou het Verenigd Koninkrijk alleen al ongeveer 1 miljard euro voor zijn rekening nemen. Wij hebben deze gegevens gepubliceerd omdat zij voor het VK zijn verzameld.’
Wat is de rol van het EU-Belastingobservatorium?
Mona Baraké: ‘Onze belangrijkste taken zijn het verrichten van onderzoek op belastinggebied, met de nadruk op belastingontduiking en -fraude, en het aandragen van mogelijke oplossingen voor deze problemen. Wij bevorderen ook het debat over de toekomst van belastingen en bieden toegang tot kennis over belastingen.’
Van waar komt de financiering vandaan en wat is het totale budget?
Mona Baraké: ‘Het budget bedraagt ongeveer 1 miljoen euro, waarvan 80-90 procent afkomstig is van de EU. Wij zijn gehuisvest bij de Ecole de l’économie van Parijs, die voor de resterende financiering zorgt. Deze EU-financiering was het resultaat van het winnen van een aanbesteding.’